01. thema 4.1 - het skelet (1) 6-2

Thema 4: Stevigheid en beweging
Basisstof 1: Het skelet
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Stevigheid en beweging
Basisstof 1: Het skelet

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Toets bespreken
Instructie Thema 4 bs 1
Huiswerk
Docent: 
  • Cijfers / doelen bespreken met je.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik - Vooruitblik
In de biologie worden organismen geordend.

Vorige thema ging over ordening.

Mensen behoren tot 'de gewervelden' in 
het Rijk van de dieren. (mensen zijn zoogdieren)

Mensen hebben een inwendig skelet met een wervelkolom.

Slide 3 - Tekstslide

T4 stevigheid en beweging

- BS 1: Het skelet
- BS 2: Botten
- BS 3: Beenverbindingen
- BS 4: Spieren
- BS 5: Gezond bewegen

Slide 4 - Tekstslide

Doel: Het skelet
Je kent de delen van het lichaam.
Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 5 - Tekstslide

welke botten ken je al?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Delen lichaam
we kunnen het lichaam opdelen in 3 delen:

hoofd
romp 
ledenmaten

Slide 8 - Tekstslide

Skelet
In het lichaam zitten botten. Een ander woord voor botten zijn beenderen.

Al je beenderen samen vormen het beenderstelsel ook wel het skelet.

Het skelet is het geraamte van de mens.


Slide 9 - Tekstslide

Verwarrend
De ellepijp en de spaakbeen liggen allebei in je hand en zijn lastig uit elkaar te houden.

ellepijp ligt aan de kant ven pink

spaakbeen ligt aan de kant van de duim


Slide 10 - Tekstslide

Schedel
Alle botten samen in hoofd gedeelte noemen we een schedel.
De schedel beschermt onder andere je hersenen.
De schedel wordt gedragen door je wervelkolom.

Slide 11 - Tekstslide

Wervelkolom
De schedel wordt gedragen door je wervelkolom (ruggengraat).

De wervelkolom bestaat uit halswervels, borstwervels en lendenwervels.

Onder de lendenwervels zit het heiligbeen en daaraan het staartbeen.

Slide 12 - Tekstslide

Het skelet
  • Borstkas= borstwervels, ribben en borstbeen
  • Schoudergordel= schouderbladeren en steutelbeenderen
  • Bekken= heupbeenderen en heiligbeen 

Slide 13 - Tekstslide

Borstkas: borstwervels, ribben en borstbeen

Slide 14 - Tekstslide

Schoudergordel: Schouderbladen en sleutelbeenderen

Slide 15 - Tekstslide

Bekken: Heupbeenderen en heiligbeen

Slide 16 - Tekstslide

4 functies skelet
1 Stevigheid. Het skelet geeft stevigheid aan je lichaam. Zonder skelet zou je in elkaar zakken.

2 Bescherming. Het skelet zorgt voor bescherming van je organen. De borstkas beschermt de longen en het hart, de schedel beschermt de hersenen.

3 Beweging. Het skelet maakt beweging mogelijk. De meeste botten van je skelet zijn zo met elkaar verbonden dat ze kunnen bewegen. Met de spieren die aan de botten vastzitten, kun je bewegen.

4 Vorm. De vierde functie van het skelet is vorm geven aan je lichaam. De schedel geeft bijvoorbeeld een ronde vorm aan je hoofd.

Slide 17 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 18 - Quizvraag

Al je botten in je lichaam vormen samen ...?
A
de schedel
B
het beenderstelsel of het skelet
C
de wervels
D
het bekken

Slide 19 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door
bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 21 - Quizvraag

Welke functies heeft ons skelet?
A
Vormgeven, bescherming en stevigheid
B
Vormgeven, stevigheid en beweging
C
Beweging, vormgeven, stevigheid en bescherming

Slide 22 - Quizvraag


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 23 - Quizvraag

Noem eens een ander woord voor botten?
A
Skelet
B
Beenderen
C
Geraamte

Slide 24 - Quizvraag


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 25 - Quizvraag

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 26 - Quizvraag

Doel: Het skelet
Je kent de delen van het lichaam.
Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.
Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 27 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 7 februari
Maken §4.1: 1 tm 5
+
Leren 4.1

(Dus ook het skelet met al zijn botten!!)
(Plan dit voor de komende week)
KGT

Slide 28 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video