paragraaf 4 werken voor de overheid

De overheid bestaat uit drie onderdelen:
  • Het Rijk
  • De provincies
  • De gemeentes
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De overheid bestaat uit drie onderdelen:
  • Het Rijk
  • De provincies
  • De gemeentes

Slide 1 - Tekstslide

Wie zijn hiervoor verantwoordelijk?
drie instellingen in Nederland. Welke?

Slide 2 - Tekstslide

Rijk, provincie of gemeente?




Rijk is landelijk        provincie is provinciaal      gemeente is lokaal

Slide 3 - Tekstslide

Collectieve sector
De overheid en instellingen die zorgen voor de sociale zekerheid,  noem je samen de collectieve sector

De collectieve sector:

  1. Streeft niet naar winst
  2. Mag iedereen gebruik van maken
  3. Wordt betaald van belastinggeld en sociale premies

Slide 4 - Tekstslide

Collectieve sector

Slide 5 - Tekstslide

Belasting
  • = verplichte bijdrage aan de overheid zonder dat er direct een tegenprestatie tegenover staat

Slide 6 - Tekstslide

Subsidie
Een subsidie is een financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen. 

  • Zonnepanelen
  • Windmolens
  • Ondernemers

Slide 7 - Tekstslide

Subsidie en accijns
  • Wil je iets stimuleren? -> subsidie
  • Wil je iets afremmen? -> accijns 


Slide 8 - Tekstslide

Particuliere sector
  • Bedrijven en instellingen die niet bij de overheid horen
  • Zij willen winst maken!
  • en betalen belasting aan de overheid


Slide 9 - Tekstslide

Infrastructuur
Infrastructuur = voorzieningen die nodig zijn waardoor mensen kunnen wonen en werken


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden infrastructuur

Slide 11 - Tekstslide

Wij als gezin hebben ook een probleem? 

Slide 12 - Tekstslide

We parkeren de problemen nog even?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is nu het probleem?
Bas wil graag wonen in  Utrecht.
Het gezin wil graag wonen in Amsterdam.
Er zijn niet genoeg huizen.  
De prijzen zijn veel te hoog.


Slide 14 - Tekstslide

Tekort
Er moeten 1.000.000 huizen gebouwd worden.
Omdat er een tekort is zijn de huizenprijzen veel te hoog.

Hoe lossen we dit op?

Slide 15 - Tekstslide

Rekentrainer
400 miljard :   8  = Hoeveel miljoen?
400.000.000.000 : 8 = 50.000.000.000
=  50.000  miljoen

Slide 16 - Tekstslide

Hoofstuk 6 paragraaf 4
maken 3 tot met 12
rekentrainer
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide