les 14 Afbreekstreepje

WAT VALT JE OP?

De jongen speelt op de grond met zijn  speel-goed.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

WAT VALT JE OP?

De jongen speelt op de grond met zijn  speel-goed.

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
Je leert het afbreekstreepje gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Het woord ‘open’ kun je dus niet afbreken (o-pen mag niet).

Slide 6 - Tekstslide

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
weeshuis

Slide 7 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
badkamer

Slide 8 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
stoelpoot

Slide 9 - Open vraag

Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
ontdekken

Slide 10 - Open vraag

Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
ondiep

Slide 11 - Open vraag

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
vriendelijk

Slide 12 - Open vraag

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
dadelijk

Slide 13 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
bakken

Slide 14 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
zeulen

Slide 15 - Open vraag

Welk woord is goed afgebroken ?
A
th-uis
B
radi-o
C
huis-werk
D
po-tten

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is goed afgebroken ?
A
on-aardig
B
hel-emaal
C
vaka-ntie
D
hel-mgras

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is goed afgebroken ?
A
slape-rig
B
aa-rdig
C
ko-ppig
D
hel-mgras

Slide 18 - Quizvraag

In welke zin is het woord is goed afgebroken ?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Doel van de les:
Ik leer het afbreekstreepje gebruiken.
0100

Slide 20 - Poll