Commercieel -blok 1 - distributie

COMMERCIEEL

Blok 1; De groothandel
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

COMMERCIEEL

Blok 1; De groothandel

Slide 1 - Tekstslide

Detailhanden en retail
Detailhandel: bedrijven die alleen goederen direct aan consumenten verkopen. 
Voorbeelden: kledingwinkels, supermarkt, bakkers etc.

Retail: bedrijven die goederen en diensten direct aan consumenten verkopen. 
Voorbeelden: kledingwinkels, supermarkten, bakkers, maar ook kappers, verzekeringskantoren etc.


Slide 2 - Tekstslide

Detailhanden en retail
De detailhandel valt dus onder retail.
Maar retail is meer dan alleen de detailhandel. Ook bedrijven die diensten verkopen aan consumenten vallen onder retail.

Slide 3 - Tekstslide

Groothandel
Een groothandel is niet bedoeld voor consumenten.
De klanten van een groothandel zijn bedrijven en moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel.
Een groothandel levert in grote hoeveelheden.

Slide 4 - Tekstslide

Distributie
De manier waarop een product van de fabrikant bij de consument terecht komt.

Slide 5 - Tekstslide

Distributie
Goede distributie zorgt ervoor dat producten altijd bereikbaar zijn voor klanten. 
De gevolgen van slechte distributie kunnen zijn dat:
- de producten op de verkeerde plek geleverd zijn
- de producten niet op tijd geleverd zijn
- er zijn te weinig of juist te veel producten geleverd

Slide 6 - Tekstslide

Directe en indirecte distributie
Directe distributie:
- Direct aan de eindgebruiker.
- Voorbeeld: een boer verkoopt fruit en eieren aan consumenten

Indirecte distributie:
- Distributie met meerdere tussenschakels.
- Voorbeeld: producent > groothandel > consument


Slide 7 - Tekstslide

Indirecte distributie
Korte distributieketen
      fabriek > winkel > consument
            (geen groothandel)

Lange distributieketen
      fabriek > groothandel > winkel > consument

Slide 8 - Tekstslide

Directe en indirecte distributie
producent
groothandel
winkel
consument
producent
winkel
consument
producent
consument

Slide 9 - Tekstslide

Directe en indirecte distributie
producent
groothandel
winkel
consument
producent
winkel
consument
producent
consument
directe distributie
indirecte distributie
lange keten
indirecte distributie
korte keten

Slide 10 - Tekstslide

Intensieve, selectieve en exclusieve distributie
Dan moet je ook nog 3 andere soorten van distributie, namelijk:
  • intensieve distributie
  • selectieve distributie
  • exclusieve distributie 



Slide 11 - Tekstslide

Intensieve, selectieve en exclusieve distributie
Intensieve distributie: 
De distributie van producten die op veel plaatsen en in grote hoeveelheden te koop worden aangeboden.

  • Convenience goods
  • Levensmiddelen en wasmiddelen.
  • Supermarkten


Slide 12 - Tekstslide

Intensieve, selectieve en exclusieve distributie
Selectieve distributie: 
Producent selecteert heel bewust de winkels die zijn producten mogen verkopen.
  • Shopping goods
  • Schoenen en Kleding



Slide 13 - Tekstslide

Intensieve, selectieve en exclusieve distributie
Exclusieve distributie: 
Bij exclusieve producten, deze producten zijn maar op een paar plaatsen te koop. 
  • specialty goods
  • Voorbeelden: Ferrari’s, Louis Vutton, 
Rolex (PC Hooftstraat)




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke stelling is waar?
(er kunnen meerdere goede antwoorden zijn)
A
Bij retail gaat het om de verkoop van goederen en diensten
B
Bij detailhandel gaat het om de verkoop van goederen en diensten
C
Bij retail gaat het alleen om de verkoop van diensten
D
Bij detailhandel gaat het alleen om de verkoop van goederen

Slide 16 - Quizvraag

Welke stelling is NIET waar?
A
Een groothandel levert aan consumenten
B
Een groothandel levert aan bedrijven
C
Bij een groothandel gaat het meestal om levering van grote hoeveelheden
D
De klanten van een groothandel staan ingeschreven bij de KvK

Slide 17 - Quizvraag

Distributie zonder groothandel en winkel
Distributie met meerdere tussenschakels
Directe distributie
Indirecte distributie
Levert via een groothandel aan consumenten
Levert rechtsstreeks aan consumenten

Slide 18 - Sleepvraag

Op de afbeelding staat een voorbeeld van ...
A
directe distributie
B
indirecte distributie

Slide 19 - Quizvraag

indirecte distributie - lange keten
indirecte distributie - korte keten
directe distributie

Slide 20 - Sleepvraag

De afbeelding is een voorbeeld van...
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
exclusieve distributie

Slide 21 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van...
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
exclusieve distributie

Slide 22 - Quizvraag

De afbeelding is een voorbeeld van...
A
intensieve distributie
B
selectieve distributie
C
exclusieve distributie

Slide 23 - Quizvraag

Duurzaamheid
De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Mensen zijn zich ervan bewust dat bijvoorbeeld armoede en milieuvervuiling erger worden als er niets verandert aan de manier waarop we handelen. Daarom kopen veel mensen tegenwoordig biologische producten. Of producten met het keurmerk ´fair trade´.

