Ambulante Compressietherapie

Ambulante Compressietherapie
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ambulante Compressietherapie

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Ambulante compressie therapie is erop gericht oedeem (in benen) snel en blijvend te doen verdwijnen, de bloed- en lymfestroom te versnellen, de functie van de spierpomp te verbeteren en een mogelijk aanwezig Ulcus-cruris “Open been” te genezen.

Slide 2 - Tekstslide

Definitie:
Ambulante compressietherapie bestaat uit het uitoefenen van druk van buitenaf op de benen in combinatie met veel bewegen. In deze behandelwijze maken we gebruik van korte-rek-zwachtels. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Theorie:
- Werking bloedvaten in de benen
- Spierpomp
- Veneuze insufficiëntie 
- Klachten
- Ulcus cruris
- Arteriële insufficiëntie
- Behandeling 

Slide 6 - Tekstslide

Werking van de bloedvaten in de benen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe loopt de weg van de bloedsomloop van hart naar benen?

Slide 8 - Open vraag

Hoe verloopt de terugstroom van het bloed naar het hart?

Slide 9 - Open vraag

Werking bloedvaten in de benen:
  1. Bloed wordt door het hart het lichaam ingepompt
  2. Het bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de weefsels
  3. Het bloed wordt aangevoerd door de slagaders
  4. De aders zorgen voor de afvoer terug naar het hart
  5. Het terugstromen vanuit de benen gaat tegen de zwaartekracht in
  6. Het terugstromen naar het hart wordt bevordert door kleppen in de aders en de spierpomp in de benen

Slide 10 - Tekstslide

Spierpomp
Bij lopen trekken zich de kuitspieren samen
Ze worden korter en dikker
De aders worden platgedrukt en leeg geknepen
Door de kleppen in de aders stroomt het bloed omhoog en kan het niet omlaag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zoek op: Wat is veneuze insufficiëntie

Slide 13 - Open vraag

Zoek op: Wat is arteriële insufficiëntie

Slide 14 - Open vraag

Veneuze insufficiëntie:
  1. Defect in de venen (aders)
  2. Kleppen werken niet goed-> bloed stroomt terug naar beneden
  3. Spierpomp niet sterk genoeg-> onvoldoende kracht om tegen de zwaartekracht in omhoog te pompen
  4. Terugstroom van bloed uit de benen gestoord -> afvoeren van vocht uit de weefsels ook

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen :
  • Hogere druk in de beenaderen
  • Er treedt vocht uit de vaten
  • Er gaat vocht in de intercellulaire ruimten zitten
  • De lymfevaten nemen de afvoer over, maar raken snel overbelast
  • Vocht hoopt zich op in de weefsels “pitting oedeem”

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Klachten aan de (onder) benen
  • Oedeem: dikke benen door vochtophoping
  • Zwaar en moe gevoel in de benen
  • Spataderen en/of blauwe adertjes aan de binnenkant van de enkel /voet
  • Trombose
  • Veranderingen van de huid aan het onderbeen. Bruine of witte verkleuringen, eczeemplekken, dunne glanzende gespannen huid.
  • Pijn of kramp
  • Ulcus cruris: open been, wond of zweer aan het onderbeen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Diepe veneueze trombose: rood en glanzend

Slide 23 - Tekstslide

Verandering van de huid: Verkleuringen, plekken , eczeemplekken

Slide 24 - Tekstslide

Ulcus Cruris

  • Wond of zweer aan het onderbeen, vaak rondom de enkel, binnen- en buitenkant
  • Door een circulatie stoornis
  • Gebrek aan zuurstof- en voedingsstofrijk bloed (toevoer gestoord)
  • Geen of geringe genezingtendens
  • Vaak chronische en terugkerende aandoening
  • Veel pijn en beperking in mobiliteit

