Taal - letterlijk & figuurlijk

Taal - letterlijk & figuurlijk
groep 7
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal - letterlijk & figuurlijk
groep 7

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Letterlijk 
precies zoals het er staat.

Slide 3 - Tekstslide

Figuurlijk 
er wordt iets anders bedoeld dan dat er staat.

Slide 4 - Tekstslide

Welk spreekwoorden
ken jij al?

Slide 5 - Woordweb

Doel:

Je weet het verschil tussen een
letterlijke en figuurlijke uitspraak.
Je leert voor de toets.

Slide 6 - Tekstslide

Oost west, thuis best . 
Waar je ook bent,
 thuis voel
je beter op je gemak.

Slide 7 - Tekstslide

Met de deur in huis vallen , 
Meteen ter zake komen/ onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder.

Slide 8 - Tekstslide

Het zonnetje in huis zijn.
Iemand die zorgt voor een goede, opgeruimde sfeer, die altijd blij is.

Slide 9 - Tekstslide

Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. 
Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel.

Slide 10 - Tekstslide

Letterlijk of Figuurlijk?
'De prins op het witte paard'.

Slide 11 - Open vraag

Er zijn meer hondjes die Fikkie heten.  
Er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naam.

Slide 12 - Tekstslide

Een olifantshuid hebben.  
Veel kunnen verdragen.
Niets aantrekken van kritiek.

Slide 13 - Tekstslide

Als je van een klein probleem een groot probleem maakt, zeg je ook wel eens....
A
...je maakt van een olifant een mug!
B
...je maakt er een olifant van!
C
...je maakt van een mug een olifant!
D
...je maakt er een mug van!

Slide 14 - Quizvraag

Reda zegt tegen de meester:" Hé, mijn vriendje heet ook Ali".

Welk spreekwoord kan de meester nu gebruiken?
A
"Aha..nu komt de aap uit de mouw".
B
"Er zijn wel meer hondjes die Fikkie heten".
C
"Blaffende honden bijten niet".
D
"Dat is vast een beer op sokken".

Slide 15 - Quizvraag

Sanne komt bij Ela op haar kamer spelen, maar er liggen overal spullen. Welk spreekwoord kan Sanne nu gebruiken?
A
"Ela, jij bent echt het zonnetje in huis!"
B
"Ela, jij komt even met de deur in huis vallen!"
C
"Elk huisje heeft zijn kruisje".
D
"Ela, dit is echt het huishouden van Jan Steen".

Slide 16 - Quizvraag

Als je over veel talenten bezit en alles makkelijk kan doen, zeggen ze ook wel...
A
Iemand die veel in huis heeft.
B
Iemand die kind aan huis is.
C
Iemand die veel hooi op zijn vork neemt.
D
Iemand die kind aan huis is.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen
letterlijk en figuurlijk?

Slide 18 - Open vraag