T4 natuurkunde H16

Hoofdstuk 16 Kracht en Beweging
Start met de voorkennis vragen blz. 202 t/m 205
timer
10:00
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 16 Kracht en Beweging
Start met de voorkennis vragen blz. 202 t/m 205
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
Welke krachten zie je hier?
  • Fz = zwaartekracht
  • Fn = normaalkracht
  • Fduw = voorstuwende
    kracht
  • Fw = tegenwerkende
    kracht
  • Fres = resulterende kracht

Slide 2 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
Waarom blijft de auto op de
grond staan?
  • Fz = Fn
  • Fres = 0 N
  • Als Fres = 0 N dan staat
    een voorwerp stil

Slide 3 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
Beweegt de auto of staat
de auto stil?
  • Fduw > Fw
  • Fres > 0 N
  • de auto gaat vooruit

Slide 4 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
  • Een andere naam voor voortstuwende kracht is aandrijfkracht.
  • Eén van de tegenwerkende krachten is de luchtwrijving (of luchtweerstand). Deze kracht ontstaat doordat je de lucht voor je steeds opzij moet duwen.
  • Een andere tegenwerkende kracht is de rolwrijving (of rolweerstand). Rolwrijving ontstaat doordat de banden en de ondergrond vervormen tijdens het rijden.

Slide 5 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
  • Samen oefenen die krachten één resulterende
     kracht op het voorwerp uit:
    de netto kracht of resultante.
  • Als de voortstuwende kracht groter is dan alle
     tegenwerkende krachten samen,
     beweegt een voorwerp versneld.
  • Als de voortstuwende kracht kleiner is dan alle
    tegenwerkende krachten samen,
    beweegt een voorwerp vertraagd.

Slide 6 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
Als de voortstuwende kracht even groot
is als alle tegenwerkende krachten samen,
verandert de snelheid niet!

Stilstand of contante snelheid

Effect van Kracht:
verandering van vorm, richting en snelheid

Slide 7 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
De eerste wet van Newton zegt:
dat als een voorwerp met constante snelheid
beweegt of stilstaat dat de netto kracht op dat
voorwerp 0 N is.

Slide 8 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken

Slide 9 - Tekstslide

H16.1 Voorstuwen en Tegenwerken
  • Samen opgave 8 maken (belangrijk = tekenen!)
  • Verder werken tot de bel gaat
  • Boek H16.1 opgaven maken
  • Huiswerk = H16.1 opgave 1 t/m 4 

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 16 (boek B)
  • Fnetto en beweging (H16.1)
  • Massa en traagheid (H16.2)

Slide 11 - Tekstslide

H16.1 Fnetto en beweging
Eerste wet van Newton:
Een voorwerp dat met constante snelheid
beweegt of stilstaat heeft een Fnetto = 0 N
  • HW H16.1 1-4

Slide 12 - Tekstslide

H16.1 Fnetto en beweging
Eerste wet van Newton: Een voorwerp dat met constante snelheid beweegt of stilstaat heeft een Fnetto = 0 N
  • Samen H16.1

Slide 13 - Tekstslide

H16.1 Fnetto en beweging
Eerste wet van Newton: Een voorwerp dat met constante snelheid beweegt of stilstaat heeft een Fnetto = 0 N
  • Samen H16.1 6

Slide 14 - Tekstslide

H16.1 Fnetto en beweging
Eerste wet van Newton:
Een voorwerp dat met constante snelheid
beweegt of stilstaat heeft een Fnetto = 0 N
  • Zelfstandig H16.1 7 + 9

Slide 15 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
1. Welk voortuig trekt het
snelst op?
2. Welke voertuig staat het
snelst stil?
3. Welk voertuig zal sneller
uit de bocht vliegen?
--> waar hangt dit vanaf?

Slide 16 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
  • Een voorwerp met een grote massa
    heeft een grote traagheid. 
  • Het is moeilijk om de beweging van
    zo’n voorwerp te beïnvloeden. 
  • Er is een grote Fnetto nodig om de
    snelheid of de bewegingsrichting
    merkbaar te veranderen. 

Slide 17 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
Je kunt het verband tussen de Fnetto, de massa en de versnelling samenvatten in de formule:
F = m ∙ a
In deze formule is:
• F de grootte van de Fnetto in newton (N);
• m de massa van het voorwerp in kilogram (kg);
• a de versnelling in meter per seconde kwadraat (m/s2).

Slide 18 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
  • F = m ∙ a, waarbij a je iets verteld over de traagheid
  • Omzetten van de formule: a = F / m
  • Vergelijking traagheid vrachtwagen/auto/fiets:
    Om op te trekken bij een stoplicht is voor elk voertuig
    Fnetto 100 N
    Wat is a voor vrachtwagen (4000 kg), auto (1250kg) en fiets (50kg)?

