paragraaf 4 werken voor de overheid

De overheid bestaat uit drie onderdelen:
Welke?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De overheid bestaat uit drie onderdelen:
Welke?

Slide 1 - Tekstslide

Rijk, provincie of gemeente?




Rijk is landelijk        provincie is provinciaal      gemeente is lokaal

Slide 2 - Tekstslide

Collectieve sector
De overheid en instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid,  noem je samen de collectieve sector

De collectieve sector:

  1. Streeft niet naar winst
  2. Mag iedereen gebruik van maken
  3. Wordt betaald van belastinggeld en sociale premies

Slide 3 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 4 - Tekstslide

Belasting
  • = verplichte bijdrage aan de overheid zonder dat er direct een tegenprestatie tegenover staat



Slide 5 - Tekstslide

Subsidie
Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen. 

  • Zonnepanelen
  • Windmolens
  • Ondernemers

Slide 6 - Tekstslide

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • Wil je iets afremmen? -> accijns 


Slide 7 - Tekstslide

Particuliere sector
  • Bedrijven en instellingen die niet bij de overheid horen
  • Zij willen winst maken!
  • en betalen belasting aan de overheid


Slide 8 - Tekstslide

Infrastructuur
Infrastructuur = voorzieningen die nodig zijn waardoor mensen kunnen wonen en werken


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden infrastructuur

Slide 10 - Tekstslide

Rekentrainer
400 miljard :   8  = Hoeveel miljoen?
400.000.000.000 : 8 = 50.000.000.000
=  50.000  miljoen

Slide 11 - Tekstslide

Hoofstuk 6 paragraaf 4
maken 3 tot met 10 
Ben je klaar met de opgaves laat je deze controleren
Ga je verder met de  rekentrainer paragraaf 4
timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Wij als gezin hebben ook een probleem? 

Slide 13 - Tekstslide

We parkeren de problemen nog even?

Slide 14 - Tekstslide

Actueel probleem Nederland.
Bas wil graag wonen in  Utrecht.
Het lukt hem niet ?

Omdat.
Er zijn niet genoeg huizen zijn. De prijzen zijn veel te hoog.

Hoe lossen we dit op?    Verdelen we in problemen/oplossingen


Slide 15 - Tekstslide

Tekort
Er moeten 1.000.000 huizen gebouwd worden.
Omdat er een tekort is zijn de huizenprijzen veel te hoog.

Hoe lossen we dit op?

Slide 16 - Tekstslide