Passende perspectieven ondersteunt scholen bij het vormgeven van onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften voor taal en rekenen. Met de juiste inhoudelijke keuzes en hulpmiddelen zorg je dat leerlingen hun capaciteiten beter kunnen benutten. Door het gebruik van leerroutes met relevante doelen ligt de focus op wat leerlingen wél kunnen en is meer maatwerk mogelijk.
Voor het praktijkonderwijs geven passende perspectieven veel mogelijkheden om beredeneerd af te wijken van het reguliere methodeaanbod.
Passende perspectieven gaat uit van doelgericht werken.
Slide 5 - Tekstslide
Doelgericht werken pro
Doelgericht werken betekent dat je het onderwijsaanbod samenstelt op basis van (methode-onafhankelijke) doelen. De methode gebruik je dan niet als enige leidraad bij het vormgeven van je lessen, maar je gebruikt deze als bron.
Doelgericht werken kan op alle onderdelen van taal of rekenen, maar kan ook op een specifiek domein of competentie zijn.
Een passend aanbod stel je samen op basis van doelen die zijn uitgewerkt in drie leerroutes (A/B/C). Na de keuze in doelen, ga je de methode gericht inzetten. Daardoor is maatwerk mogelijk.
Slide 6 - Tekstslide
Uitgangspunten
Passende perspectieven biedt mogelijkheden om leerlingen met een ontwikkelperspectief verder op weg te helpen naar 1F/2F door middel van weloverwogen keuzes in het taal- of rekenaanbod. Zij dit dit door:
weloverwogen keuzes maken met behulp van leerroutes/leerdoelenkaarten; verantwoorde keuzes in doelen te maken en daar gericht aan te werken, wat er toe leidt dat leerlingen zaken beheersen die er in hun perspectief toe doen;
te streven naar hoge doelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Voor alle leerlingen worden hoge ambitieuze doelen gesteld, dus ook voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De docent brengt systematisch in kaart wat een leerling kan en neemt op basis daarvan verantwoorde beslissingen over het te geven onderwijs.
Slide 7 - Tekstslide
Referentieniveau
Het praktijkonderwijs heeft een inspanningsverplichting om leerlingen referentieniveau 1F te laten bereiken.
Voor leerlingen die kunnen doorstromen naar vervolgonderwijs is het zinvol als ook niveau 2F op onderdelen wordt behaald.
Slide 8 - Tekstslide
Doelgroepen
Om recht te doen aan de diversiteit van leerlingen in het praktijkonderwijs is gekozen voor een indeling in drie doelgroepen.
De onderscheiden doelgroepen en de voor deze groepen ontwikkelde leerroutes worden aangeduid met de letters A, B, C. De doelgroepen en leerroutes hebben de volgende kenmerken:
Slide 9 - Tekstslide
Doelgroep A
Uitstroom naar mbo en loonvormende arbeid met kwalificatie;
zelfstandig wonen
Voor leerlingen die leerroute A volgen is minimaal referentieniveau 1F aan het eind van praktijkonderwijs vereist. Beter is een doorloop naar 2F (op onderdelen), met name in die domeinen die in de gekozen uitstroombranche of opleiding extra relevant zijn en die noodzakelijk zijn voor instroom in het mbo.
Slide 10 - Tekstslide
Doelgroep B
Uitstroom naar loonvormende arbeid; zelfstandig wonen
Voor leerlingen die leerroute B volgen kan worden toegewerkt naar referentieniveau 1F als streefniveau en 2F op een aantal onderdelen die in de door de leerling gekozen uitstroombranche extra relevant zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Doelgroep C
Uitstroom naar beschermde arbeid; begeleiding bij wonen
Voor leerlingen in leerroute C kan worden toegewerkt naar referentieniveau 1F op onderdelen en zo mogelijk enkele onderdelen uit 2F.
Het ontwikkelingsperspectief en het uitstroomprofiel van de individuele leerling bepalen mede op welke domeinen/onderdelen de meeste nadruk wordt gelegd.
Slide 12 - Tekstslide
Huidige en gewenste
situatie op schoolniveau
Slide 13 - Tekstslide
Doel
In kaart brengen vanuit verschillende perspectieven wat van de huidige onderwijspraktijk behouden kan blijven en wat veranderd zou moeten worden in het geval van een bij te stellen onderwijsontwikkeling.
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag in Padlet
Vragen waar jullie mee aan de slag gaan:
Waar staan we als school op het gebied van passende perspectieven?
Hoe geeft de school daarbij invulling aan de drie functies van onderwijs: kennisontwikkeling, maatschappelijke toerusting en persoonsvorming?
Denkend aan de uitgangspunten: wat willen jullie in nieuw te ontwikkelen of bij te stellen onderwijs behouden?
Denkend aan de uitgangspunten: wat willen jullie in nieuw te ontwikkelen of bij te stellen onderwijs anders zien?