2B- 8 juni

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Décris- moi

2B

donderdag 10 juni

PROGRAMME

Aujourd'hui:

- Leesvaardigheid 1 : Ce n'est pas juste

- Luistervaardigheid : Les vacances

- Leesvaardigheid 2 : En colonie!

Leesvaardigheid

--> Lees de tekst: Ce n'est pas juste op blz. 143.

--> Maak de opdrachten A, B, C op blz 142.

--> voer de antwoorden van de opdrachten in op Socrative, link op de volgende pagina.

                 

* ROOMNAME : DAMFRANS1

b.socrative.com

--> Luister de fragmenten 

--> Maak de opdrachten A & B op blz 170

--> voer de antwoorden van de opdrachten in op de volgende pagina's hier in LessonUp

--> de luisterfragmenten staat op Classroom en hier als link

                 

Luistervaardigheid: les vacances!

classroom.google.com

Wat is het onderwerp van deze radio- uitzending?

1. Wel of niet op vakantie met ouders mee op vakantie.
2. Feesten tijdens de zomervakantie.

Wie heeft er een positief verhaal en wie een negatief verhaal?
Clémence:

1. positief
2. negatief

Wie heeft er een positief verhaal en wie een negatief verhaal?
Alexandre:

1. positief
2. negatief

Wie heeft er een positief verhaal en wie een negatief verhaal?
Marie:

1. positief
2. negatief

--> Op de volgende pagina staat de link naar de geschreven luisterfragmenten.

--> Lees de teksten nog één keer door en beantwoord de vragen op de volgende pagina's in LessonUP.

                 

Luistervaardigheid: les vacances!

Clémence vertelt een verhaal over een feest. Wat was het voor soort feest?

Waarom vond Clémence het geen leuk feest?

Waarom vond Clémence het eten niet lekker?

Bij wie gaat Alexandre elke zomer op bezoek?

Wat vind Alexandre belangrijk als hij naar een dorpsfeest gaat?

Waar was het feest van Marie?

Houdt Marie van dansen? Licht je antwoord toe.

Leesvaardigheid 2 : En colonie!

--> Open de tekst op de volgende pagina.  

--> Lees de tekst: En colonie!

--> Maak de opdrachten op de volgende slides. 

docs.google.com

Waarom gaan veel Franse kinderen een deel van de vakantie op kamp?

1. Omdat hun ouders niet zolang vakantie hebben.
2. Omdat ze niet acht weken kunnen werken.
3. Omdat ze zich anders vervelen.

Wie was waar in de vakantie? Vul je antwoord in het Nederlands in.
Sévérine:

Wie was waar in de vakantie? Vul je antwoord in het Nederlands in.
Arnaud:

Let op! Bretagne is de provoncie in noord- west Frankrijk en niet het land Engeland! Zie volgende slide. 

Wie was waar in de vakantie? Vul je antwoord in het Nederlands in.
Annick:

chez moi = bij mij thuis

Wat gaat Séverine doen in de vakantie? Kruis 1 ding aan.

1. varen
2. naar het zwembad
3. kamperen
4. fietsen

Wat zegt Arnaud over vakantiekampen?

1. Hij vindt het leuk om tijd door te brengen met leeftijdsgenoten.
2. Hij gaat dit jaar voor het eerst op kamp.
3. Hij vindt het leuk om met kleine kinderen om te gaan.

Wat zegt Arnaud over het kamp van dit jaar?

1. Hij is bang dat hij moe wordt en ligt liever aan het strand.
2. Hij heeft er zin in en weet zeker dat het niet vermoeiend is.
3. Hij zal wel moe worden maar heeft zin om te fietsen.

Waarom houdt Annick niet van vakantiekampen?

1. Ze is liever alleen thuis.
2. Ze houdt niet van slapen in een tent.
3. Ze wil graag kamperen.

Waar brengt Annick de nacht het liefst door? Geef antwoord in het Nederlands.