stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord


Laatste onderdeel voor de toets 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord


Laatste onderdeel voor de toets 

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
Vandaag: herhalen 4.8 stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
Morgen: oefentoets spelling en grammatica h3 en h4
Maandag 3 april: proefwerk spelling en grammatica h3 en h4

Slide 2 - Tekstslide

Samenvatting H3 en H4 doornemen


De samenvatting heb ik ook gestuurd via je Magistermail Leer/oefen niet alleen de samenvatting, maar gebruik ook je boek! 

Slide 3 - Tekstslide

Welke bijvoeglijk naamwoorden kunnen hierbij?
stoel

Slide 4 - Woordweb

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
  • Vuistregel: de uitgang eindigt altijd op -en.
  • goud + en
  • hout + en
  • Riet + en

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering
De uitzonderingingen zijn:
  • plastic
  • nylon
  • linoleum
  • kunststof
  • aluminium

Rubber en rubberen mag allebei

Slide 6 - Tekstslide

Juf Linda kocht een staal... pen.
A
stalen
B
stale
C
stallen
D
stalle

Slide 7 - Quizvraag

Later woon ik in een karton... doos.
A
kartonen
B
kartonnen
C
kartone
D
kartonne

Slide 8 - Quizvraag

In de klas ligt een ..... vloer
A
linoliume
B
linolium
C
linoleumen
D
linoleum

Slide 9 - Quizvraag

Het paard liep tegen een (hout) kast aan.
timer
0:10

Slide 10 - Open vraag

Het grote papier... boek.

Slide 11 - Open vraag

Deze trap is van aluminium.
Het is een ...... trap.

Slide 12 - Open vraag

Een tent van nylon is een .... tent.

Slide 13 - Open vraag

Zoveel mogelijk
stoffelijk bijvoeglijk
naamwoorden

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Aan de slag met 4.8 
Opdracht 5,6 en 7

Slide 16 - Tekstslide