2023-02-02 Groep B

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

B-groep 2 februari

Herhaling gebiedende wijs

Als en omdat? 

Poëzie in 11 woorden!

Leestekst 'Ontmoet'

Woorden oefenen

De gebiedende wijs!

Begint met de ik-vorm van het werkwoord:

Ruim je kamer eens even op.

Doe de muziek maar zachter.

Loop in de gang.

Pak je boek op blz. 10.

Wil je met mij meekomen?

Wil je het water koken?

Wil je opschieten?

Huiswerk

Van A tot zin blz. 100 en 101

Taalschool blz. 53 en 54

Omdat (because) 

Ik ga naar de tandarts, omdat ik kiespijn heb.

Omdat ik kiespijn heb, ga ik naar de tandarts.

Als (if and when)

Wanneer ga je naar de tandarts?

Ik ga naar de tandarts als ik kiespijn heb.

Als ik kiespijn heb, ga ik naar de tandarts.

Ik ga met je mee. Jij vindt dat leuk (als)

We waren blij. We mochten naar huis. (omdat)

Er is geen les. De docent is ziek. (omdat)

Iedereen gaat naar huis. Het is vijf uur.

omdat en als

Klare taal blz. 125 opdracht 1 en 2.

Lezen

'Ontmoet'

Woordenlijst Film

Kies allebei 5 woorden uit de themalijst!

Geef een beschrijving van een woord.

Je mag het woord niet noemen.

De ander schrijft het woord op dat je beschrijft.

Woord raden

1 leerling naar voren

krijgt woord te zien

terug groepje

teken het woord

Raden

NIET PRATEN

Woord raden

Tekenen

Omschrijven

Liplezen

Uitbeelden

www.npostart.nl

'Elf, geen woord te veel'

1 schaduw

2 bewegende vlek

3 dansend tegen buitenmuur

4 kan hij ons afluisteren?

1 griezel

'Elf, geen woord te veel'

1 spoorlijn

2 ijzeren straat

3 onderweg naar verderop

4 waar gaan we naar toe?

1 wereldwijd

Samen oefenen!

1 schooltijd

2 Hoe ziet het eruit?

3 Wat doet het of hij/zij? Waar is het?

4 Wat wil je vragen aan schooltijd?

1 schrijf het antwoord op 1 woord

Elf

A Kies 1 woord uit de lijst 

1.  Schrijf het woord op 

B Hoe ziet het of hij/zij eruit?

2. Schrijf 2 woorden op

 

Elf

C Wat doet het of hij/zij, waar is het? 

3.  Schrijf op in 3 woorden 

D Wat wil je vragen aan het/hem of haar?

4. Schrijf op in 4 woorden

 

Elf

 D Wat wil je vragen aan het/hem of haar?

4. Schrijf op in 4 woorden

 

E Denk na over een spannend of gek antwoord

5. Schrijf op in 1 woord