2.2 Metacommunicatie & Ruis Feb

Metacommunicatie en ruis
P2 Les 5
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Metacommunicatie en ruis
P2 Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
  • Feedback geven en ontvangen
  • Positieve en negatieve/opbouwende feedback
  • Inhoudsniveau (gaat over de inhoud) en betrekkingsniveau (gaat over de relatie)
  • JOHARI Matrix
  • 360 graden feedback

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Lesdoelen
  • Metacommunicatie
  • Inhoudsniveau en betrekkingsniveau
  • Ruis
  • Opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Je weet wat metacommunicatie is.
- Je weet wat ruis is en hoe je hier mee omgaat.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over:
Metacommunicatie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Metacommunicatie 
Metacommunicatie is ‘communiceren over de communicatie’. Je bespreekt hoe een gesprek verloopt. Bijvoorbeeld: 

‘Ik merk dat je steeds wegkijkt, vind je het lastig om hierover 
te praten?’. 

Of: ‘Wat een goed gesprek is dit, dank je wel’.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang tussen onderdelen
In een gesprek wissel je informatie zowel verbaal als
non-verbaal uit.

- Inhoudelijke feiten, vaak verbaal. Dit is het inhoudsniveau
- Hoe je het contact beleeft, vaak non-verbaal. Dit is het betrekkingsniveau

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrekkingsniveau
3 onderdelen

Op betrekkingsniveau vertelt elke boodschap iets over:
  • Hoe je jezelf ziet (zelfdefinitie)
  • Hoe je de ander ziet (definitie van de ander)
  • Hoe je de onderlinge relatie ziet (relatiedefinitie)

pag. 366 en 367

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Inhoudsniveau: ‘Lekker bruin, precies zoals ze moeten zijn’. Feitelijk gezegd:
Betrekkingsniveau: baas- werknemer verhouding. Sarcastisch zijn/vernederend. Joost voelt zich minderwaardig (rood hoofd)
Zelfdefinitie: de baas ziet zichzelf als iemand die cynisch/sarcastisch mag zijn tegenover zijn werknemers
Definitie van de ander: jij bent iemand die moet accepteren dat ik zo tegen jou mag praten
Relatiedefinitie: ongelijkwaardig -> ik sta boven jou

Wat zou een goede reactie van Joost kunnen zijn?
Denk aan Metacommunicatie

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruis
Ondertussen gebeurt
er van alles
dat de communicatie
kan verstoren.
Dit is ruis.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten ruis kennen we?
A
Witte, Blauwe, Grijze, Groene
B
Externe, Interne, Semantische, Psychologische
C
A en B zijn beide onjuist
D
A en B zijn beide juist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elkaar niet goed verstaan, doordat de radio aanstaat is een voorbeeld van externe ruis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als professional heb je nooit last van interne ruis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Psychologische ruis kun je oplossen door metacommunicatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het inhoudsniveau van communicatie is vooral non-verbaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruis
Er zijn verschillende soorten ruis.
Externe ruis
Interne ruis
    - Semantische ruis
    - Pyschologische ruis

Wat is het en wat kun je er tegen doen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Externe ruis
Externe ruis komt van omgevingsgeluid. Denk aan een trein die voorbij raast als je aan het praten bent.
Maar ook als er anderen in de buurt zijn en je kijkt daar bijvoorbeeld steeds naar. Hierdoor kun je je niet focussen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je om met externe ruis?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Semantische ruis
Dit is een ruis omdat je de taal van de ander niet begrijpt.
Dit kan verbaal en non-verbaal zijn.
Bijvoorbeeld: een patiënt die niet begrijpt wat de arts met al die medische termen bedoelt. Of het ''peace'' teken, wat in Australië een belediging is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga ik om met semantische ruis?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Psychologische ruis
Een verstoring in de communicatie door verwachtingen en ideeën over de ander, noem je psychologische ruis. 
Hoe je een boodschap opvat, hangt niet alleen van de boodschap zelf af.

Bijvoorbeeld: je stemming en de indruk die je van de ander hebt, spelen ook een rol. Het grapje van je collega kun je misschien waarderen als je goed bent uitgerust, maar vervelend vinden als je slecht hebt geslapen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga je om met psychologische ruis?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je een vraag over de lesstof?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht!
Moordspel
Dader, locatie, wapen

4 mensen gaan elkaar een moord doorvertellen via non verbale communicatie (betrekkingsniveau).
1 persoon blijft in de klas, andere 3 op de gang.
Lukt het om de boodschap over te brengen via non verbale communicatie met ruis?

Overige klasgenoten observeren hoe de communicatie tussen zender en ontvanger verloopt


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies