Les 5: oren (H)

Les 4: oren (H)
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4: oren (H)

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Uitleg bouw van het oor
-Opgave bouw van het oor
-Filmpje

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie.
  • Je kunt vertellen wat geluid is en hoe dit wordt uitgedrukt.
  • Je kunt vertellen wat het verschil tussen hoge en lage geluiden.
  • Je kunt beschrijven dat hard geluid kan leiden tot gehoorschade.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de prikkel voor het oog?

Slide 4 - Open vraag

En welk deel heeft vooral als taak te zorgen voor de voeding van een groot deel van het oog?

Slide 5 - Open vraag

Bijziend of verziend?
A
bijziend
B
verziend

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het wanneer het oog scherp stelt?

Slide 7 - Open vraag

Welk begrip hoort bij welk onderwerp?
Scherp zien
juiste hoeveelheid licht
iris
pupil
lensbandjes
lens
accomoderen

Slide 8 - Sleepvraag

Waarom is het belangrijk dat de pupilreflex snel gaat?

Slide 9 - Open vraag

Horen
Bij oren denk je misschien alleen aan de oorschelpen. Maar een groot deel van de oren ligt in je hoofd.

Slide 10 - Tekstslide

De buitenkant van een oor
In elk oor ligt een gehoorzintuig en een evenwichtszintuig. Met je gehoorzintuigen neem je geluid waar. Geluid bestaat uit trillingen van de lucht. De oorschelp vangt deze trillingen op. Daarna gaan de trillingen de gehoorgang in (zie afbeelding).

Slide 11 - Tekstslide

Binnenkant van het oor
Een groot deel van de oren ligt in de schedel. Dit deel kun je niet zien. In afbeelding is de binnenkant van het oor 
getekend. Via de gehoorgang komen de
geluiden bij het trommelvlies. Het 
trommelvlies gaat daardoor trillen. In de
gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes 
die oorsmeer maken. Het oorsmeer 
houdt het trommelvlies soepel, zodat 
het goed kan trillen. Soms maken 
deze kliertjes te veel oorsmeer. Met een
wattenstaafje kun je de gehoorgang 
schoonmaken. Je mag nooit met 
scherpe voorwerpen in je oor peuteren. 
Je kunt dan gemakkelijk het 
trommelvlies beschadigen.

Slide 12 - Tekstslide

Binnenkant van het oor
Achter het trommelvlies ligt de trommelholte. Hierin bevinden zich de drie gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. De stijgbeugel is verbonden met het venster: een dun vlies. Aan de andere kant van het venster ligt het slakkenhuis. Dit bestaat uit drie kanalen die in een spiraal zijn opgerold. De kanalen zijn gevuld met vloeistof.
Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes aan het trillen. De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het venster in het slakkenhuis. De vloeistof in de kanalen van het slakkenhuis gaat trillen. In het middelste kanaal liggen zintuigcellen. Deze worden geprikkeld door de trillingen van de vloeistof. In de zintuigcellen ontstaan impulsen. De gehoorzenuw geleidt de impulsen naar de hersenen.
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte. De 
wanden van de buis liggen meestal tegen elkaar aan gedrukt, zodat de 
buis dicht is. Als je slikt of gaapt, gaat de buis open. Er kan dan lucht van 
de trommelholte naar de keelholte, en omgekeerd. Hierdoor wordt de 
luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies gelijk. Dit is nodig om 
het trommelvlies goed te laten trillen.

Slide 13 - Tekstslide

Het slakkenhuis
Het slakkenhuis bestaat uit drie kanalen die als een spiraal zijn opgerold. Alle drie de kanalen zijn met een vloeistof gevuld. Eén van deze kanalen begint bij het vlies (venster) dat met de stijgbeugel is verbonden. Als dit vlies door de gehoorbeentjes in trilling wordt gebracht, gaat de vloeistof in de kanalen van het slakkenhuis trillen. 
In het middelste van de drie kanalen liggen zintuigcellen. Deze hebben haartjes die met de vloeistof mee kunnen trillen. Als de haartjes bewegen, ontstaan in de zintuigcellen impulsen. Deze impulsen worden via de gehoorzenuw naar de hersenen geleid.

Slide 14 - Tekstslide

Geluiden
Met je gehoorzintuigen neem je geluiden waar. Geluiden zijn trillingen van de lucht. Als de lucht snel trilt, hoor je een hoge toon (zie afbeelding). De geluidsfrequentie is dan hoog. Als de lucht langzaam trilt, zijn de geluidsfrequentie en de toon laag. De geluidsfrequentie wordt uitgedrukt in hertz (Hz).
Hebben de trillingen een grote amplitude (uitslag), dan is het geluid hard. En als de trillingen een kleine amplitude hebben, is het geluid zacht.

Slide 15 - Tekstslide

Volume
Een geluid dat steeds hoger wordt, zul je op een bepaald moment niet meer kunnen horen. Welke toonhoogten je nog net kunt horen, is onder andere afhankelijk van je leeftijd. Naarmate je ouder wordt, kun je steeds minder hoge tonen horen.

Het volume (de sterkte) van een geluid wordt uitgedrukt in decibel (dB). In afbeelding 2 is een schaal van geluidssterkten weergegeven. Geluiden vanaf 80 dB kunnen leiden tot gehoorschade, als je deze geluiden vaak en langdurig hoort. Je kunt dan steeds minder goed horen. Op de lange duur kun je zelfs doof worden. Geluiden vanaf 130 dB veroorzaken hevige oorpijn.