Slide 19 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
Maak nu H16.2 opgave 7
Tip: 3,0∙105 = je moet er 5 nullen aan plakken = 300.000
Tip bij a. gebruik de net geleerde formule! F = m ∙ a
Tip bij b. zoek in BINAS tabel 7 de formule met vb, ve, a, t

(klaar: ga dan verder met H16.2 opgave 1-2)

Slide 20 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
Je kunt de versnelling dus op 2 manieren uitrekenen:
F = m ∙ a of dus a = F/m
a = Δv/t
Je moet dus goed kijken welke gegevens je krijgt in een vraag!

Slide 21 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
F = m ∙ a (of dus a = F/m) en a = Δv/t

Een auto trekt in 4,0 seconden op van 0 km/h naar 54 km/h. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is. De auto heeft een massa van 800 kg.
1. Bereken de versnelling.
2. Bereken hoe groot de Fnetto is die de auto laat versnellen.





Slide 22 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
  • Maak nu H16.2 opgave 6
  • Huiswerk: H16.2 opgave 1-2-4-5

Slide 23 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
  • SE H15 & H16 donderdag 7 maart (5e uur)
  • H16.2 opgave 1-2-4-5 bespreken
  • Hoe groter de massa van een voorwerp hoe groter de traagheid --> F = m ∙ a
  • Je kunt de versnelling dus op 2 manieren uitrekenen:
    F = m ∙ a of dus a = F/m
    a = Δv/t

Slide 24 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
Je kunt de formule F = m ∙ a ook gebruiken om de remvertraging of de remkracht te berekenen.

Een auto heeft een massa van 1300 kg. De remmen moeten voldoende remkracht kunnen leveren voor een remvertraging van minstens 5,2 m/s2.
Bereken hoe groot de remkracht op zijn minst moet zijn.

Slide 25 - Tekstslide

H16.2 Massa en Traagheid
Je kunt de formule F = m ∙ a ook gebruiken om de remvertraging of de remkracht te berekenen.
  • Samen H16.2 opgave 8 maken
  • Zelfstandig verder met H16.2 opgave 9
  • Tot aan de bel (eerder klaar: H16.1 & H16.2 Test Jezelf)
  • Huiswerk: H16.2 opgave 9

Slide 26 - Tekstslide

H16.3 Veiligheid in het verkeer
  • SE H15 & H16 dinsdag 12 maart!!!
  • De 2 belangrijkste formules van dit hoofdstuk!
  • H16.2 opgave 9 bespreken
  • H16.3 lezen (5 minuten in stilte)
  • Maak H16.3 opgave 6 & 7 (10 minuten, waarvan de 1e 5 minuten in stilte)
  • Opgaven 6 & 7 bespreken

Slide 27 - Tekstslide

H16.3
  • Verder werken tot de bel gaat
  • Boek, maar mag ook online --> H16.3 opgaven maken
  • Huiswerk = H16.3 afmaken
  • Eerder klaar: Ga verder met Test Jezelf!

Slide 28 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
  • SE H15 & H16 dinsdag 12 maart!!!
  • Wat weet je nog van het begrip: ENERGIE (H11)?
  • Wat is ARBEID?
  • Hoe bereken je ARBEID?
  • Zwaarte-energie en bewegingsenergie (ook uit H11)
  • Stukje uit de diagnostische toets van H16

Slide 29 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
Energie is de kracht die alles in ons universum in beweging houdt. 

Het woord energie komt uit het Grieks en betekent het vermogen om arbeid te verrichten. 

Energie kan verschillende vormen hebben: Kinetische energie (bewegingsenergie), potentiële energie (zwaarte-energie), elektrische energie, chemische energie, zonne-energie etc.

Slide 30 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
De hoeveelheid energie wordt uitgedrukt in Joule (voor alle soorten!)

Voor elke energie-omzetting geldt de wet van behoud van energie
Bij energie-omzettingen gaat nooit energie verloren
Er komt ook nooit nieuwe energie bij
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

Slide 31 - Tekstslide

Bij bepaalde typen zonnepanelen is de opbrengst aan elektrische energie 20%.
Welk energiediagram is juist?

