H13 Groene chemie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Uitleg 12 principes groene chemie
  • Bestuderen 13.1 'Productie van melkzuur' + 13.3 'Principe 8+9'
  • Maken H13: 9, 39
  • Uitleg rendement, atoomeconomie, E-factor
  • Maken H9: 22, 25, 30
  • Maken H13: 18, 20, 26, 28, 29, 30, 32

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert om te argumenteren met de 12 principes van de groene chemie.
  • Je leert om rendement, atoomeconomie en E-factor te berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

12 Principes van de groene chemie
  • De industrie moet zoveel mogelijk rekening houden met mens en milieu.
  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van 12 principes van de groene chemie.
  • Binas 97F

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag
  • Bestuderen 13.1 'Productie van melkzuur' + 13.3 'Principe 8+9'
  • Maken H13: 9, 39

Slide 5 - Tekstslide

Rendement (9.3)
  • Geeft aan hoe hoog de opbrengst is van een synthese in verhouding tot het maximaal haalbare.

  • π‘…π‘’π‘›π‘‘π‘’π‘šπ‘’π‘›π‘‘=(π‘π‘Ÿπ‘Žπ‘˜π‘‘π‘–π‘ π‘β„Žπ‘’ π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘)/(π‘‘β„Žπ‘’π‘œπ‘Ÿπ‘’π‘‘π‘–π‘ π‘β„Žπ‘’ π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘)βˆ™100%

  • Praktische opbrengst wordt gegeven in de opgave.
  • Theoretische opbrengst berekenen m.b.v. chemisch rekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Bij de productie van 1,2-dichloorethaan uit 1,0 ton etheen, waterstofchloride en zuurstof ontstaat 1,5 ton 1,2-dichloorethaan. 

2 C2H4 + 4 HCl + O2 -> 2 C2H4Cl2 + 2 H2O

Bereken het rendement.

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
1,0 ton etheen = 1,0*106 g etheen
1,0*106 / 28,05 g/mol = 3,565*104 mol etheen
Molverhouding 1:1 dus max 3,565*104 mol 1,2-dichloorethaan.
* 98,95 g/mol = 3,5*106 g = 3,5 ton 1,2-dichloorethaan.
π‘…π‘’π‘›π‘‘π‘’π‘šπ‘’π‘›π‘‘ πœ‚=(π‘π‘Ÿπ‘Žπ‘˜π‘‘π‘–π‘ π‘β„Žπ‘’ π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘)/(π‘‘β„Žπ‘’π‘œπ‘Ÿπ‘’π‘‘π‘–π‘ π‘β„Žπ‘’ π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘)βˆ™100%
Rendement = 1,5 / 3,5 * 100 = 43 %

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen
  • Maken 9.3 vragen 22, 25, 30
  • Maken 13.3 vraag 28AB, 29A, 30

Slide 9 - Tekstslide

Atoomeconomie (13.2)
  • Geeft aan hoeveel atomen uit de beginstoffen terecht komen in het gewenste product.
  • Theoretische waarde: gebruik molverhoudingen uit reactievergelijking en molaire massa's.

  • π΄π‘‘π‘œπ‘œπ‘šπ‘’π‘π‘œπ‘›π‘œπ‘šπ‘–π‘’=(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘)/(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘π‘’π‘”π‘–π‘›π‘ π‘‘π‘œπ‘“π‘“π‘’π‘›)βˆ™100%
  • Binas 37H

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Bij de productie van 1,2-dichloorethaan uit 1,0 ton etheen, waterstofchloride en zuurstof ontstaat 1,5 ton 1,2-dichloorethaan. 

2 C2H4 + 4 HCl + O2 -> 2 C2H4Cl2 + 2 H2O

Bereken de atoomeconomie.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord
Massa gewenst product = 2*98,95 = 179,9 g/mol
Massa beginstoffen = 2*28,05 +4*36,458 + 32,00 = 233,9 g/mol
π΄π‘‘π‘œπ‘œπ‘šπ‘’π‘π‘œπ‘›π‘œπ‘šπ‘–π‘’=(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘)/(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘π‘’π‘”π‘–π‘›π‘ π‘‘π‘œπ‘“π‘“π‘’π‘›)βˆ™100%
Atoomeconomie = 179,9 / 233,9 * 100 = 85 %

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen
  • Maken 13.2 vragen 18, 20, 26

Slide 13 - Tekstslide

E-factor (13.3)
  • Environmental factor of Ecofactor.
  • Geeft aan hoe milieuvriendelijk een proces is.
  • Water wordt niet altijd als ongewenst product gezien.
  • Hoe lager de E-factor, hoe groener het proces.
  • πΈβˆ’π‘“π‘Žπ‘π‘‘π‘œπ‘Ÿ=(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘π‘’π‘”π‘–π‘›π‘ π‘‘π‘œπ‘“π‘“π‘’π‘›βˆ’π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘ 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘)/(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘ 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘ )

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Gegeven is de volgende reactie:

C4H8 + 3 O2 -> 3 H2O + C4H2O3
Het rendement van deze reactie is 56%.

Bereken de E-factor.

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord
Massa beginstoffen =  56,104 + 3*32,00 = 152,104 g
Massa gewenst product theoretisch = 98,056 g
Massa gewenst product in praktijk = 0,56 * 98,056 = 54,91 g
πΈβˆ’π‘“π‘Žπ‘π‘‘π‘œπ‘Ÿ=(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘π‘’π‘”π‘–π‘›π‘ π‘‘π‘œπ‘“π‘“π‘’π‘›βˆ’π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘ 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘)/(π‘šπ‘Žπ‘ π‘ π‘Ž π‘œπ‘π‘π‘Ÿπ‘’π‘›π‘”π‘ π‘‘ 𝑔𝑒𝑀𝑒𝑛𝑠𝑑 π‘π‘Ÿπ‘œπ‘‘π‘’π‘π‘‘ )
E-factor = (152,104 - 54,91) / 54,91 = 1,77


Slide 16 - Tekstslide

Even oefenen
  • Maken 13.3 vragen 28C, 29B, 32

Slide 17 - Tekstslide