NOVA 2HV - 5.4 taak 2 - elektrische energie


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.4 - vermogen en energie
taak 2 - elektrische energie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les


H2 Stoffen - 2.3 massa en volume
NOVA - 2 havo / vwo
H5 - ELEKTRICITEIT
5.4 - vermogen en energie
taak 2 - elektrische energie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

kWh is een eenheid van .....
A
vermogen
B
spanning
C
stroomsterkte
D
elektrische energie

Slide 3 - Quizvraag

vermogen
energie
spanning
weerstand
stroomsterkte
Joule
Ampère
Watt
Volt
Ohm
de hoeveelheid energie die een apparaat per seconde omzet
hoeveel elektronen er per seconde stromen
hoe moeilijk het voor elektronen is om ergens doorheen te bewegen
kWh
de totale hoeveelheid energie die een apparaat gebruikt
de hoeveelheid energie die met elk elektron wordt meegegeven bij de spanningsbron
U
P
I
R
E

Slide 4 - Sleepvraag

1 kWh = ..... Joule
A
1000 J
B
3600 J
C
1 000 000 J
D
3 600 000 J

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel Joule energie verbruikt een lamp
van 12 W in 1 uur 30 minuten?
A
0,018 J
B
18 J
C
64,8 J
D
64800 J

Slide 6 - Quizvraag

In de avond game ik 2,5 uur op mijn PS5 (100 W). Wat is mijn energiegebruik in kWh?
A
250 kWh
B
0,250 kWh
C
40 kWh
D
0,040 kWh

Slide 7 - Quizvraag

Op een avond staat de wasdroger 3 uur lang aan. Het opgenomen vermogen is 2000 W.
Hoeveel kWh is dan verbruikt door de wasdroger?

A
1,5 kWh
B
2 kWh
C
3 kWh
D
6 kWh

Slide 8 - Quizvraag

Een föhn heeft een vermogen van 2400 W.
Je gebruikt de föhn 15 minuten.
Hoeveel energie in kWh verbruik je dan?
A
0,36 kWh
B
0,600 kWh
C
360 kWh
D
600 kWh

Slide 9 - Quizvraag

Hoe lang moet een ledlamp van 5 W aanstaan
voor 1 kWh verbruikt is ?
A
0,2 uur
B
5 uur
C
200 uur
D
5000 uur

Slide 10 - Quizvraag


In de meterkast van elk
huis zit een kWh-meter.
Wat meet deze meter?
A
de elektrische energie die je verbruikt
B
het vermogen dat je verbruikt
C
de stroom die je verbruikt
D
de spanning die je verbruikt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Hoeveel elektrische energie (kWh)
gebruikt een lamp (100 W) als deze 12 uur brandt?
Noteer de volledige berekening.

Slide 13 - Open vraag

Een wasdroger (2750 W) doet er
75 min over om de was droog te maken.
Hoeveel elektrische energie heeft de wasdroger
gebruikt in kWh? Noteer de volledige berekening.

Slide 14 - Open vraag

Een mixer (400 W) staat 30 seconden aan.
Bereken hoeveel elektrische energie de mixer verbruikt
in Joule en in kWh. Noteer de volledige berekening.

Slide 15 - Open vraag

Rick kookt elektrisch. Op een avond kookt hij soep
op de kookplaat met een vermogen van 875 W. Dit duurt 25 minuten.
Bereken hoeveel elektrische energie (in Joule en in kWh)
de kookplaat heeft gebruikt.
Noteer de volledige berekening.

Slide 16 - Open vraag

Je gebruikt je laptop van 800 W om een verslag voor school te schrijven. Je verbruikt dan 0,4 kWh elektrische energie.
Bereken hoe lang de laptop aan stond.
Noteer de volledige berekening.

Slide 17 - Open vraag

Tijdens een avondje tv kijken staat de tv 4 uur aan.
De tv is aangesloten op het stopcontact ( 230 V) en er loopt een stroom van 2,5 A naar toe.
Bereken de elektrische energie in kWh.

Slide 18 - Open vraag

Een waterkoker (230 V, 8 A) staat aan
gedurende 2 minuten.
Hoeveel elektrische energie (kWh) verbruikt deze?
Noteer de volledige berekening.

Slide 19 - Open vraag



BESTUDEER de plusstof (energiegebruik berekenen)
van par 5.4 in het VWO boek.
Noteer woorden en zinnen die je niet begrijpt 
en stel daarover vragen in de volgende les.

MAAK de opgaven van je boek:
VWO opgave  51+ 53

KLAAR? herhaal dan de stof van vorige paragrafen
of werk door aan de volgende taak/paragraaf (overleg met je docent). 




timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Ik begrijp dit onderwerp....
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

vragen
over deze paragraaf ?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Video