V4 - T3 : BS5 dihybride kruisingen

Een koppel muizen heeft in hun leven 23 witte nakomelingen gekregen, 25 zwarte, en 43 gele. Welke uitspraak is waar?
A
Geel = een intermediair fenotype
B
Zwart = dominant
C
Geel = dominant
D
De muizen waren beide heterozygoot
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een koppel muizen heeft in hun leven 23 witte nakomelingen gekregen, 25 zwarte, en 43 gele. Welke uitspraak is waar?
A
Geel = een intermediair fenotype
B
Zwart = dominant
C
Geel = dominant
D
De muizen waren beide heterozygoot

Slide 1 - Quizvraag

Een ander muizenechtpaar heeft 300 nakomelingen gekregen. 100 hebben een harige staart, 200 hebben een gladde staart. Hoe komen ze aan deze verhouding?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het genotype van 5? 
Sleep het juiste genotype op '5'
1
2
3
4
5
6
7
8
9
XAXA
AA
Aa
aa
XAXa
XaXa
XAY-

Slide 3 - Sleepvraag

Deze denkbeeldige beestjes kunnen gespikkeld of gestreept zijn. Het is een eigenschap die op het X-chromosoom ligt. Vrouwtjes (2, 5) hebben hier twee kopieën van. Mannetjes (1, 3 en 4) maar één. Geef de genotypes van de individuen uit de stamboom. 
XAXa
XAY
XaY
XAY
XAXA

Slide 4 - Sleepvraag

B5 - Dihybride kruisingen

Slide 5 - Tekstslide

Dihybride kruisingen
- Kruising waarbij wordt gelet op de overerving van twee eigenschappen

- Onafhankelijk overerving (chromosomen liggen op verschillende chromosomenparen)

Slide 6 - Tekstslide

Gekoppelde overerving

Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving

Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gekoppelde overerving

Beide genen liggen op HETZELFDE
chromosoom
Onafhankelijke overerving

Beide genen liggen op VERSCHILLENDE
chromosomen

Slide 15 - Tekstslide

Dihybride kruising
G=groene schil
g=gele schil

Y=gele zaden
y=groene zaden
Hoeveel procent heeft groene zaden?

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel % heeft groene zaden?
A
12,5%
B
25%
C
33,3%
D
50%

Slide 17 - Quizvraag

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist.
In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
(onafhankelijke overerving)
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 18 - Quizvraag

Uitwerking

Slide 19 - Tekstslide

Stel, de twee genen liggen op hetzelfde chromosoom. Wat is dan waar over de verschillende allelen van deze genen?
A
Deze allelen komen altijd samen in een geslachtscel
B
Deze allelen komen meestal samen in een geslachtscel
C
Deze allelen komen soms wel en soms niet samen in een geslachtscel
D
Deze allelen komen niet samen in een geslachtscel

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Huiswerk:
57 t/m 61

timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide