Les 16 Velle, nolle, malle

Les 16 Velle, nolle, malle
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 6 min

Onderdelen in deze les

Les 16 Velle, nolle, malle

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent 'malle'?
A
willen
B
liever willen
C
niet willen
D
graag willen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'velle'?
A
willen
B
liever willen
C
niet willen
D
graag willen

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal 'nolebam venire'.
A
Ik wil niet komen.
B
Ik heb niet willen komen.
C
Ik wilde niet komen.
D
Ik had niet willen komen.

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk het rijtje van velle en nolle. Wanneer trekken de vormen van non en velle samen tot één vorm?
volo
vis
vult
volumus
vultis
volunt
nolo
non vis
non vult
nolumus
non vultis
nolunt

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer trekken de vormen van non en velle samen tot één vorm?

Slide 6 - Open vraag

De imperativus (gebiedende wijs) wordt niet ontkend met 'non'. I

Slide 7 - Open vraag

Ontkennen van de gebiedende wijs
De gebiedende wijs wordt niet ontkend met 'non', maar met de gebiedende wijs van nolle. 
Een voorbeeld: 'Huil niet' = 'Noli lacrimare' (of: Nolite lacrimare)
('Non lacrima' bestaat niet.)

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Latijn tegen een jongen 'Ga niet weg'?
A
Abi non.
B
Abire noli.
C
Abire nolite.
D
Non abire.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zeg je tegen een groep meisjes 'Ga niet weg?'
A
Non abite.
B
Noli abire.
C
Nolite abire.
D
Nolitae abire.

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: malueram
A
Ik wilde liever
B
Ik wil liever
C
Ik had liever gewild
D
Ik heb liever gewild.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'vis'?
A
jij wilt
B
hij wilt niet
C
jij wilt niet
D
hij wilt liever

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de perfectumstammen van velle, nolle en malle?
A
vel, nol en mal
B
vell, noll en mall
C
volu, nolu en malu
D
volui, nolui en malui

Slide 13 - Quizvraag

Wat is er onregelmatig aan velle, nolle en malle?
A
De uitgangen van het praesens.
B
De uitgangen van het imperfectum.
C
De klinkerwisselingen in het praesens.
D
De voltooide tijden.

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk hieronder het rijtje van het praesens en imperfectum van ire. Welke vormen zijn onregelmatig?
eo
is
it
imus
itis
eunt
ibam
ibas
ibat
ibamus
ibatis
ibant

Slide 15 - Tekstslide

Welke vormen van ire in het praesens en/of imperfectum zijn onregelmatig?

Slide 16 - Open vraag

Bekijk hieronder het rijtje van het perfectum van ire. Welke vormen zijn onregelmatig? Wat maakt dat ze onregelmatig zijn?
ii
isti
iit
iimus
istis
ierunt

Slide 17 - Tekstslide

Welke vormen van het perfectum van ire zijn onregelmatig? Wat maakt dat ze onregelmatig zijn?

Slide 18 - Open vraag

Ire betekent 'gaan'. Vertaal 'imus'
A
zij gaan
B
zij gingen
C
wij gaan
D
wij gingen

Slide 19 - Quizvraag

Ire betekent gaan. Vertaal 'ii'.
A
Ik ga
B
Ik ging / ik ben gegaan
C
Ik heb gegaan
D
Ik was gegaan

Slide 20 - Quizvraag