2V GS 2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek


2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les


2.2 Cultuur en samenleving in de Republiek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de samenleving in de Gouden Eeuw eruitzag.
  • Je kunt met behulp van voorbeelden uitleggen wat kenmerkend was voor de Republiek  
  • Je kunt met behulp van voorbeelden uitleggen wat kenmerkend was voor de cultuur van de Republiek.
  • Je kunt uitleggen dat er in de 17e eeuw een wetenschappelijke revolutie was.  

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Arm en rijk in de Gouden Eeuw
  • Kunst
  • Religie en wetenschap
  • Zelfstandig werken aan opgaven
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Rijk in de Gouden eeuw 
  • Rijke families investeerden in ondernemingen om nog rijker te worden. 

  • Drooglegging van de Beemster.

  • Rijke families hadden veel politieke macht in steden en gewesten.

  • Schilderijen en grachtenhuizen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

In het dagelijks leven
  • Rijke mensen werden vervoerd via een koets.

  • Pronkkamers.

  •  Rijke mensen aten witbrood, vlees en vis en heel veel suikergoed.

  • Jong in de Gouden Eeuw: dure kleding, comazuipen, tabak roken en soa's. 

Slide 6 - Tekstslide

Winkeliers en ambachtslieden
  • Bewerken van luxeproducten. Bouwen en repareren van schepen. 

  • Waren goed opgeleid. 

  • Bezaten winkelpanden en kochten ook luxegoederen  zoals schilderijen. 

Slide 7 - Tekstslide

Loonarbeiders
  • Arbeiders die voor een laag loon werkten voor een baas. 

  • Laden en lossen van schepen, in dienst van winkeliers.

  • Werkdagen van 13 uur = 20 stuivers. 
    Een roggebrood kostte 6,5 stuiver. 

  • Het hele gezin moest bijdragen aan het inkomen (kinderen ook). 

Slide 8 - Tekstslide

In het dagelijks leven
  • Loonarbeiders gingen te voet of in een trekschuit.

  •  Woonden met hele gezin in één kamer.

  • Aten roggebrood, boekweitpap, soms kaas en vlees. 

  • Bij ziekte: de chirurgijn. 

Slide 9 - Tekstslide

De armen
  • Mensen zonder werk, ouderen en zieken.

  • Rondkomen van bedelen en liefdadigheid. 

  • Tuchthuizen: rasphuis en spinhuis. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video



Migranten in de Republiek



  • Veel migranten in de Republiek waren religieuze vluchtelingen uit Europese landen.
  • Meeste migranten waren arme burgers uit andere gewesten die werk probeerden te vinden in Holland.  

Slide 12 - Tekstslide

Kunst & wetenschap
  • Grote vraag naar schilderkunst. 

  • Landschappen, stadsgezichten en portretten.

  • 'Normale' mensen kochten kunst.

  • Ongebruikelijk vergeleken met andere landen.  

