Krachten les 1 dec

Planning voor vandaag
Krachten: check
Krachten vervolg
Oplossingen, suspensie en pH

INLOGGEN op lessonup:
Zoek op Lessonup en inloggen


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Planning voor vandaag
Krachten: check
Krachten vervolg
Oplossingen, suspensie en pH

INLOGGEN op lessonup:
Zoek op Lessonup en inloggen


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van de les weet je 
  • dat er veel krachten zijn zoals spier-, zwaarte-, veer-, veerkracht en wat de gevolgen hiervan zijn
  • Wat een kracht kan doen: snelheid veranderen, richting van beweging veranderen of de vorm van een voorwerp veranderen
  • Je weet/snapt hoe je de grootte van een kracht kunt meten
  • Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
  • Je weet dat je krachten kunt meten met een krachtmeter
  • Je kunt krachten tekenen
  • Termen: normaalkracht, aangrijpingspunt, richting, veerconstante

Slide 2 - Tekstslide

hoe meet je krachten?
met een veerunster kan je krachten meten
de eenheid waarin je meet is Newton (N)
Kracht (F) is de grootheid, wat je dus kan meten 
krachtmeter

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kracht 
Kracht is een grootheid en het heeft een eenheid.
  • Het symbool: F
  • De eenheid : Newton (N).
  • Krachten meet je met een krachtmeter (veerunster)
  • Meet het aantal Newton,



Slide 5 - Tekstslide

veerunster
Met een veerunster kan je krachten meten.
Hoe stugger de veer, hoe groter de kracht is die je kunt meten

Slide 6 - Tekstslide

kracht meten
  • Krachtmeter (veerunster)
  • Meetinstrument 
  • Elke krachtmeter ander meetbereik
  • Hoe groter de kracht hoe meer de veer uitrekt

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kijk goed naar de 2 getalen die boven en onder de wijzer staan.
Bereik 0N - 1 N
Als je al deze informatie hebt, kan de krachtenmeter aflezen.
Aflezen:
Wat is de grootste kracht die je kan meten?
Waar staat de wijzer?
Lees af en schrijf ook de eenheid.

Slide 9 - Tekstslide

zwaartekracht
De aarde trekt voorwerpen aan met de zwaartekracht
Op een voorwerp van 1 kg werkt een zwaartekracht van 10 N 
Fz (N)= m (kg) x 10 (eigenlijk 9.81)
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 10 - Tekstslide

Krachten Tekenen

Slide 11 - Tekstslide

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt: punt waar de kracht op het
      voorwerp werkt
  - richting: richting waarin de kracht werkt
  - lengte: grootte van de kracht

Slide 12 - Tekstslide

Tekenen op schaal 

De lengte van de pijl is afhankelijk van de grootte van de kracht.

Bijvoorbeeld
1 cm =  10 N dan is een kracht van 100 N: 10 cm
1 cm = 20 N dan is een kracht van 100 N: ?????
omdat

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Schaal: 1 cm = 500 N
Deze pijl is 10 cm lang 
Hoeveel N stelt 
deze pijl dan voor?

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
Schaal: 1 cm = 500 N
Hoe groot (aantal cm) moet je de pijl tekenen 
om 1500 N weer te geven?

Slide 15 - Tekstslide

Krachten
Krachten kunnen we niet zien. We merken wel de gevolgen van een kracht.
Een kracht kan :
                                   -   een voorwerp op zijn plaats houden 
                                        of met constante snelheid laten bewegen.
                                   -   een voorwerp versnellen of vertragen
                                   -   de bewegingsrichting van een voorwerp veranderen
                                   -   een voorwerp vervormen (plastisch of elastisch)

Slide 16 - Tekstslide

Wat kan een kracht doen?
Snelheid vergroten of verkleinen:  Spierkracht sneller fietsen, door wrijvingskracht remmen snelheid kleiner.
Duwen tegen het stuur: andere richting
Door je gewicht: banden en zadel verandert van vorm

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Je weet/snapt nu 
  • dat er veel krachten zijn zoals spier-, zwaarte-, veer-, veerkracht en wat de gevolgen hiervan zijn
  • wat een kracht kan doen: snelheid veranderen, richting van beweging veranderen of de vorm van een voorwerp veranderen
  •  hoe je de grootte van een kracht kunt meten
  •  kunt de zwaartekracht op een massa berekenen
  • dat je krachten kunt meten met een krachtmeter
  • hoe je krachten kunt  tekenen
  • Termen: normaalkracht, aangrijpingspunt, richting, veerconstante

Slide 18 - Tekstslide


Wat is de maximale kracht die met deze krachtmeter gemeten kan worden?

Slide 19 - Open vraag


Wat is de maximale kracht die met deze krachtmeter gemeten kan worden?

Slide 20 - Open vraag

Spierkracht
Windkracht
Wrijvingskracht
Zwaarte
kracht
Magnetische
kracht
Een bungee jumper laat zich vallen
De deur van de koelkast sluit
Het draaien van de wieken van een molen
Je fiets stopt in rul zand
Een speerwerper werpt een speer

Slide 21 - Sleepvraag

welke krachten zie je?

Slide 22 - Tekstslide

Welke krachten zie je hier?

Slide 23 - Open vraag

spierkracht
zwaartekracht
wrijvingskracht 

Slide 24 - Tekstslide

Zwaartekracht  
Kracht
waarmee
de aarde
voorwerpen
aantrekt.
Opgave gisteren:
Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Bereken de zwaartekracht Fz op de fles.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe groot is de zwaartekracht op een voorwerp met een massa van 50 kg?
(rekenen met 10 ipv 9.81 N/kg)
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 26 - Open vraag

Tekenen van krachten.
De schaal is 1 cm = 10 N
Hoeveel Newton is 3 cm?

Slide 27 - Open vraag

Hoe zwaar is een voorwerp wanneer de zwaartekracht 200 N is?
(rekenen met 10 ipv 9.81 N/kg)
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 
Fz = m x 10
op een voorwerp met een massa van 5 kg werkt een zwaartekracht van 50 N
Fz = 5 x 10 = 50 N 

Slide 28 - Open vraag

Tekenen van krachten.
De schaal is 2 cm = 20 N
Hoeveel cm is 100 N?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Een halfvolle fles heeft een massa van 600 gram.
Bereken de zwaartekracht Fz op de fles.
(rekenen met 10 ipv 9.81 N/kg)

Slide 31 - Open vraag


Wat is de maximale kracht die met deze krachtmeter gemeten kan worden?

Slide 32 - Open vraag


kan met deze krachtmeter/veerurnster een massa van 1.5 kg worden gemeten?

Slide 33 - Open vraag

Oplossing of suspensie
Oplossing of suspensie
• Beide zijn een mengsel van een vaste stof en een vloeistof
Oplossing is een vloeistof met daarin opgeloste stoffen
  • Is helder:  Je kunt er doorheen kijken
Suspensie is een vloeistoffen met daarin niet-opgeloste stoffen
  • Troebel: Je kunt er niet door heen kijken



Slide 34 - Tekstslide

Indicatoren
Voor het aantonen van de aanwezigheid van een stof of de pH  zijn er verschillende indicatoren:
bv de aanwezigheid van zetmeel: oplossing kleurt blauw

Slide 35 - Tekstslide

pH
Rode koolsap
of pH papier

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag met 
oplossing of suspensie
welke pH heeft de oplossing of suspensie?

Slide 37 - Tekstslide

Heb je nog vragen?
schrijf ze op en stel ze aan je docent.

Slide 38 - Woordweb

welke krachten zie je?

Slide 39 - Tekstslide