Zouten

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke onderdelen van zouten (H4) moet nog terugkomen tijdens de Herhaalweek?

Slide 2 - Open vraag

Zouten zijn opgebouwd uit;
A
een metaal en een niet metaal
B
2 metalen
C
2 moleculaire stoffen
D
een moleculaire stof en een niet metaal

Slide 3 - Quizvraag

Welke lading krijgt een atoom als hij 2 elektronen afstaat?
A
2+
B
2-

Slide 4 - Quizvraag

Welke lading krijgt een atoom als hij 2 elektronen opneemt?
A
2+
B
2-

Slide 5 - Quizvraag

Waar hoort wat?
18
8
2
M
L
K
Schil:
Schil:
Schil:
Aantal e-
Aantal e-
Aantal e-

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Kijk goed naar deze afbeelding
Tabel 66B

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat je op de foto gezien hebt.
Gebruik begrippen: atoom, ion, edelgas, lading, aantrekkingskracht, …binding, …rooster

Slide 9 - Open vraag

Welke ionen in deze zouten trekken elkaar harder aan:
MgS of NaCl. En natuurlijk......waarom?

Slide 10 - Open vraag

Welke ionen trekken elkaar harder aan?
A
ionen met een ladingverschil van 2 (NaCl)
B
ionen met een ladingsverschil van 4 (MgS)

Slide 11 - Quizvraag

Enkelvoudige
 ionen 

Slide 12 - Tekstslide

Samengestelde ionen

Slide 13 - Tekstslide

nitrietion
acetaation
ammoniumion
hydroxide‑ion
 fosfaation
carbonaation
 CO32-
PO43-
OH-
NH4⁠+
CH3COO-
NO2-

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Namen van Zouten
De systematische naam van een zout is afgeleid van de namen van de ionen waaruit het zout is opgebouwd. Die namen worden aan elkaar gekoppeld, waarbij de naam van het positieve ion altijd voorop staat. Dat levert dan de naam van het zout op.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Formules van zouten
In zouten trekken de positieve en negatieve ionen elkaar aan door de tegengestelde ladingen. In het ionrooster dat ontstaat zijn alle ionen gestapeld. De positieve ionen zijn omgeven door negatieve ionen en de negatieve ionen door positieve. Er zijn dus geen zoutmoleculen aan te wijzen.

Zouten zijn ongeladen, dat kan alleen als in het zout de totale lading van de positieve ionen gelijk is aan de totale lading van de negatieve ionen. Omdat de lading van een ion vaststaat, komen ionen altijd in een vaste verhouding in een zout voor. Een zoutformule noem je dan ook een verhoudingsformule. Als je weet uit welke ionen een bepaald zout bestaat, kun je de verhoudingsformule van de desbetreffende stof opstellen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Leid de verhoudingsformules van elk van het volgende zout af:
natriumsulfaat

Slide 21 - Open vraag

Leid de verhoudingsformules van elk van het volgende zout af:
kopercarbonaat

Slide 22 - Open vraag

Leid de verhoudingsformules van elk van het volgende zout af:
magnesiumnitriet

Slide 23 - Open vraag