H12. 001. Rechtspersoon + Eenmanszaak

Welkom
4 HAVO ||  2020-2021


Hoofdstuk 12
Keuze rechtsvorm

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ||  2020-2021


Hoofdstuk 12
Keuze rechtsvorm

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Het nut van de tabel

Natuurlijk en rechtspersonen

Eenmanszaak

Slide 2 - Tekstslide

Het nut van de tabel
Zelfstandig kennis opdoen, welke daardoor beter blijft hangen.

Samenvatting van paragraaf 1 t/m 4

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een natuurlijk
persoon en een rechtspersoon?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Natuurlijk persoon

Een persoon van vlees en bloed die deelneemt aan het rechtsverkeer en daarbij rechten en verplichtingen heeft. 
Rechtspersoon

Eer organisatie welke net als een natuurlijk persoon zelf rechten en verplichtingen heeft. 

Een rechtspersoon is dus een bij wet vastgesteld 'persoon'.

Slide 5 - Tekstslide

Een eenmanszaak is een ZZP'er.
Waar
Niet waar

Slide 6 - Poll

Eenmanszaak
Eén eigenaar die het ondernemers risico draagt.

Eén eigenaar die met zijn privé vermogen aansprakelijk is voor de onderneming. 

Oprichting: inschrijving bij de KvK.

Slide 7 - Tekstslide

Financiering en aansprakelijkheid van een eenmanszaak
Inbreng privé vermogen als eigen vermogen.
Of geld lenen bij familie, bank, crowdfunding, microkredieten (vreemd vermogen).

De eigenaar is volledig aansprakelijk voor alle schulden met zijn privé vermogen. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Patrick heeft een eenmanszaak. Hij heeft nog een lening van  €100.000 bij de bank open staan, maar hij kan al een paar maanden de aflossing niet betalen. De bank vraagt het faillissement van Patrick aan bij de rechtbank. De rechtbank spreekt het faillissement uit en stelt een curator aan. Deze constateert dat er nog voor €50.000 aan waarde in de onderneming zit. Voor de overige €50.000 is Patrick met zijn privé vermogen aanspraken. Hij heeft dit geld niet en moet daarom zijn huis verkopen. Met de opbrengst van de verkoop kan zijn lening worden afbetaald. 

Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Lees paragraaf 12.1 en 12.2
Maak opgave 12.1 t/m 12.5

Belang van het huiswerk:
Oefenen met de eenmanszaak.

Slide 10 - Tekstslide