Recreatie les 2

Recreatie
Les 2 

https://lessonup.app
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Recreatie
Les 2 

https://lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je; 
- hoe je doelgroepen moet omschrijven
- welke verschillende doelgroepen er zijn
- wat de verschillende soorten recreatie inhouden
- wat een accommodatie is
- welke verschillende accommodaties er zijn
- welke trends er in de recreatiesector spelen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Lesdoelen
Energizer!
Vorige les
Doelgroepen in recreatie
Soorten recreatie (hoofdstuk 2)
Accommodaties
Trends & duurzaamheid
Huiswerk controle

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel heb je onthouden uit de vorige les?
010

Slide 4 - Poll

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 5 - Open vraag

Welke som kan je maken om vrije tijd uit te rekenen? Begin met "alle tijd".

Slide 6 - Open vraag

Wat is een "recreant"?

Slide 7 - Tekstslide

Welke soorten recreatie kennen we?

Slide 8 - Open vraag

Voorbeelden van
uur recreatie

Slide 9 - Woordweb

Je besteld een taxi om van Enschede naar Rotterdam te rijden. Verkoopt de taxichauffeur je een dienst of een product?
A
Dienst
B
Product

Slide 10 - Quizvraag

Front- en backoffice
beroepen

Slide 11 - Woordweb

Energizer Lisa & Daniëlle!
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Doelgroepen in recreatie

Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent het woord "doelgroep"?

Slide 14 - Open vraag

Doelgroep betekent;
"Een doelgroep is een groep mensen of klanten die een bedrijf of organisatie wil benaderen om een product, dienst of informatie onder de aandacht te brengen."

Slide 15 - Tekstslide

Doelgroepen
recreatie

Slide 16 - Woordweb

Voorkeuren doelgroepen
Sommige doelgroepen vinden andere activiteiten leuker dan anderen. Bijvoorbeeld: ouderen houden niet van erg actieve activiteiten zoals skydiven, kajakken of intensief sporten, die gaan liever wandelen of fietsen. 

Elke doelgroep heeft een "leeftijdscategorie" (blz. 36/37)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Soorten recreatie
Welke drie soorten recreatie waren er ook alweer?

Slide 19 - Tekstslide

Sport
Natuur
Cultuur

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe noemen we dagrecreatie ook wel?

Slide 21 - Open vraag

Welke kosten hangen nog meer aan een dagje weg?

Slide 22 - Open vraag

Wat is een "accommodatie"?
De betekenis van het woord "accommodatie" luidt als volgt: "Een accommodatie is een tijdelijke verblijfsplaats voor bijvoorbeeld een vakantie." (bron: encyclo.nl)

Een accommodatie kan dus elke tijdelijke verblijfplaats zijn die je kunt bedenken. Bijvoorbeeld een hotel, bed & breakfast, groepsverblijf, resorts, caravans, tenten, huisjes of bungalows

Slide 23 - Tekstslide

Tijdens welke soort recreatie vinden we vaak accommodaties?
A
Uur recreatie
B
Dagrecreatie
C
Verblijfsrecreatie

Slide 24 - Quizvraag

"Sterren" accommodaties
5 sterren: een luxe accommodatie met veel voorzieningen
4 sterren: een eersteklas accommodatie met veel voorzieningen
3 sterren: een middenklasse accommodatie
2 sterren: een eenvoudige accommodatie met iets meer voorzieningen dan een 1 sterren accommodatie
1 ster: een eenvoudige accommodatie

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Gebruik je chromebook om; 
- te zoeken naar één driesterrenhotel in deze regio.
- te zoeken naar één viersterrenhotel in deze regio.
- uit te zoeken wat de verschillen tussen deze twee hotels zijn.
- deze verschillen uit te typen in een google document.
- welke faciliteteiten heeft een viersterrenhotel wél en een driesterrenhotel niet?

Slide 26 - Tekstslide

Trends en duurzaamheid
Wat betekent "duurzaam zijn"?

Hoe kan bijvoorbeeld een hotel verduurzamen?

Trends; 
Inrichting, afstemmen op wensen van gasten, moderne kamers, faciliteiten

Slide 27 - Tekstslide

Energizer!
Doe bewust iemand na
Maak tweetallen. Een persoon is A en een persoon is B.
De muziek wordt aangezet.
Persoon A doet de dansmoves van persoon B na.
Maak het elkaar zo moeilijk mogelijk!

Slide 28 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 1, paragraaf  1.8 blz. 36 t/m hoofdstuk 2, paragraaf 2.5 blz 62  

Klaar? --> Totaalopdrachten 1.8 t/m 2.8
timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
Aan het eind van deze les weet je; 
- hoe je doelgroepen moet omschrijven
- welke verschillende doelgroepen er zijn
- wat de verschillende soorten recreatie inhouden
- wat een accommodatie is
- welke verschillende accommodaties er zijn
- welke trends er in de recreatiesector spelen

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de omschrijving van 
doelgroepen?

Slide 31 - Tekstslide

Benoem minimaal 4 verschillende doelgroepen

Slide 32 - Open vraag

Natuur recreatie

Slide 33 - Woordweb

Mountainbiken is een voorbeeld van;
A
Natuur recreatie
B
Cultuur recreatie
C
Sport recreatie
D
Verblijfsrecreatie

Slide 34 - Quizvraag

Voor welk soort recreatie is toerisme een ander woord?

Slide 35 - Open vraag

Leg uit wat een accommodatie is.

Slide 36 - Tekstslide

Basis faciliteiten

Slide 37 - Woordweb

Wat wordt er bedoeld met het woord "duurzaamheid"?

Slide 38 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een viersterren accommodatie en een met vijf sterren.

Slide 39 - Open vraag

Benoem minimaal één trend welke een hotel kan gebruiken.

Slide 40 - Open vraag

Huiswerk controle
Blz. 15 t/m 35 af. 

Slide 41 - Tekstslide