HAVO 4 - 29 mars

Bonjour ! 
- Ga zitten 

- Pak je boek

- Tas onder de tafel 

Fijne les! 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour ! 
- Ga zitten 

- Pak je boek

- Tas onder de tafel 

Fijne les! 

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui 
- Introductie nieuw hoofdstuk
- Ecouter A 


 Leerdoel : Jullie hebben de luistervaardigheid geoefend. Jullie hebben de audio begrepen.  

Slide 2 - Tekstslide

La médaille d'Or
'De gouden medaille' 

- Thema : Sport, Olympische Spelen 
- Interview van sportieve mensen, kampioenschap..

Grammatica : Vragen stellen, onregelmatige werkwoorden en woorden volgorde in het Frans 

Slide 3 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 1
Jullie hebben 8 minuten de tijd om oefening 1 te doen. Hier zijn er 4 woorden bij elke vraag. In elke vraag is er een woord die niet bij de rest past. 
Vind dat woord en leg in het Nederlands uit waarom het niet bij de andere past. 

Slide 4 - Tekstslide

Oefening 1 - 1
le patin - le sport individuel - la glace - le terrain de foot 

Slide 5 - Tekstslide

Oefening 1 - 1
le patin - le sport individuel - la glace - le terrain de foot 
le patin : schaats 
le sport individuel : individuele sport 
glace : ijs 
terrain de foot : voetbalveld
Terrain de foot hoort er niet bij omdat het niet over schaatsen gaat. 

Slide 6 - Tekstslide

Oefening 1 - 2
convivial - relaxant - agité - détendu 


Slide 7 - Tekstslide

Oefening 1 - 2
convivial - relaxant - agité - détendu 
convivial : gezellig 
relaxant : ontspannend 
agité : zeer onrustig 
détendu : ontspannen
Agité hoort er niet bij omdat het een negatief woord is en de andere woorden zijn positief. 

Slide 8 - Tekstslide

Oefening 1 - 3
la compétition - le match - la spécialité - la course 

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 1 - 3
la compétition - le match - la spécialité - la course 
compétition : kampioenschap 
match : wedstrijd 
spécialité : specialiteit 
course : koers
Spécialité hoort er niet bij omdat dit woord geen wedstrijdelement bevat. 

Slide 10 - Tekstslide

Oefening 1 - 4
tranquille - pépère - ringard - fainéant

Slide 11 - Tekstslide

Oefening 1 - 4
tranquille - pépère - ringard - fainéant
tranquille : rustig 
pépère : knus 
ringard : ouderwets 
fainéant : lui
Ringard hoort er niet bij omdat dit woord niets met rustig/niets doen te maken heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Oefening 1 - 5
le but - le carton rouge - le joueur de foot - la pétanque

Slide 13 - Tekstslide

Oefening 1 - 5
le but - le carton rouge - le joueur de foot - la pétanque
 but : doelpunt 
carton rouge : rode kaart
joueur de foot : voetbalspeler 
pétanque : petanque
Petanque hoort er niet bij omdat dit woord niets te maken heeft met voetbal. 

Slide 14 - Tekstslide

Oefening 1 - 6
un moniteur - un ancien - un entraîneur - un amateur

Slide 15 - Tekstslide

Oefening 1 - 6
un moniteur - un ancien - un entraîneur - un amateur
 moniteur : instructeur 
ancien : oud
entraîneur : trainer 
amateur : liefhebber
Ancien hoort er niet bij omdat dit woord niets te maken heeft met sport. 

Slide 16 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
We gaan de audio luisteren. Het is een beetje lang. Dat betekent dat we het maar 1 keer luisteren. Je moet vinden wie van Mylene en Julien welke zin heeft gezegd. 
Als je thuis zit, kan je zelfstandig luisteren (met de digitale methode). Ik ga een berichtje in het chat sturen wanneer we gaan corrigeren zodat jullie de goede antwoorden kunnen horen. 

