Eetstoornissen

Eetstoornissen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Eetstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MB.3fa periode 4
AZK
TM
Week 1
Intro, terminologie, wet en regelgeving
13
Week 2
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
Week 3
Stemmingsstoornissen  
13
Week 4
Angststoornissen
13
Week 5
Persoonlijkheids-
stoornissen
13
Week 6
Eetstoornissen
13
Kerstvakantie
Week 7
Verslaving
13
Week 8
Toets
Week 9
Spec. doelgroepen- GHZ en ouderen
13

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
We bespreken deze les:
- Persoonlijke risicofactoren en  omgevingsfactoren die van invloed zijn op het krijgen van een eetstoornis
- Welke soorten eetstoornissen er zijn.
- Wat de symptomen zijn 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een eetstoornis hebben alleen problemen met eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je zelf aan bij eetstoornissen???

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornis
Steeds minder eten
Eetbuien
Braken
Negatief zelfbeeld 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Overleg met je buurman/vrouw: Tijd: 7 minuten

  1. Bedenk 3 persoonlijke factoren waardoor je eerder een eetstoornis kan ontwikkelen?
  2. Bedenk 3 omgevingsfactoren waardoor je eerder een eetstoornis kan ontwikkelen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke factoren

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke factoren
  • Weinig zelfvertrouwen;
  • Negatief zelfbeeld, lichaamsbeleving, lichaamsbeeld;
  • Vertekend lichaamsbeeld;
  • Faalangst;
  • Perfectionisme;
  • Hoge eisen stellen aan zichzelf en anderen;
  • Afhankelijkheid van de goedkeuring van anderen;
  • Aangepast gedrag, kameleongedrag, pleasen, zorgen voor anderen;
  • Denken en handelen in extremen (zwart/wit – goed/slecht);
  • Moeite met uiten van gevoelens en aangeven van grenzen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgevingsfactoren

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Omgevingsfactoren
  • Sterk prestatiegericht;
  • Gezinscultuur met taboe op het uiten van meningsverschillen of gevoelens
  • Emotionele mishandeling of verwaarlozing;
  • Overbescherming;
  • Lichamelijk geweld;
  • Seksueel misbruik;
  • Scheiding;
  • Taboe op lichamelijkheid en seksualiteit;
  • Moeder of familielid met eetstoornis;
  • Sport beoefenen waarbij gewicht een rol speelt;
  • Gepest worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultureel-Maatschappelijk
Sterk accent op uiterlijk en presentatie (ideaalbeeld)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoornissen
PICA 
BED 


Slide 13 - Tekstslide

PICA: Vooral syndromen GHZ (laag niveau) of dementie)blaadjes, takjes speelgoed, steentjes (alles wat voor de hand ligt en niet eetbaar is)
Schade --> infecties, verstopping perforatie
Moeilijk corrigeren --> omgeving aanpassen
BED (externe prikkel) menstruatie, zwangerschap, emotionele eters, hangt af van omstandigheden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eetstoornissen
  • Anorexia nervosa
  • Boulimia nervosa



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia nervosa

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten Anorexia Nervosa
  • Van alle psychische stoornissen is anorexia de dodelijkste.
  • 6-10% overleeft anorexia niet.
  • 5.600 patiënten in NL.
  • 95% van de patiënten is meisje.
  • Elk jaar komen daar 1.300 meisjes bij.
  • 45% herstelt volledig, 30% gedeeltelijk, 25% niet.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anorexia

Slide 18 - Tekstslide

Naast zwakte, vermoeidheid, flauwvallen
Psychische gevolgen
  • Depressiviteit door gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid
  • Eenzaam door onder meer sociaal isolement
  • Angst voor controleverlies
  • Slechtere concentratie

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale gevolgen
  • Niet meer goed voelen tussen anderen en/of contact willen vermijden
  • Het fenomeen eten op alle mogelijke manieren ontwijken en zo sociaal contact uit de weg gaat
  • Fysiek steeds minder goed in staat om te werken, sporten of uit te gaan

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia nervosa

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep
  • Tussen de 14 en 24 jaar
  • Jaarlijks ongeveer 23.000 meisjes en jonge vrouwen
  • 95% is vrouw

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boulimia nervosa
  • Last van overwegend grote en/of kleine eetbuiten
  • Gevoel van het onmogelijk om de eetbui te stoppen of voorkomen
  • Tijdens eetbui voelt cliënt zich gespannen, eenzaam en gedeprimeerd, maar soms tijdelijk rustig, getroost of minder eenzaam
  • Aanvallen voelt als een 'mislukking'. Gevoel van schuld en schaamte
  • Eetstoornis verborgen houden. Je eet stiekem

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om eten 'kwijt' te raken
  • Braken, laxeermiddelen of plaspillen slikken, klysma gebruiken
  • Door te vasten of overmatig bewegen om calorieën kwijt te raken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke gevolgen
Geirriteerde slokdarm
Geirriteerde klieren
Aangetast tandglazuur
Tekort aan ijzer
Tekort aan kalium
Wegvallen van mensturatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische gevolgen
  • Depressiviteit door gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid
  • Eenzaam door sociaal isolement
  • Angst voor controleverlies
  • Slechtere concentratie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prognose
50% herstelt
30% wisselend klachten
20% houd klachten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling eetstoornissen
Lichamelijk 
  • Stoppen met laxeermiddelen
  • Tijdelijk sondevoeding
Psychisch
  • Psychotherapie
  • Non-verbale therapie
  • Ouderbegeleiding/gezinstherapie
  • Medicijnen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houding hulpverlener
Vertrouwen
Respect tonen
Duidelijke regels hanteren
Gezonde voorbeedfunctie vervullen

Ervaringsdeskundige

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overeenkomst tussen boulimia en anorexia
A
Ze komen beide op jonge leeftijd voor
B
Het zijn beide eetstoornissen
C
Obsessieve gedachten over eten zijn continu aanwezig
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist?
Iemand met boulimia heeft altijd overgewicht
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist of onjuist?
Iemand met anorexia heeft meestal ondergewicht
A
juist
B
onjuist
C
meestal wel

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van boulimia?
A
Eten uitspugen
B
NIET of weinig eten
C
Eetbuien
D
gewichtsverlies

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke doelgroep komt anorexia het meest voor?
A
25-35 jaar
B
14-24 jaar
C
11-16 jaar
D
35-60 jaar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maakt je lichaam donshaartjes aan?
A
Omdat je te veel vet eet
B
Omdat je vet verliest
C
Omdat je te weinig vitamines krijgt
D
Om lichaamstemperatuur te behouden

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies