4mavo H14.1 Werken met hefbomen

Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Huiswerk voor je neus
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Huiswerk voor je neus

Slide 1 - Tekstslide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen/potlood/gum
- Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
- BINAS

Slide 2 - Tekstslide

Hoe groot is de zwaartekracht
op deze persoon?

Slide 3 - Open vraag

Sleep het draaipunt naar de goede plek.

Slide 4 - Sleepvraag

Noem een ander voorbeeld van een hefboom

Slide 5 - Open vraag

Leerdoel
  • Je kunt het moment van een kracht uitrekenen

  • Je kunt met de momentenwet rekenen

  • Je kunt herkennen of een werktuig een enkele of dubbele hefboom is.

Slide 6 - Tekstslide

Hefboom
Met een hefboom kun je met een kleine kracht een grote kracht leveren.





Slide 7 - Tekstslide

Draaipunt
Het punt waar een hefboom omheen draait heet het draaipunt

Slide 8 - Tekstslide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is in evenwicht. 
Het moment linksom is gelijk aan het moment rechtsom.

Slide 9 - Tekstslide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is niet in evenwicht. 
Het moment linksom is groter dan het moment rechtsom.

Slide 10 - Tekstslide

Hefboom in evenwicht
De hefboom is niet in evenwicht. 
Het moment rechtsom is groter dan het moment linksom.

Slide 11 - Tekstslide

Arm
De arm is de afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt

Slide 12 - Tekstslide

Arm
De arm is de afstand tussen de werklijn van een kracht en het draaipunt

Slide 13 - Tekstslide

In welke afbeelding is de arm goed getekend?

Slide 14 - Tekstslide

Moment
Moment of krachtmoment is een grootheid 
De eenheid is newtonmeter (Nm)

Moment = kracht × arm
M = F × l

l = is lengte van de arm in meter (m)

Slide 15 - Tekstslide

De arm van een kracht van 6 N is 50 cm.
Hoe groot is het moment?
A
3 Nm
B
12 Nm
C
300 Nm
D
300 N

Slide 16 - Quizvraag

De arm van een kracht van 20 N is 5,2 meter.
Bereken het moment.

Slide 17 - Open vraag

De kracht is telkens even groot. 
Zet op volgorde van toenemend moment

Slide 18 - Sleepvraag

Hefboomwet
Als een hefboom in evenwicht is, is het moment linksom gelijk aan het moment rechtsom

Mlinksom = Mrechtsom
Flinks × llinksom = Frechtsom ×  lrechtsom


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Hefbomen in werktuigen
Werkkracht
Last

Slide 21 - Tekstslide

Enkele en dubbele hefbomen
Enkele hefboom
Werkkracht en last zitten aan dezelfde kant van het draaipunt

Dubbele hefboom
Werkkracht en last zitten aan verschillende kanten 
van het draaipunt

Slide 22 - Tekstslide

Enkele en dubbele hefbomen
     Enkele hefboom                                             Dubbele hefboom

Slide 23 - Tekstslide

In welke afbeelding is
de arm van het gewicht
op de container het
grootste
A
Links
B
Rechts

Slide 24 - Quizvraag

F2 = 24 N.
Bereken de grootte van
F1 met de hefboomwet

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
Maak van §14.1 Opg 1 t/m 4 + 6 + 9 (78 en verder)

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • -

Slide 27 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 28 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide