Voorbereiding toetsweek

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Voorbereiding toetsweek

Taalniveaus

Er bestaan twee indelingen in taalniveaus:

1. F-niveaus ---> het Nederlandse onderwijssysteem. 

2. A-B-C niveaus ---> het onderwijs aan anderstaligen (Nt2).

A2 = einde groep 6 basisschool

1F  = einde groep 8 basisschool

ERK-niveaus

Uitstroom regulier VO

Referentieniveaus

• basisonderwijs: niveau 1F;
  
• vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F;
  
• havo en mbo-4: niveau 3F;
  
• vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F. 
  

Opdrachten verzamelen

Leerdoelen opstellen

Leerdoelen opstellen

Leerdoelen opstellen

Lezen 1F

Begrijpen

Opzoeken 

Verwerken

Kijken/Luisteren 1F

Begrijpen

Gericht luisteren 

Verwerken

Spreken A2 - B1

• COHERENTIE  (verwijswoorden, voegwoorden, opbouw)

• WOORDENSCHAT EN WOORDGEBRUIK (woordenschat, lidwoorden,  voorzetsels)
• TOON EN REGISTER (formeel/informeel, 'publiek')
  
• GRAMMATICALE CORRECTHEID (woordvolgorde, bijzinnen, werkwoordsvormen, verbuiging)
  
• VERSTAANBAARHEID, UITSPRAAK EN INTONATIE
  
• VLOEIENDHEID EN TEMPO
  

Schrijven 1F 

• COHERENTIE  (verwijswoorden, voegwoorden, opbouw)

• WOORDENSCHAT EN WOORDGEBRUIK (woordenschat, lidwoorden,  voorzetsels)
• TOON EN REGISTER (formeel/informeel, 'publiek')
  
• GRAMMATICALE CORRECTHEID (woordvolgorde, bijzinnen, werkwoordsvormen, verbuiging)
  
• SPELLING EN INTERPUNCTIE

Taalverzorging

Alfabetische spelling

Leestekens

Logografische spelling

Morfologische spelling

Morfologische spelling op syntactische basis

Orthografische spelling

Overige spellingregels

- spelling op basis van een-op-een-relatie tussen klank en teken

- interpunctie en het gebruik van hoofdletters

- spelling gebaseerd op vaststaande combinaties, zonder regelvorming

- spelling op basis van de opbouw van het woord, los van de grammaticale context

- spelling op basis van de opbouw van het woord binnen de grammaticale context

- spelling gebaseerd op afspraken over de schrijfwijze van (groepen) woorden

Woordenschat

betekenisvragen: Wat betekent het dikgedrukte woord?

clozevragen: Welk woord past het beste in de zin?

contextvragen: In welke zin past dit woord het beste?

Wat is jouw doel?