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Arteriële insufficiëntie

- Vernauwing van de aanvoerende bloedvaten: arterie
- Weefsels krijgen te weinig zuurstof en voedingsstoffen 
- Dit leidt tot weefselversterf
- De wond kan niet genezen, gaat zweren
- Wond diep en pijnlijk
- Weinig wondvocht
- In geval van arteriële insufficiëntie wordt zelden  gezwachteld 

Slide 27 - Tekstslide

Ambulante compressietherapie
  • De bloed- en lymfeafvoer van uit het been verbeteren
  • Het aanleggen van een drukverband (zwachtels) om het onderbeen
  • Tegelijkertijd veel lopen en/of met de benen bewegen
  • Soms tijdelijk, vaak levenslang

Slide 28 - Tekstslide

Waarom is voldoende bewegen zo belangrijk?

Slide 29 - Open vraag

Behandeling
  •  Diagnose door arts
  •  Indicatie veneuze insufficiëntie
  • Compressietherapie is een behandeling niet alleen zwachtelen/inpakken been
  • Hoge eisen aan de deskundigheid techniek VPK
  • Goede hygiëne, voeten en benen wassen
  • Schilfers en korstjes verwijderen
  • Bij ulcus cruris eerst volgens de richtlijnen wondverzorging verzorgen

Slide 30 - Tekstslide

In de rol kijken                  De rol dicht bij het been houden

Slide 31 - Tekstslide

Werking ambulante compressietherapie

    Goede uitwendige compressie (druk) steun geven

    Effect :
- Aders vernauwen (oppervlakkige en diepliggende)
- Kleppen sluiten weer door opheffen sterke
     vaatverwijding (waren uitgezakt).
- Terugstroom bloed terug naar het hart weer op gang.
- Spierpomp kan de nu kleinere hoeveelheid bloed wel weer
     verplaatsen
- Zwachtelen maakt van het been een conische vorm stuwing omhoog
- Oedeem (vocht uittreding) neemt af
- De behandeling kan enkele weken of maanden duren

Slide 32 - Tekstslide

Het doel van de behandeling van een gele wond is
A
druk geven op de wond
B
reinigen
C
necrose verwijderen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 33 - Quizvraag

voor een wondbehandeling
A
lees je het wondbehandelplan
B
stimuleer je een zorgvrager flink te bewegen
C
beide antwoorden zijn juist
D
beide antwoorden zijn onjuist

Slide 34 - Quizvraag

bij een goede wondbehandeling:
A
wordt de wond zo vaak mogelijk verzorgd
B
gebruik je zoveel mogelijk alcohol
C
week je vastzittend verband los met olie
D
verwissel je het verband niet vaker dan nodig is

Slide 35 - Quizvraag

Een wond geneest het beste in een:
A
vochtige omgeving
B
droge omgeving

Slide 36 - Quizvraag

wat is het doel van ACT zwachtelen
A
Ondersteuning van de spierpompfunctie
B
afvoer van oedeem
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 37 - Quizvraag

voordat je zwachtelt moet je polsteren omdat:
A
dit makkelijker zwachtelt
B
het zwachtelen zo minder pijnlijk is voor de zorgvrager
C
zo de druk beter verdeel wordt
D
alle antwoorde zijn onjuist

Slide 38 - Quizvraag

wanneer de zorgvrager net is gezwachteld adviseer je om:
A
een poosje in de stoel te blijven zitten
B
te gaan bewegen en lopen
C
op bed gaat liggen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 39 - Quizvraag

Bij ACT zwachtelen gebruik je de volgende zwachtels:
A
met lange rek
B
met korte rek
C
maakt niet uit
D
geen van beide

Slide 40 - Quizvraag

Als een zwachtel na een dag afzakt betekent dit dat je niet goed hebt gezwachteld
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Synthetische watten (polstermateriaal) mag je gewoon op het blote been aanbrengen
A
onjuist
B
juist

Slide 42 - Quizvraag

Bij ACT moet je juist niet teveel bewegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Bij arteriële insufficiëntie is het juist goed om te zwachtelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag