11.1 Man en vrouw (B2)

11.1 Man en vrouw
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

11.1 Man en vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Vanaf wanneer is een jongen vruchtbaar?
A
vanaf zijn eerste erectie
B
vanaf zijn eerste zaadlozing
C
als zijn ballen gaan hangen
D
als de eicel rijpt

Slide 2 - Quizvraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7

Slide 3 - Sleepvraag

Welk geslachtsorgaan past bij welke functie? 
Sleep de functie naar het juiste geslachtsorgaan.
urinebuis
zwellichaam
prostaat
balzak
zaadleider
zaadblaasje
bijballen 
teelballen
Vervoeren van zaadcellen.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. 
Tijdelijk opslaan van zaadcellen.
De penis in erectie brengen.
Produceren zaadcellen en het hormoon testosteron
Vervoeren van urine en sperma.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.

Slide 4 - Sleepvraag

hypofyse --> Hormoon
Hypofyse
eierstokken
teelballen
oestrogeen
testosteron

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Zaadlozing

Slide 7 - Tekstslide

Waaraan merkt een meisje dat ze vruchtbaar is?
A
vanaf de eerste ongesteldheid
B
vanaf de eerste schaamhaargroei
C
vanaf de geboorte
D
vanaf de eerste borstontwikkeling

Slide 8 - Quizvraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 9 - Sleepvraag

Zaadcel en eicel

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Menstruatiecyclus
  • Van menstruatie tot menstruatie
  • Dag 1 - Start menstruatie
  • +/- dag 14 - Ovulatie (eisprong),   meest vruchtbare moment
  • Cyclus duurt ongeveer 28 dagen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Menstruatiecyclus 
  • Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 14 - Tekstslide

De menstruatiecyclus zonder hormonen

Slide 15 - Tekstslide

Gebeurtenissen in de eierstok tot +/- dag 14
  1. FSH (hormoon geproduceerd door de hypofyse) geeft signaal aan de eierstok
  2. Één eicel in follikel rijpt (vocht en voedingsstoffen opnemen) in één van de eierstokken, baarmoederslijmvlies wordt ondertussen dikker
  3. Ovulatie follikel barst open,  eicel komt in de eileider terecht
  4. Eicel onderweg naar de baarmoeder
  • Geen bevruchting?!? --> gele lichaam sterft (geen progesteron meer) --> menstruatie. De eicel is al eerder afgebroken.

Slide 16 - Tekstslide

Oestrogeen + progesteron
  • Voor ovulatie --> oestrogeen:     - Er gaan géén andere eicellen rijpen.                                                    - Het baarmoederslijmvlies wordt dikker.                                                   - Tijdens de piek van oestrogeen geeft de hypofyse (met hormoon LH) een signaal voor de eisprong.
  • Na ovulatie --> progesteron:       - Stimuleert verdere groei en doorbloeding van het baarmoederslijmvlies.

Slide 17 - Tekstslide

Hormonen menstruatiecyclus 
FSH; Gemaakt door --> hypofyse
  • Stimuleert de follikel groei
LH; Gemaakt door --> hypofyse
  • Stimuleert ovulatie en vorming gele lichaam
Oestrogeen;
  • Gemaakt door --> follikel (voor ovulatie)
  • Gemaakt door --> gele lichaam (na ovulatie)
  • Remt FSH productie
  • Piek zorgt voor LH productie
  • Stimuleert dikker worden baarmoederslijmvlies
Progesteron;
  • Gemaakt door --> gele lichaam (na ovulatie)
  • Remt FSH en LH productie
  • Stimuleert dikker worden baarmoederslijmvlies

Slide 18 - Tekstslide

Welke twee dingen kunnen er gebeuren met een eicel in de eileider?

Slide 19 - Open vraag

Hoe lang duurt een gemiddelde menstruatiecyclus? (getal in dagen)

Slide 20 - Open vraag

Iris had op 3 maart haar eerste dag van de menstruatie. Op welke dag zal haar eerstvolgende eisprong vermoedelijk zijn?
A
14 maart
B
17 maart
C
24 maart
D
31 maart

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
Opdracht maken en nakijken volgens de leerroute.
Samenvatting maken.

Slide 22 - Tekstslide