wk 04

Maandag 20 januari - V1b
Stillezen in je leesboek
Opdracht lapbook uitleggen
Aan de slag!
timer
15:00
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Maandag 20 januari - V1b
Stillezen in je leesboek
Opdracht lapbook uitleggen
Aan de slag!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Een lapbook maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een lapbook?
Een lapbook is een eenvoudig mapje met een verzameling van mini-boekjes, klepjes en ander gevouwen materiaal waarin ruimte is voor informatie, tekeningen en verhalen.

http://lapbooksindeklas.weebly.com

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je een lapbook?
Voorbeeld van een lapbook:
https://www.youtube.com/watch?time_continue=135&v=XzY3j3sM2gQ

Dit filmpje is handig voor tips over hoe je begint aan een lapbook:
https://www.youtube.com/watch?v=t1inXbba3cg


Slide 6 - Tekstslide

Wat moet er allemaal op/in?
  • Titel en schrijver van het boek
  • Tijdlijn van de verhaallijn (4 momenten uitgewerkt)
  • Tekening over het thema van het boek
  • 4 objecten (afbeeldingen ervan) die belangrijk zijn voor de hoofdpersoon
  • 1 citaat uit het boek per object
  • Jouw mening onderbouwd met 3 argumenten (dus ‘waarom vind je dat?’)

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga naar Studiewijzers:
Download en sla op in mapje Nederlands:

  • V1b Oriëntatie-opdrachten Lapbook
  • Beoordeling en checklist

Vul, waar al mogelijk, de oriëntatie-opdracht in

Slide 8 - Tekstslide

Einde van deze les

Slide 9 - Tekstslide

Dinsdag 21 januari - V1b
Luchtballondebat

Slide 10 - Tekstslide

Luchtballondebat
Met een behoorlijke rukwind nadert een grote luchtballon met daarin vijf bekende personen een steile rotswand. De luchtballon daalt ook nog snel: de ballon lekt en de vijf mensen zijn samen veel te zwaar!
Alleen als vier mensen de ballon verlaten, zal de ballon aan de rotswand ontsnappen, en zal de vijfde persoon overleven. De vraag bij deze oefening is dus: wie van de vijf bekende mensen verdient het om te overleven?
Het is aan vijf leerlingen, die ieder een beroemd personage spelen, om in twee rondes uit te leggen waarom zij belangrijker zijn dan hun medepassagiers.

Slide 11 - Tekstslide

Voordat we beginnen...
Maak 8 groepjes van 3 personen, waarvan er in elk geval 1 niet bang is om iets te zeggen voor de klas.

Maak 1 groepje van 4 personen die heel goed zijn in kijken en luisteren.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Einde van deze les

Slide 18 - Tekstslide

Donderdag 23 januari - V1b
Tweede uur:
Start betoog
Aan de slag!

Zevende uur:
Warming-up: "Dilemma op dinsdag"
Aan de slag: Zondag met Lubach

Slide 19 - Tekstslide

Schrijven 1: betoog
  • Schrijven 1 – betoog                        
  • telt 3x
  • Toets: donderdag 13 februari 2020

Slide 20 - Tekstslide

Schrijven - Betoog
Tekstdoel: overtuigen
Tekstsoort: betogende tekst
Tekstvorm: betoog

Tijdens de toets schrijf je een betoog dat bestaat uit: 5 alinea’s: inleiding (1), kern (3), slot (1). 
Iedere alinea bestaat minimaal uit 5 zinnen
Onderwerp van het betoog? Wordt bekend tijdens de toets.

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen lessenserie

1. Je kunt vóór het schrijven een bouwplan maken.

2. Je kunt een overtuigende tekst schrijven op basis van een bouwplan.

Natuurlijk gaan we nog veel meer leren! Maar hierover later meer!

Slide 22 - Tekstslide

Warming-up
  • Er verschijnt steeds 1 stelling op het scherm.
  • Ben je het met de stelling eens? Dan ga je staan.
  • Ben je het met de stelling oneens? Dan blijf je zitten.
  • De docent vraagt bij iedere stelling een aantal leerlingen om uit te leggen waarom zij het eens of oneens zijn met de stelling.
  • Denk dus steeds goed en serieus na waarom je het eens of oneens bent met de stelling.

Slide 23 - Tekstslide

Spelregels

Luister goed naar elkaar en reageer alleen als dat gevraagd wordt.

Steek je vinger op als je wilt reageren.

Slide 24 - Tekstslide

Stelling 1  

Er moeten voortaan energiedrankjes worden verkocht in de kantine van het ATC.  

