Toetsje 3.1 (groepen) en 3.2 Overeenkomst en verwantschap
Toetsje
3.1 Steeds kleinere groepen
3.2 Overeenkomst en verwantschap
Laptop open en inloggen LessonUp.
Tas tussen jullie in.
Succes!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Toetsje
3.1 Steeds kleinere groepen
3.2 Overeenkomst en verwantschap
Laptop open en inloggen LessonUp.
Tas tussen jullie in.
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
H3. Ordening
Slide 2 - Tekstslide
Zet de groepen in de juiste volgorde.
Bovenin de grootste en onderin de kleinste.
Ras komt helemaal onderaan
soort
ras
geslacht
familie
orde
klasse
stam
rijk
domein
Slide 3 - Sleepvraag
Organismen behoren tot 1 soort omdat...
A
ze erg veel op elkaar lijken
B
ze tot hetzelfde ras behoren
C
ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
D
ze in dezelfde omgeving leven
Slide 4 - Quizvraag
Honden die er heel anders uit zien, maar wel vruchtbare puppy's kunnen maken zijn....
A
Zelfde soort, ander ras
B
Andere soort, zelfde ras
C
Zelfde soort, zelfde ras
D
Andere soort, ander ras
Slide 5 - Quizvraag
Dieren met een grote verwantschap hebben veel overeenkomstige kenmerken.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Hoe langer geleden de gemeenschappelijke voorouder van 2 soorten leefde des te ............... ze verwant zijn.
A
meer
B
minder
Slide 7 - Quizvraag
Aan welke soort is nummer 5 het meest verwant?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Organismen van een ras kunnen zich met een ander ras van dezelfde soort voortplanten.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Aan welk dier is de neushoorn volgens deze stamboom het meest verwant?
A
kangoeroe
B
nijlpaard
C
ringelrob
D
zebra
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen?
Slide 11 - Open vraag
In een groep kikkers van dezelfde soort zijn er kleine verschillen tussen de kikkers: lichter of donkerder gekleurd, groter of kleiner gebouwd, met veel of weinig vlekken. Hoe noem je dit verschijnsel?
Slide 12 - Open vraag
Door variatie en ............ kunnen soorten langzaam veranderen of kunnen nieuwe soorten ontstaan. Wat moet je invullen op de plaats van de puntjes?