Slide 17 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Pratique plusieurs sports --> doet verscheidene sports
a appris son sport grâce à un membre de sa famille --> heeft zijn sport geleerd door een familielid 
s'entraîne toute la semaine --> traint door de hele week
dit que son sport est plutôt mental --> zegt dat zijn sport meer mentaal is
fait du sport en amateur --> doet sport als liefhebber 

Slide 18 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
déteste faire du sport à l'école --> haat om sport op school te doen

Slide 19 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Pratique plusieurs sports --> 

Slide 20 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Pratique plusieurs sports --> Julien 

'Je très sportif, je pratique tout un tas de sport : du basket, du badminton, tout ça' 

'Ik ben sportief. Ik doe allerlei sporten : basketball, badminton, en andere' 

Slide 21 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
a appris son sport grâce à un membre de sa famille --> 

Slide 22 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
a appris son sport grâce à un membre de sa famille --> 
Mylène 

'J'ai commencé à 4 ans parce qu'en fait ma grand-mère est Quebecoise' 

'Ik begon toen ik 4 was omdat mijn oma uit Quebec komt' 

Slide 23 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
s'entraîne toute la semaine --> 

Slide 24 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
s'entraîne toute la semaine -->  Julien 

'Vous vous entraînez souvent? Tous les soirs' 

'Traint u vaak? Elke avond' 

Slide 25 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
dit que son sport est plutôt mental --> 

Slide 26 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
dit que son sport est plutôt mental -->  Julien 

'A partir d'un certain niveau on peut dire que c'est un sport car ça demande un tel état de concentration' 

'Vanaf een bepaald niveau kunnen we het een sport noemen omdat er veel concentratie voor nodig is' 

Slide 27 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
fait du sport en amateur --> 

Slide 28 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
fait du sport en amateur -->  Mylène 

'C'est un moyen de me retrouver seul' 

'Het is een middel voor mij om alleen te zijn' 

Slide 29 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
déteste faire du sport à l'école --> 

Slide 30 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
déteste faire du sport à l'école -->  Mylène 

'A l'école j'aime pas les sports qu'on nous fait choisir' 

'Op school vind ik de sporten niet leuk' 

Slide 31 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
We gaan het audiodeel over Mylène luisteren. Kies de zinnen die waar zijn. 
Mylène aimerait avoir plus d'activités sportives à l'écoles --> Mylène wil graag meer sporten op school 
Mylène fait du patin à glace depuis longtemps --> Mylène schaatst al lang.

Slide 32 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Mylène a appris à faire du patin au Canada --> Mylène leerde om te schaatsen in Kanada
Mylène aime surtout l'aspect social du patinage --> Mylène vind vooraal de sociale aspect van schaats leuk 
Mylène adore l'aspect artistique du patinage --> Mylène vind vooraal de sociale aspect van schaats leuk 

Slide 33 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Mylène aimerait voir plus de patinage --> Mylène wil graag meer schaatsen zien

Slide 34 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Mylène fait du patin à glace depuis longtemps --> waar 

'J'ai commencé à 4 ans' 

Slide 35 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
Mylène a appris à faire du patin au Canada --> waar 

'Omdat mijn oma uit Quebec komt' 

Slide 36 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
We gaan het audiodeel over Julien luisteren. Kies het goede antwoord voor elke zin. 

Slide 37 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
1 - 

Slide 38 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
1 - B

'A partir d'un certain niveau on peut dire que c'est un sport car ça demande un tel état de concentration' 

'Vanaf een bepaald niveau kunnen we het een sport noemen omdat er veel concentratie voor nodig is' 

Slide 39 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
2 - 

Slide 40 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
 2 - A

'Il s'agit de stratégie, de précision, de tactique' 

'Het gaat over strategie, precisie, tactiek' 

Slide 41 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
3 - 

Slide 42 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
3 - B

'Il y a un peu de tous les âges' 

'Er zijn mensen van alle leeftijden' 

Slide 43 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
4 - 

Slide 44 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
 4 - A

'On peut se sentir un peu vidé' 

'We kunnen ons een beetje leeg voelen' 

Slide 45 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
5 - 

Slide 46 - Tekstslide

Ecouter A - Oefening 2
 5 - A

'C'est un sport convivial et relaxant' 

'Het is een gezellige en ontspannende sport' 

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerk 
Morgen en overmorgen : Proefwerk 

Formatief !!!! Het gaat alleen meetellen als jullie een voldoende  halen! 

Volgende week : Vocabulaire A (van Frans tot Nederlands) leren. 

Slide 48 - Tekstslide