Verbranding

Verbranding
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Wat kunnen jullie vertellen over een verbranding?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen.
  • Je benoemt de 3 voorwaarden van de verbrandingsdriehoek.
  • Je begrijpt wat het verschil is tussen een volledige en een onvolledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van een onvolledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van een volledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van koolmonoxide.
  •  Je herkent 3 symptomen van koolmonoxide vergiftiging.         

Slide 3 - Tekstslide

Verbranding
3 voorwaarden voor verbranding:

1. Voldoende brandstof
2. Voldoende zuurstof
3. Temperatuur moet voldoende zijn

Slide 4 - Tekstslide

Doven van de vlam




Door 1 van de 3 voorwaarden weg te halen doof je de vlam.

Slide 5 - Tekstslide

Welke 3 voorwaardes heb je nodig om een brand te ontstaan.......
brandstof moet aanwezig zijn
de temperatuur van de brandstof moet hoger zijn dan de ontbrandingstemperatuur
voldoende zuurstof(lucht)
er moet koolmonoxide aanwezig zijn
er moet een onvolledige verbranding plaatsvinden

Slide 6 - Sleepvraag

Volledige/onvolledige reactie
volledige verbranding = er onstaan koolstofdioxide en water
- Blauwe vlam

onvolledige verbranding = er onstaan koolstof, koolmonoxide en water
- Gele vlam

Slide 7 - Tekstslide

Volledige verbranding

Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding

Kenmerken: geen rook, blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaan water en koolstofdioxide.


Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan nieuwe stoffen.


Slide 8 - Tekstslide

Volledige verbranding

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Blauwe vlam

Bij genoeg zuurstof is de vlam blauw

Hierbij ontstaan: koolstofdioxide en waterdamp

Slide 11 - Tekstslide

Onvolledige verbranding

Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.


Kenmerken:wel rook zichtbaar, gele vlam = brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaan water, roet en koolstofmonoxide.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gele vlam
Er is niet genoeg zuurstof

Hierdoor ontstaan er:
roet en koolstofmono-oxide
maar ook waterdamp en koolstofdioxide 

Slide 14 - Tekstslide

Bij een volledige verbranding zie je een ........ vlam
A
Gele
B
Blauwe

Slide 15 - Quizvraag

Bij een onvolledige verbranding zie je een ........ vlam
A
gele
B
blauwe

Slide 16 - Quizvraag

Bij de onvolledige verbranding van een brandstof ontstaan, naast water en koolstofdioxide:
A
Roet
B
Koolstofmonoxide
C
Roet en/of koolstofmonoxide
D
Smog

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Koolstofmonoxide (koolmonoxide)

  • Kleurloos!
  • Geurloos!
  • Giftig!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Koolstofmono-oxide
Koolstofmono-oxide (CO) is een geurloos, kleurloos, brandbaar en giftige gas. 

Slide 22 - Tekstslide

Het plaatje hiernaast gaat over een gevaarlijke stof die ontstaat bij onvolledige verbranding. Welke is dit?
A
Koolstofdioxide
B
Koolstofmonoxide
C
Zwaveldioxide
D
Zwaveloxide

Slide 23 - Quizvraag

Benoem 3 symptomen van koolstofmonoxide vergiftiging.

Slide 24 - Open vraag

Bij een brand treedt vaak onvolledige verbranding op. Dat is te zien aan de gele kleur van de vlammen.

Welk verbrandingsproduct veroorzaakt deze kleur?
A
koolstof
B
koolstofdioxide
C
koolstofmonoxide
D
water

Slide 25 - Quizvraag

Wat is waar over onvolledige verbranding? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Een gele vlam betekent onvolledige verbranding
B
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide vrijkomen
C
Een vlam met onvolledige verbranding maakt veel roet
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 26 - Quizvraag

Twee eigenschappen van koolstofmonoxide zijn:
A
kleurloos en brandbaar.
B
kleurloos en niet-brandbaar.
C
wit en brandbaar.
D
wit en niet-brandbaar.

Slide 27 - Quizvraag

Wat hebben jullie geleerd van deze les?

Slide 28 - Open vraag

Leerdoelen.
  • Je benoemt de 3 voorwaarden van de verbrandingsdriehoek.
  • Je begrijpt wat het verschil is tussen een volledige en een onvolledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van een onvolledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van een volledige verbranding.
  • Je benoemt 2 eigenschappen van koolstofmonoxide.
  •  Je herkent 3 symptomen van koolstofmonoxide vergiftiging.         

Slide 29 - Tekstslide

Hebben jullie tips en tops voor mij?

Slide 30 - Open vraag

Koolstofmonoxide is een kleurloos, reukloos en verstikkend gas.

Slide 31 - Tekstslide

(On)volledige verbranding
Volledige verbranding
  • voldoende zuurstof
  • Er ontstaat CO2
Onvolledige verbranding
  • Onvoldoende zuurstof
  • Er ontstaan CO en C
Zeer giftig gas!

Slide 32 - Tekstslide

  • Voor een volledige verbranding is meer zuurstof nodig:

  • Volledige verbranding methaan

  • CH4 (g) + 2 O2 (g)  ---> CO2 (g) + 2 H2O (g
  • 6CH4 (g) + 12 O2 (g)  ---> 6CO2 (g) + 12 H2O (g)

  • Onvolledige verbranding methaan
  • 6 CH4 (g) + 9 O2 (g) ---> 2 CO2 (g) + 2 CO (g) + 2 C (s) + 12 H2O (g)

Slide 33 - Tekstslide

Ontstane oxiden

Slide 34 - Tekstslide

Welke van de volgende stoffen ontstaan in ieder geval bij de verbranding van zwavelhoudende aardolie?
Sleep de juiste stoffen naar het doel.

koolstofdioxide
waterdamp
zwaveloxiden
koolstofmonoxide
roet

Slide 35 - Sleepvraag

Wat is CO?
Is CO een element of een verbinding?
A
cobalt, een element
B
cobalt, een verbinding
C
koolstofmonoxide, een element
D
koolstofmonoxide, een verbinding

Slide 36 - Quizvraag

Volledig of onvolledig?
Octaan (l) + zuurstof (g) --> koolstofmonoxide (g) + water (g)
A
Volledig
B
Onvolledig

Slide 37 - Quizvraag

Welk van de volgende uitspraken is/zijn niet waar
A
bij een volledige verbranding is de vlam oranje/ geel
B
een ander woord voor koolstofmonoxide = kolendamp
C
koolstofmonoxide en roet zijn beide brandbare stoffen
D
koolstofdioxide is een zwaar en giftig gas

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Creosoot
De zwarte aanslag in een schoorsteen kan roet zijn maar ook het zeer brandbare creosoot. Nat of rot hout veroorzaakt creosoot in het rookkanaal. 
Dit zijn onverbrande brandstofdeeltjes die zich tegen de schoorsteenwand afzetten en kunnen aankoeken tot een dikke laag teerachtige substantie.

Slide 41 - Tekstslide

Broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 42 - Tekstslide