Spelling: samenstellingen

25m1
10 minuten lezen.
Schrijfopdracht
Spelling tussenletters.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

25m1
10 minuten lezen.
Schrijfopdracht
Spelling tussenletters.

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Deze periode kijken we geen film in de klas.
De beoordeling die je bij de schrijfopdracht moet schrijven, gaat nu over een zelf gelezen boek of zelf bekeken film. 
THEMA = OORLOG
Dus: lees een boek en schrijf hier een beoordeling over 
óf
kijk een film en schrijf hier een beoordeling over.

Slide 2 - Tekstslide

Spelling
Tussenletters in samenstellingen

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet welke regels je moet toepassen bij tussenletters in samenstellingen.

Slide 4 - Tekstslide

Maak nieuwe woorden:
1: fiets, deur, slag, lees, schoenen, eiken
2: plank, doos, boom, klink, bel

Slide 5 - Open vraag

Samenstelling
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling: school + boek = schoolboek.

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer komt er een -(e)n-?
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je 
-en- tussen de woorden.
Boek - Boeken > Boekenbon
Paard - Paarden > Paardenstal
Tomaat - Tomaten > Tomatensoep

Slide 7 - Tekstslide

Is het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord?
nee?
ja?

schrijf -e

platteland

huilebalk

heeft het eerste deel een mv op -s?

nee?

schrijf -en:

lampenkap

koekenpan

ja?

schrijf -e

gedachtegang

aspergesoep

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer geen extra -n? (1)
  • Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft. Gerst - ? > Gerstebier
  • Als het eerste deel van de samenstelling ook een meervoud op -s heeft. Groente - Groenten/Groentes > Groentewinkel
  • Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets waar er maar één van is. Maneschijn

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer geen extra -n? (2)
  • Als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is. Armelui
  • Het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt. Beresterk

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wanneer moet je een -s toevoegen?

  • Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook.
  • Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een ander woord dat niet met een s-klank begint. Oorlogsschip - oorlogsbuit Hoofdstraat - hoofdweg

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

peer+sap
A
peersap
B
perensap
C
peresap

Slide 14 - Quizvraag

Breken+been
A
breekbeen
B
brekenbeen
C
brekebeen

Slide 15 - Quizvraag

hebben+ding
A
hebbeding
B
hebbending
C
hebding

Slide 16 - Quizvraag

bakker + school
A
bakkersschool
B
bakkerschool

Slide 17 - Quizvraag

arm+lui
A
armelui
B
armenlui
C
armlui

Slide 18 - Quizvraag

zon+stelsel
A
zonnestelsel
B
zonnenstelsel
C
zonstelsel

Slide 19 - Quizvraag

station+plein
A
stationplein
B
stationsplein

Slide 20 - Quizvraag

mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil

Slide 21 - Quizvraag

meisje+fiets
A
meisjefiets
B
meisjesfiets

Slide 22 - Quizvraag

zaak+man
A
zaakman
B
zakeman
C
zakenman

Slide 23 - Quizvraag

kat+bak
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak
D
kattensbak

Slide 24 - Quizvraag

schieten + schijf
A
schietschijf
B
schietsschijf

Slide 25 - Quizvraag

moeder + kindje
A
moederkindje
B
moederskindje

Slide 26 - Quizvraag

Seconde+wijzer

Slide 27 - Open vraag

Bejaarde+flat

Slide 28 - Open vraag

tarwe+bloem

Slide 29 - Open vraag

Deze les:
  1. Verder met spelling opdrachten in itslearning.

  2. Klaar? Laat het mij zien, ik teken het af.

  3. Dan: Werken aan volgende week;
    óf werken aan je filmverslag;
    óf werken aan ander vak.

Slide 30 - Tekstslide