Formatieve toets hfst 1.1
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Basisbehoeften
Overige behoeften
Slide 2 - Sleepvraag
Welke van de volgende producten is geen dienst?
A
Je moeder die je avondeten kookt
B
Het broodje tempé uit de kantine.
C
De Duits docent die je helpt bij een opdracht
D
De vakkenvullen in de supermarkt.
Slide 3 - Quizvraag
Welke bewering over goederen is juist?
A
Een supermarkt levert alleen maar goederen
B
Een broodje is een gebruiksgoed
C
Goederen kopen voorziet mijn behoeften
D
Verbruiksgoederen kun je vaak gebruiken
Slide 4 - Quizvraag
Schrijf je volgende bedragen juist op.
€209,54.-
4.78
2015.50
€3,4093
€209,54.-
4.78
2015.50
€3,4093
Slide 5 - Open vraag
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier in euro's. 13 euro
Slide 6 - Open vraag
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier in euro's. 7.95
Slide 7 - Open vraag
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier.
€ 1,5 euro:
€ 1,5 euro:
Slide 8 - Open vraag
In een café worden 321 glazen frisdrank voor € 2,15 verkocht, 234 glazen bier voor € 2,50 en 66 glazen wijn voor € 3,25.
Bereken het totaalbedrag dat het café ontvangt.
Schrijf je berekening op.
Bereken het totaalbedrag dat het café ontvangt.
Schrijf je berekening op.
Slide 9 - Open vraag
Noteer het volgende bedrag op de juiste manier in euro's.
11,45 €
11,45 €
Slide 10 - Open vraag
Wat is het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening?
