Robots die kunnen bewegen. Mobiele robots kunnen zich verplaatsen met wielen, rupsbanden of poten. Ze kunnen rondrijden, lopen of zweven en gebruiken sensoren om obstakels te vermijden.
Voorbeelden:
magazijnrobots (Amazon)
militaire robots op rupsbanden
bezorgrobots
verkenningsdrones
👉 Ze worden gebruikt om spullen te verplaatsen, gevaarlijke plekken te verkennen of moeilijk werk over te nemen.
🏭 2. Immobiele robots
Robots die op één plek blijven.
Deze robots staan vast op een plek en voeren daar steeds dezelfde taak uit. Ze zijn sterk, snel en heel precies.
Voorbeelden:
robotarmen in autofabrieken
productierobots aan een lopende band
lasrobots
sorteermachines
👉 Ze worden gebruikt voor herhaalwerk, zoals lassen, schroeven, tillen of verpakken.
🧭 3. Autonome robots
Robots die zelf beslissingen kunnen nemen zonder hulp van mensen.
Ze gebruiken sensoren en een programma om zelfstandig hun omgeving te begrijpen en te reageren.
Voorbeelden:
robotmaaiers
zelfrijdende auto’s
autonome drones
schoonmaakrobots die zelf een route kiezen
👉 Ze bepalen hun eigen route en herkennen obstakels, mensen en gevaar.
🌐 4. Virtuele robots
Robots die alleen in software bestaan.
Ze hebben geen lichaam van metaal, maar “leven” in een computer of apparaat. Ze voeren digitale taken uit of reageren op spraak.
Voorbeelden:
Google Home / Alexa
chatbots
software die processen automatisch uitvoert
👉 Ze helpen bij gesprekken, zoeken informatie of regelen dingen in huis.
🧍♂️ 5. Humanoïde robots
Robots die op mensen lijken.
Ze hebben vaak armen, benen, een hoofd en soms een gezicht. Deze robots worden ontwikkeld om mensachtige taken uit te voeren.
Voorbeelden:
Tesla Bot
Honda ASIMO
Atlas robot
robots die lopen, rennen of praten
👉 Ze worden getest voor hulp in de zorg, logistiek of gevaarlijke situaties.
🔥 Wil je dat ik deze toelichtingen omzet in kant-en-klare LessonUp-dia’s (kleur, tekst, iconen en alles opgemaakt)?
Je hoeft alleen maar ja te zeggen.