5.01 Zenuwstelsel

Thema 5
Regeling

5.01 Zenuwstelsel                                    
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Regeling

5.01 Zenuwstelsel                                    

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Ademhaling --> zuurstof opnemen
Vertering --> voedingsstoffen opnemen
Bloed --> stoffen vervoeren door je lichaam.
= nodig voor verbranding (en dat is nodig om te kunnen groeien, bewegen, warm te blijven).

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Zintuigen : waarnemen van de buitenwereld.

Zonder waarneming is er geen contact en kan je niet leven.

Slide 3 - Tekstslide

Centrale Zenuwstelsel

Je ademhaling, de spijsvertering, de bloedsomloop, de verbranding, het waarnemen wordt allemaal geregeld in je hersenen.
Sommige simpele regeldingen worden geregeld door het ruggenmerg.
We noemen je hersenen + het ruggenmerg ook wel het centrale zenuwstelsel.

Slide 4 - Tekstslide

Zenuwstelsel
Je hersenen ontvangen informatie van je zintuigen en verwerken deze informatie.
De informatie komt via de zenuwen bij de hersenen.

Hersenen + ruggenmerg + zenuwen noemen we het zenuwstelsel.

Slide 5 - Tekstslide

(Centrale) zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat dus uit de hersenen en het ruggenmerg.
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en de zenuwen.

Slide 6 - Tekstslide

Hersenen en zintuigen


Je hebt je hersenen nodig om na te denken en je zintuigen om te weten wat er om je heen gebeurd.


Slide 7 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 8 - Tekstslide

Prikkels

Slide 9 - Tekstslide

Impulsen
Impulsen zijn elektrische stroompjes
die van een zintuig naar de hersenen
gaan.


Slide 10 - Tekstslide

Impulsen
Impulsen gaan ook van de hersenen
naar een spier of een klier.
Zo kan je reageren op een waarneming.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Nog zin in een quizje?

Slide 13 - Tekstslide

Hersenen
Zenuwen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel

Slide 14 - Sleepvraag

Welke prikkel hoort bij het zintuig?
licht
geluid
geur
druk/tast/warmte
/kou/pijn
smaak
oog
oor
huid
neus
tong

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe komt de informatie van je zintuigen in je hersenen?
via de ....

Slide 16 - Open vraag

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 17 - Quizvraag

Een impuls is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 18 - Quizvraag

Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een impuls is een invloed vanuit het milieu op een organisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Als de hersenen een impuls naar de speekselklieren sturen. Hoe reageert de speekselklier dan?

Slide 21 - Open vraag

Noem 4 voorbeelden van prikkels.

Slide 22 - Open vraag

Hoe reageren zintuigcellen als ze prikkels opvangen?
A
Je trekt je hand weg doordat het pijn doet.
B
Ze sturen de prikkels door naar je hersenen.
C
Ze maken er impulsen van.

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer wordt je je bewust van een waarneming?
A
Als er een prikkel in je zintuig komt.
B
Als het impuls in de hersenen is verwerkt.

Slide 24 - Quizvraag

Wat moet je onthouden van deze les?

Slide 25 - Open vraag

Aan het werk!
Maak 5.01 Het zenuwstelsel in Quayn!

Slide 26 - Tekstslide