herhaling ch2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

chaptire 3

programma

woordjes/zinnen

uitleg over ce,cet,cette en ces

pouvoir et pouloir

einde

defant

1. voor(plaats)
2. zoeken
3. achter
4. voor

blanc

1. vogel
2. zwart
3. rood
4. wit

premier

1. dezelfde
2. tweede
3. eerste
4. laatste

hoeveel kost het?

1. Ce n'est pas cher
2. Il coute combien?
3. Non, il est trop petit
4. Qoi, il est beau!

nee, hij is te klein

1. du M
2. Non, il est trop petit
3. on y va
4. pas mal

niet slecht

1. Du M
2. bientot
3. pas mal
4. pa mal

ce,cet,cette et ces

CE gebruik je bij mannelijk woorden

CET gebruik je bij een mannelijk woord met een H of klinker

CETTE gebruik je bij een vrouwlijk woord

CES gebruik je bij meervoud

Vous achetez ....... jupe noire?
(ce,cet,cette,ces)

Non, je préfère ...... pantalon gris.
(ce,cet,cette,ces)

ce

cet

cette

ces

Tu aimes ..... style?

zij kunnen naar de film gaan.

ik kan

wij willen naar het winkelcentrum.

On est en vacances avec(mijn).......... frères.

1. mes
2. mon
3. son
4. ma