Noteer van de onderstaande zinnen het onderwerp en de persoonsvorm.
1. Mijn laptop is de laatste tijd ontzettend traag.
2. Zwemmen doe ik het liefst 's ochtends vroeg.
3.Van die grote middeleeuwse kastelen heb ik altijd fascinerend gevonden
4. In de dierentuin wil ik in ieder geval de leeuwen, giraffen en zebra's zien.
5. Bij een inval in Utrecht heeft de politie wapens gevonden.
6. We moeten die kasten vol rommel nodig gaan opruimen.