A1 ww-spelling H2 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Persoonsvorm verleden tijd

zwakke werkwoorden

Persoonsvorm in de verleden tijd: 

zwakke werkwoorden 

Zwakke werkwoorden zijn te zwak om te veranderen van klank in de verleden tijd. 

Voorbeeld: ik fiets - ik fietste 

Sterke werkwoorden veranderen in de vt wel van klank.

Voorbeeld: vind - vond 

Hoe bepaal je nou of je de(n) of te(n) schrijft?

Stap 1: Je kijkt naar het hele werkwoord. 

Stap 2: Je haalt -en af van het hele werkwoord. Je houdt de stam over. 

Stap 3: Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit het 'T ex-fokschaap --> dan schrijf je -te(n). 

Anders schrijf je -de(n). 

Wie weet een voorbeeld?

Schrijf in je schrift twee eigen voorbeelden van een pvvt zwak ww. (dus 2 werkwoorden, je kiest zelf ev of mv)

pvvt -te(n)

pvvt -de(n)

Opdracht 

blz. 66: maken opdr. 1 en 2

Ben je hiermee klaar? Dan laat je je schrift aan mij zien.

Nakijken huiswerk

Wij kijken samen het huiswerk van deze week na.

blz. 37 opdracht 2 + 3

blz. 66 opdracht 3 + 6

Huiswerk volgende week

ma 06-09: lezen theorie H3 spelling blz. 94 + 96

do 09-09: lezen theorie H4 spelling blz. 124

vrij 10-09:

H3 blz. 95: maken opdracht 4

H3 blz. 97: maken opdracht 2 + 4

H4 blz. 125: maken opdracht 4 + 5