Slide 24 - Tekstslide

Fair trade
Er komt steeds meer vraag naar eerlijke producten. 

Fair trade is een keurmerk die bedrijven kunnen krijgen als:

  • producten op een milieuvriendelijke manier zijn gekweekt, gemaakt en vervoerd
  • mensen die hebben bijgedragen aan het product een eerlijke vergoeding krijgen
  • de verpakking van het product zo milieuvriendelijk mogelijk is
  • het product op is of niet meer te gebruiken, het milieuvriendelijk kan worden verwerkt of afgevoerd





Slide 25 - Tekstslide

Biologisch
Ook in Nederland zijn veel bedrijven nog niet duurzaam. Boeren gebruiken bijvoorbeeld nog steeds chemische bestrijdingsmiddelen om insecten te weren. Of ze houden heel veel dieren in kleine stallen, om de ruimte zo optimaal mogelijk te gebruiken. 

Biologische boeren doen dat anders. Een product is biologisch als het:
  • zonder chemische bestrijdingsmiddelen is gemaakt
  • niet genetisch is aangepast (er is niet aan ‘gesleuteld’)

Bij biologisch vlees en biologische melk moeten de dieren ook biologische voeding krijgen en op een zo natuurlijk mogelijke manier verzorgd worden.


Slide 26 - Tekstslide

Doelen van een reclame
Reclame maken heeft een doel/een functie. Bedrijven maken bijvoorbeeld reclame om: 
  • Nieuwe klanten werven​

  • Meer producten verkopen​

  • Imago versterken​

  • Merkentrouw bevorderen.

Slide 27 - Tekstslide

Reclame maken om nieuwe klanten te werven:
Bedrijven willen graag meer klanten. Ze maken dan reclame om nieuwe klanten naar de winkel te lokken.
 

Voorbeelden: introductieaanbiedingen, geld terug-acties, reclame waarbij veel informatie wordt gegeven over een bedrijf of product

Slide 28 - Tekstslide

Reclame maken om meer producten te verkopen:
Bedrijven willen meer producten verkopen aan bestaande en aan nieuwe klanten.

Voorbeelden: actiereclames zoals 2 voor de prijs van 1, kortingen, uitverkoop.

Slide 29 - Tekstslide

Reclame maken om het imago te versterken:
Bedrijven willen dat klanten een positief beeld van het bedrijf en de producten krijgen. Het beeld dat klanten van het bedrijf heeft, noem je het imago. Dit kan een stoer imago zijn, een luxe imago of een goedkoop imago.


Voorbeelden: reclame waarin de voordelen van het kopen bij een bedrijf of van en product worden uitgelegd.
Of een reclame waarin een bedrijf laat zien 
dat ze aan het milieu denken.

Slide 30 - Tekstslide

Reclame maken om winkeltrouw te bevorderen:
Bedrijven willen dat klanten terug komen naar de winkel omdat de winkel goed bevalt of omdat de klanten tevreden zijn over de producten. Dit noemen we winkeltrouw.


Voorbeelden om winkeltrouw te bevorderen: 
klantenkaart, spaaracties en 
speciale koopavonden voor vaste klanten.

Slide 31 - Tekstslide

Verschillende vormen van reclame
  • Printreclame; denk aan folders of een advertentie in de krant
  • Audiovisuele reclame; reclamespotjes op tv, radio of internet
  • Reclame via social media; reclame via bijv. instagram 
  • Mond-tot-mond reclame; klanten vertellen aan mensen hoe goed een product of merk is.

Slide 32 - Tekstslide

De actie op de afbeelding is een manier van reclame maken om ...
A
nieuwe klanten te werven
B
meer producten te verkopen
C
het imago te versterken
D
winkeltrouw te bevorderen

Slide 33 - Quizvraag

De actie op de afbeelding is een manier van reclame maken om ...
A
nieuwe klanten te werven
B
meer producten te verkopen
C
het imago te versterken
D
winkeltrouw te bevorderen

Slide 34 - Quizvraag

De actie op de afbeelding is een manier van reclame te maken om ...
A
nieuwe klanten te werven
B
meer producten te verkopen
C
het imago te versterken
D
winkeltrouw te bevorderen

Slide 35 - Quizvraag

Vormen van reclame 
audio visueel
reclame 
reclame via 
social media 
print
reclame 
mond tot mond reclame

Slide 36 - Sleepvraag