In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg 5.1 (nieuw hoofdstuk!) = inlog!
Volle en belangrijke les. Meedoen!
Huiswerk maken/noteren
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Oorzaken opkomst steden in late middeleeuwen
Waarom ontstond er weer een geldeconomie
Waarom was een samenwerking voordelig?
Slide 3 - Tekstslide
We verlaten het tijdvak van
De Monniken en Ridders (500-1000)
en gaan naar Steden en Staten! (1000-1500)
Slide 4 - Tekstslide
Waar denk je aan bij Middeleeuwse steden?
Slide 5 - Woordweb
Er komen weer steden
Rond jaar 1000:
Bloei handel + nijverheid
Mensen wonen + werken op platteland
Continuïteit en verandering?
Continuïteit: werken en wonen op platteland
Slide 6 - Tekstslide
Twee oorzaken (1)
Ideeën? Hoezo groeiden die steden?
1. Verbetering landbouw, zoals?
Betere werktuigen
Drieslagstelsel, wat is dat?
Afwisselen van gebruik grond. Zo raakt het land niet uitgeput en is de oogst groter.
Filmpje.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Andere oorzaak (2)
2. Ontginnen woeste gronden
Bruikbaar maken voor landbouw
1 + 2 = stijging voedselopbrengst, en dus
Stijging bevolking + ruilen voedsel
Markten, dorpjes
Slide 10 - Tekstslide
Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.
Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.
Slide 11 - Quizvraag
Er komen weer steden
Ruilen van voedsel, welke plekken?
Kruispunten, kloosters, kastelen. En dan?
Ontstaan dorpen, later steden
Tussen 900 - 1300 ontstonden er +/- 1000 steden in Europa
Ontstaan agrarisch- stedelijke samenleving = Maatschappij waarin meerendeel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog. Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?
Slide 14 - Quizvraag
Ruilen niet handig, ontstaan geld
Ruilen is niet handig, waarom?
Opnieuw gebruik van geld
Slide 15 - Tekstslide
Er komt meer geld in omloop
Verandering: ontstaan geldeconomievanaf 13e eeuw
Pacht in vorm oogst onhandig, waarom?
Kan vergaan
Geld handiger, waarom?
Leger en hofhouding betalen.
Slide 16 - Tekstslide
Nadeel geldeconomie = overal een ander soort munt... moeilijk te bepalen hoeveel de munten waard zijn.
Slide 17 - Tekstslide
De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg. Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.
Slide 18 - Quizvraag
Handelsnetwerken
Handelssteden: steden die met handel het geld verdienen