TALENT - B2 - 4.5. Spelling (vd als bn/ samenstelling tussen -s en -n)

Lezen
timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fietst
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'gebeurd'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'betaalt'
is een
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ontdekt: persoonsvorm of voltooid deelwoord?

Columbus heeft Amerika ontdekt.

A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij heeft niets gezegd
Gezegd is ...
A
Voltooid deelwoord
B
Persoonsvorm

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'gevideobeld'?
A
een heel werkwoord
B
een persoonsvorm
C
een onvoltooid deelwoord
D
een voltooid deelwoord

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwak werkwoord
Sterk werkwoord
Lopen
Dansen
Fietsen
Schrikken
Zijn
Springen
Schrijven
Helpen
Blaffen
Bakken
Wandelen
Hamsteren

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

- Voltooid deelwoord als             bijvoeglijk naamwoord
- Samenstelling tussen -s
- Samenstelling tussen -n

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord als             bijvoeglijk naamwoord


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van
een voltooid deelwoord

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 13 - Open vraag

Zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag...
Maak paragraaf 4.5. Spelling: opdracht 1 t/m 8.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Samenstelling tussen -s

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je doen als je bij een samenstelling de tussen -s niet hoort en je niet zeker weet of je deze wel of niet moet schrijven?

Slide 18 - Open vraag

Vervang het tweede deel van de samenstelling door een vergelijkbaar deel. Je hoort dan of je wel of niet een tussen -s moet schrijven.

- Samenstelling tussen -n

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem één van de zeven genoemde uitzonderingen op de samenstelling met een tussen -n.

Slide 21 - Open vraag

Hoofdregel: De tussen -en wordt geschreven wanneer het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en.
Het is dus: kippenei, want het meervoud van kip is alleen kippen. Maar het is aspergesoep en gedaanteverwisseling, want het meervoud van asperge is asperges, terwijl het meervoud van gedaante zowel gedaanten als gedaantes kan zijn.

Uitzonderingen
Sommige woorden houden een -e als tussenletter, hoewel ze als je de hoofdregel zou volgen -en zouden moeten krijgen.
1. Woorden die verwijzen naar een unieke persoon of zaak: zonnestraal, maneschijn en Koninginnedag.
2. In bijvoeglijke naamwoorden waarvan het eerste deel alleen maar wordt gebruikt als versterking van het bijvoeglijke tweede deel: apetrots, boordevol, reuzeleuk en beregoed.
3. Woorden van het type ‘dier+plant’ vallen vanaf 2005 onder de hoofdregel en krijgen een tussen-n: eendenkroos, rattenkruid en paardenbloem.
Zie ook: De Taalunie
4. Het eerste deel van het woord is een zelfstandig naamwoord zonder meervoud: rijstepap en roggebrood.
5. Woorden die historisch gezien wel een samenstelling zijn, maar die niet meer als zodanig worden herkend (we noemen dit versteende samenstellingen: ruggespraak en elleboog).
Zie ook: PP in taal
6. Het eerste deel van het woord is een zelfstandig woord met alleen een meervoud op -s: aspergekweker, etagewoning.
7. Het eerste deel van het woord is een bijvoeglijk naamwoord: hogeschool, blindedarm.
Leg uit waarom zonnebril zonder tussen-n is geschreven

Slide 22 - Open vraag

Uitzondering 1: Woorden die verwijzen naar een unieke persoon of zaak: zonnestraal, maneschijn en Koninginnedag.
Aan de slag...
Maak paragraaf 4.5. Spelling: opdracht 9 t/m 11.
Wat niet af is, is huiswerk.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies