Zenuwstelsel

Deze les
Huiswerk bespreken 
Herhalen paragraaf 5.3
Uitleg over zenuwstelsel (paragraaf 5.4, bladzijde 120)
Werken aan opdrachten paragraaf 5.4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Huiswerk bespreken 
Herhalen paragraaf 5.3
Uitleg over zenuwstelsel (paragraaf 5.4, bladzijde 120)
Werken aan opdrachten paragraaf 5.4

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet het deel van het oog waarmee we doen scherpstellen?

Slide 2 - Open vraag

Waar zitten de zintuigcellen voor geluid? Wees zo specifiek mogelijk.

Slide 3 - Open vraag

Als iemand verziend is, waar kan hij dan niet goed zien?
A
Dichtbij
B
Ver weg

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurd er als iemand verziend is, en wat voor lenzen heeft hij nodig?
A
Het snijpunt van het beeld zit voor het netvlies, hij moet bolle lenzen.
B
Het snijpunt van het beeld zit voor het netvlies, hij moet holle lenzen.
C
Het snijpunt van het beeld zit achter het netvlies, hij moet bolle lenzen.
D
Het snijpunt van het beeld zit achter het netvlies, hij moet holle lenzen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
Hoe het zenuwstelsel is opgebouwd.
Hoe het zenuwstelsel werkt.
Hoe zenuwcellen zijn opgebouwd. 

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Door je lichaam loopt een heel netwerk waar er impulsen kunnen worden gemaakt en doorgeven. Dit zodat alle delen van je lichaam met elkaar kunnen communiceren. Dit word het zenuwstelsel. Het belangrijkste deel word het centraal zenuwstelsel genoemd. Deze bestaan uit je hersenen en ruggenmerg, de hoofdzenuw die door je wervelkolom loopt.

De rest bestaat uit zenuwen, gebundelde zenuwcellen.


Slide 7 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel

Slide 8 - Tekstslide

Zenuwen

Slide 9 - Tekstslide

Zenuwcellen
Zenuwcellen zijn cellen met een centraal lichaam en hele lange uitlopers, waardoor het signaal door kan worden gebracht. Deze cellichamen zitten vaak in of rondom het ruggenmerg, dus als de zenuw naar je kleine teen moet, is het een hele lange uitloper. 

Slide 10 - Tekstslide

Weg van impulsen
Normaal gesproken gaat een impuls van zintuigcellen naar ruggenmerg en hersenen, maar bij een reflex gaat de impuls niet naar de hersenen, maar direct van het ruggenmerg naar de spieren.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Maak de opdrachten van paragraaf 5.4, inclusief samenvatting en plusopdracht. Succes!

Volgende week is oefentoets, volgende les gaan we daarvoor leren. 

Slide 12 - Tekstslide