4 kgt H2.4 Exponentiële groei en procenten

Welkom
Paragraaf 2.4 Exponentiële groei en procenten

Leg voor je open:
4kM: blz 91 
4kA: blz 113
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 2.4 Exponentiële groei en procenten

Leg voor je open:
4kM: blz 91 
4kA: blz 113

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert een groeifactor te maken bij procentuele groei

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 4 - Tekstslide

De groeifactor bij procenten

Als iets met een aantal procenten toe- of afneemt kan je het beginaantal vermenigvuldigen met een groeifactor. 









Slide 5 - Tekstslide

De groeifactor bij procenten
  • groeifactor bij procentuele toename = (100% + toename in %) : 100
  • groeifactor bij toename is altijd groter dan 1,0
  • Hoe is dit dan bij afname?
  • groeifactor bij procentuele afname= (100% - afname in %) : 100
  • Deze is altijd tussen 0,0 en 1,0
  • Hoe zal het zijn bij groeifactor = 1,0?
  • Dan blijft het altijd even groot.

Slide 6 - Tekstslide

De groeifactor bij procenten
De groeifactor:  ( 100% + toename in %) : 100
                              ( 100%  - afname in %) : 100
 





Je krijgt per jaar 4% rente

Dan heb je na een jaar 


100% + 4% = 104%


De groeifactor is: 104 : 100 = 1,04

Het aantal haaien neemt met 6% per jaar af.

Na een jaar is er nog over


100% - 6% = 94%


De groeifactor is: 94 : 100 = 0,94

Bij een groeifactor >1 is er toename, 

Bij een factor <1 is er afname

Slide 7 - Tekstslide

Exponentiële formule
Je zet €453 op de bank, je krijgt 4% rente. 
Hoeveel heb je na 10 jaar?

 
aantal=begingetalgroeifactortijd

Slide 8 - Tekstslide

Exponentiële formule
Je zet €453 op de bank, je krijgt 4% rente. 
Hoeveel heb je na 10 jaar?

begingetal = 453
groeifactor = ( 100% + 4% ) : 100 = 1,04
tijd = 10 

Na 10 jaar heb je €670,55 op je rekening staan. 
aantal=begingetalgroeifactortijd
aantal=4531,0410=670,55

Slide 9 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 10 - Tekstslide

De toename is 15%
de factor is dan:
A
0,15
B
0,85
C
1,15

Slide 11 - Quizvraag

De toename is 1,5%
de factor is dan:
A
0,15
B
0,985
C
1,015
D
1,15

Slide 12 - Quizvraag

Max heeft €500 op zijn spaarrekening gezet. Hij krijgt 1,5 % rente per jaar. Wat is de groeifactor?

Slide 13 - Open vraag

Max heeft €500 op zijn spaarrekening gezet. Hij krijgt 1,5 % rente per jaar. Hoeveel heeft hij na 20 jaar?

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk


Maak in deze les:
 4kM: Opgave 34 t/m opgave 50   
Bladzijde 91.   

4kA: Opgave 34 t/m opgave 51 
Bladzijde 113. 

  Succes!

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 16 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 17 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 18 - Tekstslide