1.4 Hefbomen

1.4 Hefbomen
Uitleggen wat een hefboom is en hoe je deze goed kan gebruiken.
Rekenen met de formule van het moment.
Rekenen met de hefboomregel.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.4 Hefbomen
Uitleggen wat een hefboom is en hoe je deze goed kan gebruiken.
Rekenen met de formule van het moment.
Rekenen met de hefboomregel.

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Hebomen vergroten je spierkracht. Kun jij voorbeelden noemen van hefbomen ?

Slide 2 - Tekstslide

Werken met een hefboom
Een hefboom heeft een draaipunt (midden moer)
Je spierkracht werkt over een grote arm (loodrechte afstand van de kracht tot het draaipunt). De kracht op de moer is groot, want deze heeft een kortere arm




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hefboomlatje 
Bij evenwicht geldt:
gewicht x gaatjes links = gewicht x gaatjes rechts
2 x 3 = 2x 3

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Het moment
Het moment is de grootte van de kracht x de lengte van de arm.
In formule: M = F x r

Slide 9 - Tekstslide

De arm r is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De momentenwet
De som van de momenten linksom = de som van de momenten rechtsom (dan is er evenwicht)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Enkele en dubbele hefboom
Een schroevendraaier om een verfblik open te maken is een enkele hefboom. Er is maar één hefboom die om het draaipunt beweegt.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een dubbele hefboom
Een nijptang bestaat uit een dubbele hefboom.
Bereken de kracht op de spijker.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Belang lesdoel
Hefbomen juist toepassen is erg handig, denk aan ;
flesopener, notenkraker, krik, wip, koevoet, schaar etc.

In de toetsen is dit een veel voorkomend onderwerp.

Slide 20 - Tekstslide

Controlevragen
1a Noem drie enkele hefbomen.
1b Noem drie dubbele hefbomen.
1c Noteer de formule voor het moment.
1 d Noteer de hefboomregel.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

F1 x r 1 = F2 x r2
10 N x 12,5 cm = F2 x 2,5 cm
F2 = 125/2,5 = 50 N

Slide 27 - Tekstslide

26 kg

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

95N

Slide 35 - Tekstslide

95 N

Slide 36 - Tekstslide