Regionale verschillen

Welkom!
Telefoon in de tas :)
Zitten volgens de plattegrond. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Telefoon in de tas :)
Zitten volgens de plattegrond. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
- Herhaling 'bevolkingsgroei Nederland'
- Uitleg 'regionale verschillen'
  
- Verdere uitleg kader
- Aan de slag!

  • Basis aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Welke vier groepen immigranten kennen wij? Benoem twee voorbeelden.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de betekenis van: Ontgroening

Slide 4 - Open vraag

Immigratie - emigratie = ............ bevolkingsgroei

Slide 5 - Open vraag

Deelvragen
- Waar in Nederland groeit de bevolking en waar neemt die af?
- Waar zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?

Slide 6 - Tekstslide

Lezen 'Regionale verschillen'
zelfstandig

Slide 7 - Tekstslide

Bron lezen
Schrijf voor jezelf op:
- Wat voor informatie geeft mij de bron?

Wat speelt er zich af?


timer
1:30

Slide 8 - Tekstslide

Populaire steden
-> Vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

Werkgelegenheid, studies, voorzieningen als; sportverenigingen, uitgaansgelegenheden en winkels.

Gebieden waar bevolking groeit = Groeiregio's/groeigebieden

Slide 9 - Tekstslide

Populaire steden
Blijven bouwen om de bevolkingsgroei aan te kunnen. 

-> Aan de rand van de steden
-> Herinrichting 

- Woningen 
- Voorzieningen
- Werkplekken
- Infrastructuur: Wegen, busverbinding
en en station 

Slide 10 - Tekstslide

Krimpgebieden
Bevolkingskrimp: de bevolking neemt af.
deze gebieden noem je krimpgebieden / krimpregio’s

Belangrijke reden: vertrek van jongeren.
-> Migreren naar de stad voor studie, werk en voorzieningen.

-> De samenstelling van de bevolking in krimpgebieden verandert: in verhouding meer ouderen (vergrijzing) en minder jongeren (ontgroening)

Slide 11 - Tekstslide

Krimpgebieden
Vroeger: veel voorzieningen in dorpen
-> Bakker, slager, supermarkt
Nu is dat minder
-> Reden: bevolkingskrimp

Verzorgingsgebied = Het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen

-> Minder mensen = minder klanten

Slide 12 - Tekstslide

Voorzieningen verdwijnen uit dorpen, omdat:
-> Toegenomen autobezit
-> Mensen doen vaker boodschappen in de stad --> Lidl, Jumbo, Albert heijn en Aldi

Slide 13 - Tekstslide

Herinrichting krimpgebieden 
JJJ   Ook herinrichting nodig in krimpgebieden

- Minder bewoners betekent:
  • Minder voorzieningen, woningen en werkplekken
  • Ander soort voorzieningen en woningen 
-> Bijvoorbeeld woningen zonder trap

- Voorzieningen worden bij elkaar geplaatst in multifunctionele gebouwen 
-> Voorkomt dat ze helemaal verdwijnen uit een gebied

Slide 14 - Tekstslide

Basis aan de slag!
Wat: 
- Paragraaf 1:              2, 3 en 5 -> Als de boeken binnen zijn 
- Paragraaf 2:             1, 2, 3, 5, 6 
klaar?                             Maken opdrachten: 7 & 8

In stilte aan het werk!

Slide 15 - Tekstslide

Kader:
- Vroeger: Veel voorzieningen in dorpen -> Bakker, slager, supermarkt 

- Verzorgingsgebied: Het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen. 
- Drempelwaarde: Het minimumaantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te bestaan. 
- Reikwijdte: 
De maximale afstand 
die mensen afleggen 
voor een een voorziening

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag! (Kader)
Wat:
- Paragraaf 1:         2 t/m 4    
- Paragraaf 2:        1, 2, 4, 5, 6 en 9ab 

- Eerste vijf minuten zelfstandig 

Klaar? Lezen 'De verstedelijking van Nederland' 

timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Deelvragen
- Waar in Nederland groeit de bevolking en waar neemt die af?
- Waar zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?

Slide 18 - Tekstslide