Slide 13 - Tekstslide

Sinds is de Nachtwacht 363 bij 438 cm, maar dat was het schilderij niet toen Rembrandt het maakte! Het was toen een stuk groter: 500 bij 387 cm. Maar omdat het schilderij niet paste op de plaats waar het zou gaan hangen in het stadhuis op de Dam (tegenwoordig Paleis op de Dam), werden er in 1715 stukken vanaf gesneden.
Benieuwd hoe de Nachtwacht eruit zag vóór de stukken eraf waren gesneden? Klik op de afbeelding rechtsonder in de hoek.
De Nachtwacht heet tegenwoordig zo, maar de oorspronkelijke titel is: De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren.
Het is onduidelijk waar de naam Nachtwacht precies vandaan komt. Is het misschien de kleur van het schilderij? Of was dit inderdaad een nachtwacht?
Kapitein Frans Banninck Cocq
Luitenant Willem van Ruytenburgh
Schilderijen van schutterijen (een soort politie) waren erg populair in de tijd. De leden van een schutterij betaalden veel geld om er goed en stoer uit te zien. Rembrandt had voor het maken van dit schilderij ongeveer 3500 gulden verdiend. Dat was in die tijd veel geld, maar niet ongebruikelijk voor een schilderij van Rembrandt.
Is dit Rembrandt zelf? Sommige mensen zeggen van wel.
Het meisje stelt een soort mascotte voor. Aan haar riem hangt een dode vogel. Vooral de twee poten van het beest, de klauwen, zijn duidelijk te zien. Ze zijn het symbool voor de kloveniers (de schutters), die ook wel klauweniers werden genoemd.
Kloveniers waren schutters met een musket (geweer). Rembrandt heeft in zijn schilderij laten zien wat er allemaal bij komt kijken om zo'n musket te gebruiken. Zo vult er één zijn musket met kruit; ééntje schiet zijn musket af en een ander reinigt zijn musket door het kruit weg te blazen.
Het is bijna niet te zien, maar in hun wapen hadden de Kloveniers twee klauwen van een vogel. Die twee klauwen zie je ook weer terug bij de vogel die het meisje bij zich draagt.
Op dit schild staan de namen van de personen die zijn afgebeeld (en waarschijnlijk ook hebben betaald).
Hoeveel is de Nachtwacht waard? Dat is niet te zeggen: het schilderij is nooit verkocht of te koop aangeboden. Er is later weleens geprobeerd om het uit te rekenen. Ze kwamen toen uit op een bedrag van 500 miljoen Euro!
De signatuur (soort handtekening) van Rembrandt: Rembrandt f 1642
Sommige leden van de schutterij weigerden te betalen toen ze het schilderij zagen: ze stonden er maar half op! Of keken de andere kant op! "Daarvoor ga ik niet betalen!", zeiden sommigen
Honden op schilderijen waren vaak een teken van trouw ('trouwe viervoeter'). Of de hond in dit schilderij dezelfde functie heeft, trouw aan de stad Amsterdam, is niet bekend.
De Nachtwacht lijkt misschien een rommeltje, maar als je goed kijkt zitten er duidelijk 'lijnen' in. Dat zie je bijvoorbeeld aan de lansen en geweren.

Slide 14 - Tekstslide

Wetenschap (1)
  • Bloei van de handel en de gewetensvrijheid stimuleerde de wetenschap. 

  • Antonie van Leeuwenhoek: bacteriën en cellen. 

  • Christiaan Huygens: ontdekker van de telescoop en het slingeruurwerk: voor plaatsbepaling op zee.

  • Opkomst van universiteiten. 

Slide 15 - Tekstslide

Wetenschap (2)
  • Niet alleen de natuur werd onderzocht maar ook de manier waarop mensen met elkaar leven.

  • Hugo de Groot ging uit van de basisrechten van de mens: het recht op leven en zelfverdediging.

  • Deze ideeën werden geformuleerd op basis van logisch nadenken en niet op geloof. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Verdraagzaamheid (1)
  • Na de Opstand was het calvinistische geloof het belangrijkste geloof. 

  • Maar andere geloven werden niet vervolgd.

  • Het was geaccepteerd dat niet iedereen dezelfde opvattingen had. 

  • Wetenschappers en kunstenaars profiteerden daarvan. God was niet meer de oorzaak van het ontstaan van de wereld. 

Slide 18 - Tekstslide

Verdraagzaamheid (2)
  • Baruch Spinoza twijfelde aan de bijbel en geloofde niet dat God wonderen kon verrichten.

  • God zou gebonden zijn aan de natuurkrachten.

  • Bijbel bestuderen op een wetenschappelijke manier: bijbelkritiek. 

Slide 19 - Tekstslide

Ga aan de slag met de opdrachten

2.1 Opdracht: 3 t/m 16
2.2 Opdracht: 4C, 5, 6, 9, 10, 11, 12 en 13. 

Slide 20 - Tekstslide