Slide 32 - Poll

H16.4 Kracht & Arbeid
Om voorwerpen op aarde in beweging te brengen en te houden, 
is energie nodig.
De hoeveelheid energie die voor een beweging nodig is, hangt af van de:
(1) Afstand
(2) Benodigde trek- of duwkracht

Je zegt dat het energieverbruik afhangt van de arbeid die wordt verricht.
--> Maak opgave 4 in je boek

Slide 33 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
Opgave 4:

Slide 34 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
De formule om de arbeid uit te rekenen:       
In deze formule is:
• W de verrichte arbeid in newtonmeter (Nm);
• F de trekkracht of duwkracht in newton (N);
• s de afgelegde afstand in meter (m).
De eenheden van arbeid en energie zijn zo gekozen dat 1 joule overeenkomt met 1 newtonmeter (Nm).
Gebruik zoveel mogelijk de eenheid Joule (J)!


  W = F ∙ s

Slide 35 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
Je kunt de formule gebruiken in situaties waarin een voorwerp:
(1) vooruit getrokken of geduwd wordt
(2) omhoog getild of gehesen wordt
Arbeid is niet hetzelfde als "werk verrichten"!
Het is in natuurkundige zin geen arbeid als het je niet lukt om iets van zijn plaats te krijgen, al loopt het zweet je daarbij wel over het voorhoofd...
Ook denkwerk is niet hetzelfde als arbeid! (Want s = 0m!)
--> Samen 6a en 7a doen
--> Ga verder met 6-7-8

  W = F ∙ s

Slide 36 - Tekstslide

H16.4 Kracht & Arbeid
ZWAARTE-ENERGIE EN BEWEGINGSENERGIE (H11)
Voorbeeld: Een skiër zet zich af en begint te bewegen, de helling af. 
Zijn zwaarte-energie wordt nu omgezet in bewegingsenergie.
In veel situaties zijn de energieverliezen 
door wrijving te verwaarlozen.

Ez op het hoogste punt = Ek op het laagste punt
--> Samen opgave 5 doen
--> Opgave 9 doen


Ez = m ∙ g ∙ h (W = F ∙ s)
Ek = 0,5 ∙ m ∙ v2

Slide 37 - Tekstslide

Diagnostische Toets H16
  • Te vinden bij de bronnen van IL
  • Maak opgave 2 & 6
  • Dit is tevens het huiswerk voor de volgende les
  • Maak gebruik van de in dit hoofdstuk
     geleerde formules: 
F = m ∙ a
W = F ∙ s
Ez = m ∙ g ∙ h
Ek = 0,5 ∙ m ∙ v2

Slide 38 - Tekstslide

Diagnostische Toets H16
  • SE H15 & H16 dinsdag 12 maart!!!
  • Welke formules zijn belangrijk uit H16.
  • Opgave 2 en 6 uit de diagnostische toets bespreken
  • Rest diagnostische toets H16 maken en nakijken
  • Welke formules zijn belangrijk uit H15
  • Stukje uit de diagnostische toets van H15

Slide 39 - Tekstslide

Diagnostische Toets H16
  • Welke formules zijn belangrijk uit H16.
  • Opgave 2 en 6 uit de diagnostische toets bespreken
F = m ∙ a
W = F ∙ s
Ez = m ∙ g ∙ h
Ek = 0,5 ∙ m ∙ v2

Slide 40 - Tekstslide

Diagnostische Toets H16
  • Rest diagnostische toets H16 maken (1-3-4-5) --> 15 min.
  • Opgave 3 bespreken
  • Nakijken (antwoorden staan op IL)

Slide 41 - Tekstslide

Diagnostische Toets H16 & 15
  • Nakijken diagnostische toets H16 (antwoorden staan op IL)
  • Welke formules zijn belangrijk uit H15:




  • Maak nu van de diagnostische toets H15 opgave 1-3-4 (te vinden op IL)
  • Dit is ook het huiswerk voor de volgende les
v = s / t
a = (ve-vb) / t
stopafstand = reactieafstand + remafstand
BINAS!

Slide 42 - Tekstslide

H15&16 Kracht & Beweging
  • SE H15 & H16 dinsdag 12 maart!!!
  • Welke formules zijn belangrijk uit H15.
  • Opgave 1-3-4 uit de diagnostische toets bespreken
  • Rest diagnostische toets H15 maken en nakijken
  • Leren voor SE H15 & H16

Slide 43 - Tekstslide

Diagnostische Toets H15
  • Welke formules zijn belangrijk uit H15:




  • Bespreken diagnostische toets H15 opgave 1-3-4 
v = s / t
a = (ve-vb) / t
stopafstand = reactieafstand + remafstand
BINAS!

Slide 44 - Tekstslide

Diagnostische Toets H15
  • Rest diagnostische toets H15 maken (2-5-6) --> 15 min.
    Er horen werkbladen bij!
  • Opgave 2 bespreken
  • Nakijken (antwoorden staan op IL)
  • Vragen mbt toets?!
  • Leren voor SE H15 & H16 (bv. test jezelf gaan maken!)

Slide 45 - Tekstslide