Opruimen en schoonmaken, bacterien

Opruimen en schoonmaken:
bacterien
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opruimen en schoonmaken:
bacterien

Slide 1 - Tekstslide

hoe zitten we erbij?

Slide 2 - Tekstslide

Huishouden

Slide 3 - Woordweb

Wie doet bij jou thuis het huishouden?

Slide 4 - Open vraag

Welke taken heb jij in het huishouden?

Slide 5 - Open vraag

Stoorgrens
Waar stoor jij je aan? Qua rommel
Wat is rommel?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat zijn bacteriën?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Reinigen vs desinfecteren
Als je iets reinigt, verwijder je het vuil en vet. 
Als je iets desinfecteert, verwijder je alle bacteriën.

Slide 11 - Tekstslide

Desinfecteren vs reinigen
Waarom is het in ziekenhuizen belangrijk dat de materialen zowel worden gereinigd als gedesinfecteerd? 
En waarom hoef je thuis alleen maar te reinigen?

Slide 12 - Tekstslide

Ontvetten en ontkalken
Weet jij het verschil?

Slide 13 - Tekstslide

Kalk
Dit zit vooral op plekken waar je water gebruikt, zoals in de badkamer. Je kan dit het beste schoonmaken met een ontkalkmiddel.

Slide 14 - Tekstslide

Ontvetten
Hiervoor gebruik je een ontvettend middel, zoals afwasmiddel of allesreiniger.

Slide 15 - Tekstslide

Quiz

Slide 16 - Tekstslide

Alle bacteriën zijn slecht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Je kan alle bacteriën doden met afwasmiddel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

In een ziekenhuis moeten materialen zowel gereinigd als gedesinfecteerd worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar kan je kalkaanslag aan herkennen?

A
Witte aanslag op bijvoorbeeld kranen
B
Niet - Kalk is onzichtbaar
C
Bruine aanslag op de kranen
D
De kraan spoelt niet goed door

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bacteriën en schimmels?
A
Schimmels kunnen zichtbaar zijn en bacteriën niet.
B
Bacteriën zijn altijd slecht.
C
Bacteriën zijn altijd goed.

Slide 22 - Quizvraag

Je moet je handen en eten goed wassen om geen slechte bacteriën binnen te krijgen. Waarom is dat?
A
Omdat je van slechte bacteriën ziek kan worden.
B
Omdat het een gewoonte is.

Slide 23 - Quizvraag

Zijn bacteriën goed of slecht?
A
Goed want ze ruimen ons afval op
B
Slecht want ze bederven ons eten
C
Soms goed en soms slecht

Slide 24 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Dit vond ik van de les..
Dit vond ik van de les..
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll