Paragraaf 1.5 - De Egyptische samenleving

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Het oude Egypte

1.4 Egypte: geschenk van de Nijl

1.5 Goden en mummies

Bladzijdes 16 t/m 19 lesboek

Vraag van de paragraaf 

Wie hadden de macht in Egypte? 

Bij welk tijdvak hoort deze afbeelding?
De tijd van de ... ?

Pyramides

Samenwerken met andere boeren in andere dorpen

• Hiervoor heb je een leider nodig
  

• Elke stam heeft een leider (dorpshoofd)

• Die dorpshoofden kregen ruzie met elkaar

• Uiteindelijk blijft er één leider over: de farao --> 3100 v. Chr. 

Farao

• Legeraanvoerder
• Hoogste priester
• Hoogste rechter
• Baas irrigatielandbouw
• Belasting
• God op aarde

Rijk en arm 

• Zonder hulp van ambtenaren kon de farao niet besturen
• Belastingophalers, rechters, soldaten , schrijvers en dorpsbestuurders 
  
• Salaris: belasting 
  
• Belasting ook gebruikt om voorraden aan te leggen --> waarom? 

Veroveraars

• Farao's voerden veel oorlogen voor macht, rijkdom en aanzien.
  
• Egypte kende 4 belangrijke groeiperiodes
  
• Tussentijd = onrust/armoede/overheersing door andere volken
  
• Nieuwe rijk: 1550-1075 v.C. Egyptische macht op z'n grootst 
  
• 332 v.C. Egypte verovert voor Alexander de Grote (einde rijk)
  
  Tijdlijn blz 20 tekstboek 

De Farao gaat dood, wat nu?

• Het lijk wordt gemummificeerd 

Hoe werd je een mummie?

De Dodenreis

De dode wordt begeleid door de god Anubis naar het dodenrijk

1

De god Osiris wacht de dode op om hem te verwelkomen in het dodenrijk

2

Het hart van de doden wordt gewogen om te kijken of deze geen zonden had begaan

3

Als je hart te zwaar was had je een slecht leven geleden en werd je opgegeten door een verschikkelijk monster

4

De God thoth schrijft en noteert alles wat er gebeurt.

5

Als je hart net zo licht was als de veer van Maät begeleide de god Horus je naar het dodenrijk

6

Vraag van de paragraaf 

Wie hadden de macht in Egypte? 

Huiswerk 

Lezen paragraaf 1.4 & 1.5 van je tekstboek