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 25 - Tekstslide

Stelling 2

Het luisteren van muziek moet niet langer worden toegestaan tijdens de lessen op het ATC.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 26 - Tekstslide

Stelling 3

Alle telefoons moeten voortaan in het kluisje worden gelegd bij de start van de schooldag op het ATC.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 27 - Tekstslide

Stelling 4

Het dragen van een uniform moet voortaan verplicht worden op het ATC.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 28 - Tekstslide

Stelling 5

Er moet voortaan gegeten en gedronken mogen worden tijdens alle lessen op het ATC.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 29 - Tekstslide

Stelling, mening en argumenten
Stelling Een uitspraak waar je het mee eens of oneens kan zijn.
Het ATC is een fijne school.

Mening Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn.
Ik vind het ATC een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het ATC luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 30 - Tekstslide

Signaalwoorden
Signaalwoorden
Argumenten kun je vaak herkennen aan signaalwoorden.

Ik vind het ATC een fijne school, omdat de docenten op het ATC goed naar de leerlingen luisteren.  

Ik vind het ATC een fijne school, want de docenten op het ATC luisteren goed naar de leerlingen.  

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag!
Log in bij LessonUp.

Ga naar wk 04
Ga naar: slide 33

Maak de opdrachten op slide (33 t/m 46)

Slide 32 - Tekstslide

Stelling + argument
Opdracht: Benoem in iedere zin (op de volgende slides) de stelling, het argument (en het signaalwoord). 

Voorbeeld Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school, want programmeren is de toekomst.

Stelling: Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school. Argument: Programmeren is de toekomst.

Slide 33 - Tekstslide

Benoem de stelling en het argument.

1. Oude mensen zouden elk jaar opnieuw rijexamen moeten doen. Mijn opa is bijvoorbeeld een gevaar op de weg.

Slide 34 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

2. Je kunt beter niet naar houseparty’s gaan, want housemuziek is slecht voor je gehoor.

Slide 35 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

3. Volgens mij moet je die bluetooth speaker niet kopen. In een test van de consumentenbond werd hij heel slecht beoordeeld.

Slide 36 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

4. Ik ben in de pauze van de film weggegaan. Ik vond er helemaal niets aan.

Slide 37 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

5. Door de drukte kunnen we bijna niet oversteken. In het centrum zouden auto’s verboden moeten worden.

Slide 38 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

6. Windenergie is niet meer nodig, omdat er andere alternatieven zijn.

Slide 39 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.
7. Reclamespotjes voor leningen moeten verboden worden, want jongeren lenen veel te gemakkelijk geld voor luxeartikelen.

Slide 40 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

8. Dierentuinen moeten verboden worden, want het is zielig voor de dieren.

Slide 41 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

9. Cosmetische chirurgie moet verboden worden, omdat het duur is en de patiënt onnodig risico loopt.

Slide 42 - Open vraag

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

10. Huiswerk moet in de les gemaakt worden, want thuis hebben scholieren andere bezigheden.

Slide 43 - Open vraag

Ga naar Studiewijzers
Ga naar:             Schrijven: betoog
Download:          de Stellingenfabriek

Opdracht:
Lees:             heel goed wat je moet doen (tekst in oranje kader)
Formuleer:     jouw persoonlijke stelling.
Bedenk:         2 of meer argumenten voor jouw stelling.  
Noteer:           je stelling en je argumenten op de volgende slide.

De stellingenfabriek

Slide 44 - Tekstslide

De Stellingenfabriek: Lees heel goed wat je moet doen (tekst in oranje kader)
a. Formuleer jouw persoonlijke stelling.
b. Bedenk 2 of meer argumenten voor jouw stelling.

Slide 45 - Open vraag

Einde van deze les

Slide 46 - Tekstslide

Warming-up
"Dilemma op dinsdag"

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Een stelling uit de stellingenfabriek
December - Irene – Tielemans

Stelling: We moeten via een referendum melkpakken laten bedrukken met Taylor Swift.

Argumenten:
  • Taylor Swift doet veel dingen voor goede doelen. Door foto's van haar op melkpakken te laten drukken krijgt ze meer bekendheid en kan ze meer geld ophalen voor goede doelen.
  • Taylor Swift is een knappe vrouw. Zo hebben mensen die de melkpakken kopen wat leuks om naar te kijken bij het ontbijt.



Slide 51 - Tekstslide

Aan de slag!
Log in bij LU: Betoog les 2

Je kijkt een aflevering van Zondag met Lubach
Deze aflevering gaat over kernenergie.

Je maakt hierbij de vragen op de volgende slides. 

Slide 52 - Tekstslide

1. Arjen Lubach is voor / tegen kernenergie.
A
voor
B
tegen

Slide 53 - Quizvraag

2. Noteer de argumenten die Arjen Lubach voor zijn mening heeft.

Slide 54 - Open vraag

0

Slide 55 - Video