Oefentekst schaken

Welkom
Nederlands
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Trede 4 update
  • Oefentekst lezen en bijbehorende vragen maken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 3 - Open vraag

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Slide 4 - Open vraag

Waardoor is schaken de laatste tijd populairder geworden? Noem twee oorzaken.

Slide 5 - Open vraag

In regel 4-5 staat: Hoe heeft ze het zover geschopt? Wat betekent het ver schoppen?
A
altijd geluk hebben zonder er iets voor te doen
B
geen succes hebben, niet veel bereiken in het leven
C
iets heel ver kunnen trappen of schieten
D
vooruit komen in het leven, iets bereiken

Slide 6 - Quizvraag

Welke vraag wordt in het stukje Het schaakspel beantwoord?
A
Hoe heten de stukken bij schaken?
B
Hoe kun je leren schaken?
C
Hoe wordt het schaakspel gespeeld?
D
Waar wordt het schaakspel gespeeld?

Slide 7 - Quizvraag

Welke vaardigheden zijn belangrijk bij de denksport schaken? Noem er drie.

Slide 8 - Open vraag

In regel 14 staat:
''Het klinkt eenvoudig, maar het is best complex.''
Wat betekent complex?
A
Belangrijk
B
Bijzonder
C
Ingewikkeld
D
Simpel

Slide 9 - Quizvraag

Waaruit blijkt dat de serie The Queen’s Gambit populair is?

Slide 10 - Open vraag

Wat is volgens Eline Roebers het belangrijkste wat je nodig hebt om een goede schaker te worden?

Slide 11 - Open vraag

In r. 27 staat: ''De 14-jarige Eline Roebers kent de serie natuurlijk.''
Kun je afleiden waarom hier het woord natuurlijk is gebruikt?
A
Omdat ze een meisje van 14 is. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
B
Omdat ze heeft leren schaken van haar vader. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
C
Omdat ze uit Nederland komt. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.
D
Omdat ze wereldkampioen schaken bij de jeugd is. Dan is het logisch dat je deze serie hebt gezien.

Slide 12 - Quizvraag

Word je slimmer van schaken? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Wat is waar volgens de tekst?
A
Alleen heel slimme mensen kunnen leren schaken.
B
Je kunt alleen goed leren schaken met een echt schaakbord, niet online.
C
Schaken is een sport die je alleen op jonge leeftijd kunt leren.
D
Schaken kun je leren als je veel oefent en goed leert nadenken.

Slide 14 - Quizvraag

Noteer alle signaalwoorden uit het stukje onder het kopje 'Denksport'.

Slide 15 - Open vraag

Noteer de hoofdzaken uit alinea 5?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de kernzin van het stukje onder het kopje 'Slimmer?' ?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het tekstdoel? En wat is de tekstsoort?

Slide 18 - Open vraag

Noem twee deelonderwerpen bij de tekst.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 20 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open vraag

Welk onderdeel van leesvaardigheid zou jij nog extra uitleg over / oefeningen bij willen?

Slide 22 - Open vraag

Ik wil de volgende keer liever zelf oefenen en mijn antwoorden controleren.
Eens
Oneens

Slide 23 - Poll

Ik vind het fijn om de leestekst samen te maken.
Eens
Oneens

Slide 24 - Poll