perifeer zenuwstelsel

Hersenen & Zenuwstelsel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hersenen & Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dendriet
Cellichaam
Kern

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Axon
Myelineschedel
Synaps

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De myelineschede heeft geen isolerende functie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een axon is?
A
Witte mergschede
B
Een lange uitloper van een neuron
C
Grijze stof
D
Een korte uitloper van een neuron

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwbanen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het rode gedeelte in het zenuwstelsel?
A
Het zenuwstelsel
B
De zenuwen
C
Het centrale zenuwstelsel
D
Het hersenstelsel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer zenuwstelsel (PZS)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling volgens de functie 
willekeurig zenuwstelsel
onwillekeurig zenuwstelsel
staat onder invloed van de wil
omvat de bewuste reacties
staat niet onder invloed van de wil
omvat de onbewuste reacties

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zenuwstelsel
Willekeurig
Onwillekeurig ZS
sympatisch deel
parasympatisch deel

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel indeling

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van bewuste reacties

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een onbewuste reacties

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je darmwerking wordt geregeld door...
A
Het Onwillekeurige zenuwstelsel
B
Je willekeurige zenuwstelsel
C
Je animale zenuwstelsel
D
Geen van allen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sympatisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel
Stimulatie van de hartactiviteit en ademhaling
Opslag reservevoedsel
Bloedvatverwijding in spijsverteringsorgaan
Afgifte adrenaline
Minder energieverbruik
Toename zweetproductie

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een reflex is:
A
Het beheersen van spieren
B
Doelgerichte beweging of reactie
C
Een reactie of beweging die zich automatisch voltrekt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reflex

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen worden aangestuurd door het...
A
willekeurige zenuwstelsel
B
onwillekeurig zenuwstelsel
C
centrale zenuwstelsel
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

start met aandoeningen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cva (ook wel beroerte)
Cva staat voor Cerebrovasculair Accident

 Bloed stroomt 24/7 door onze aders. Tijdens een beroerte wordt deze bloedcirculatie onderbroken door een opstopping
(file) in een bloedvat. 


Er zijn 2 vormen van een CVA: Herseninfarct en een hersenbloeding

80% van de CVA patiënten hebben herseninfarct
20% van de CVA patiënten is een hersenbloeding.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onbloedig 80%
Herseninfarct

Hersentrombose:
Stolsel ontstaan i.d bloedvaten van de hersenen.

Embolie:
Stolsel die in een andere bloedvat ontstaat en wordt via het bloed naar de hersenen gebracht. 
Bloedig 20%
Hersenbloeding

In of rond de hersenen barst een bloedvat open.

Bloeding hersenvliezen 

Bloeding tussen hersenvlies en schedel -> Trauma , Geweld

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIA



Mini stroke 
Tijdelijke storing in  de bloedvoorziening
Kortdurende neurologische uitvalsverschijnselen
Geen blijvende gevolgen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De FAST test voer je uit om.......
A
Er achter te komen of iemand ziek is
B
Er achter te komen of iemand een bloedige of niet bloedige CVA heeft
C
Er achter te komen of iemand Parkinson heeft
D
Erachter te komen of iemand een CVA heeft doorgemaakt/doormaakt

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Tanden laten zien > bewegen beide mondhoeken?
Een zin herhalen > is de uitspraak goed?
armen naar voren steken met Handpalmen naar boven > zakt een van de armen uit ?


Tijd verlies = hersen verlies