Slide 16 - Tekstslide

Gehoorschade
Ongeveer 20% van de jongeren van 12 tot 25 jaar heeft gehoorverlies. Dat betekent dat ze minder goed horen. Door te lang en te hard geluid in de oren beschadigen de trilharen in het slakkenhuis. Deze trilhaartjes zijn delen van de zintuigcellen. Ze vangen geluiden op, die de zintuigcellen omzetten in impulsen en doorgeven aan de hersenen. Als de trilharen beschadigd zijn, werkt het gehoorzintuig niet goed meer. Ook ontstaat vaak een constante piep in de oren (tinnitus).

De meeste jongeren weten wel dat ze kans hebben op gehoorschade als ze
 zich bij een concert of in een club te lang aan lawaai blootstellen. Maar ook
 de oordopjes van je telefoon zijn een groot risico. Jongeren luisteren vaak 
en lang via oordopjes of koptelefoons naar muziek en de volumeknop gaat
 regelmatig op het maximum. De blootstellingsduur aan geluiden boven 
80 dB is daardoor enorm toegenomen (zie afbeelding). Sinds 2013 is 
daarom een volumebegrenzer op muziekspelers verplicht en krijg je een 
melding als je het geluid harder zet dan 85 dB.

Slide 17 - Tekstslide

Gehoorschade voorkomen
Het probleem is dat je waarschijnlijk wel weet dat harde muziek niet goed is, maar de gevolgen niet direct merkt. Gehoorschade bouwt zich langzaam op. Veel jongeren nemen daardoor nooit voorzorgsmaatregelen om gehoorschade te voorkomen of te beperken, hoewel ze zich bewust zijn van de gevaren. Heb je eenmaal gehoorschade, dan moet je een gehoortoestel gaan dragen. Om gehoorschade te voorkomen geldt: niet te hard, niet te lang en indien nodig gehoorbescherming gebruiken, zoals dempende oordopjes.
Als je denkt gehoorschade te hebben opgelopen, kun je dat laten controleren door de huisarts.

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding is een schematische tekening van de delen van het oor.

Zet de namen bij de genummerde delen.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de taak van de oorschelp?

Slide 20 - Open vraag

1 De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de ................ .
2 Bij slikken of gapen gaat de buis van Eustachius .................... .
3 Hierdoor wordt de luchtdruk aan beide zijden van het trommelvlies .................. .
4 Geluidsprikkels worden omgezet in impulsen door zintuigcellen in het .................. .
5 Het trommelvlies wordt soepel gehouden door ..................... .
Maak de zinnen kloppend.
talg
dicht
open
gelijk
trommelvlies
keelholte
oorsmeer
gehoorgang
slakkenhuis
verschillend

Slide 21 - Sleepvraag


Welke weg leggen het geluid, de trillingen en de impulsen af als je geluid hoort?
In welke volgorde vinden deze gebeurtenissen plaats?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
In de zintuigcellen in het slakkenhuis ontstaan impulsen.
De gehoorbeentjes geven trillingen door aan het venster in het slakkenhuis.
De gehoorzenuw geleidt de impulsen naar de hersenen.
Het trommelvlies gaat trillen.
Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes aan het trillen.
De vloeistof in de kanalen van het slakkenhuis gaat trillen.
Geluid wordt opgevangen door je oorschelp.
Zintuigcellen in het middelste kanaal worden geprikkeld door de trillingen van de vloeistof.

Via de gehoorgang komen de geluiden bij het trommelvlies.

Slide 22 - Sleepvraag

Waardoor kun je minder goed horen als de oorsmeerkliertjes te veel oorsmeer produceren?

Slide 23 - Open vraag

Ziekmakende bacteriën kunnen een ontsteking veroorzaken in je lichaam.

Leg uit dat een gaatje in het trommelvlies ontstekingen in de trommelholte kan veroorzaken.

Slide 24 - Open vraag

Leg uit dat ook een keelontsteking een ontsteking in de trommelholte tot gevolg kan hebben.

Slide 25 - Open vraag

Bij Jaap is de buis van Eustachius verstopt. Dat geeft klachten als hij een vliegreis wil maken. Bij het stijgen en dalen van het vliegtuig verandert de luchtdruk snel. Jaap kan dan hevige oorpijn krijgen. Om dat te voorkomen maakt een arts weleens een klein gaatje in het trommelvlies. Dat gaatje groeit na een tijdje vanzelf dicht.

Wat is de reden dat een arts dit gaatje maakt?

Slide 26 - Open vraag

Waar in een oor worden prikkels omgezet in impulsen?

Slide 27 - Open vraag

Als mensen praten, maken ze geluid van 500 tot 1000 Hz. Kan een kikker ons horen praten? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

In welke maat wordt de geluidssterkte (het volume) van geluid uitgedrukt?

Slide 29 - Open vraag

Bekijk de tabel. Maakt het uit hoelang je naar harde geluiden luistert of je gehoorschade oploopt?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Bekijk de tabel. Kan het geluid van een zware vrachtwagen (90 dB) leiden tot gehoorschade? Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Open vraag

Bekijk de tabel.
Bo luistert een uur naar harde muziek. De geluidssterkte van de muziek is 91 decibel.

Zal Bo gehoorschade oplopen? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open vraag

In de afbeelding zijn de trillingen van een geluid weergegeven.

Welke verandering ondergaat het geluid in afbeelding 1?

Slide 33 - Open vraag

In de afbeelding zijn de trillingen van een geluid weergegeven.

Welke verandering ondergaat het geluid in afbeelding 2?

Slide 34 - Open vraag

Bij geluid harder dan 85 dB geeft de volumebegrenzer op muziekspelers een waarschuwing. Een leerling zegt: ‘Ik zet mijn muziekspeler altijd zo hard dat ik net geen waarschuwing krijg. Dan heb ik nooit kans op gehoorschade.’
Leg uit waarom deze bewering onjuist is.

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video