zebra thema 10 winkelen

zebra thema 10 winkelen
vandaag
vrijdag 10 oktober 2025
- toetsen bekijken, Wat heb ik goed/fout?
- toets en lezen
-  schrijfopdracht
timer
15:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 46 min

Onderdelen in deze les

zebra thema 10 winkelen
vandaag
vrijdag 10 oktober 2025
- toetsen bekijken, Wat heb ik goed/fout?
- toets en lezen
-  schrijfopdracht
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

boodschappen doen

Slide 2 - Tekstslide

blz. 55
vertaal de woorden naar je eigen taal in je woordschrift

de bakker - 
het bedrag - 
de drogist -

Slide 3 - Tekstslide

groep 2: Fatima, William, Abdinasir, Balquees, Farah, Sofia

blz. 51 -55
opdracht :
2.1/ 2.2/2.3

klaar? Boek lezen 
groep 1: 
Nika, Eyosias, Iliia, Hamza, Jyra, Paul

Slide 4 - Tekstslide

groep 2
              blz 56 t/m 60
         opdracht 1,2,3,4,5

groep 1

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

les 3 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

onderstreep in de tekst de woorden:

het alarm  ( 3 keer)
inderdaad
ja, dat klopt
ja, het klopt
een rotzaak
een rotoverhemd
oké

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

maken: 5, 8, 9,10,15
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

e - mail schrijven
Je hebt kleding gekocht in de winkel. Kies zelf wat je gekocht hebt (broek, jas, t- shirt,....)

 De kleding is niet naar jouw zin*, schrijf wat er aan de hand is.
Schrijf wat volgens jou een goede oplossing kan zijn.

* de kleding is niet goed

Maak een tekening van jouw kleding

Geachte heer, mevrouw,





Met vriendelijke groet,

jouw naam
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

spreken

pak een kaartje/ product
Denk na, welke woorden heb ik nodig? 

Je gaat een gesprek in de winkel spelen. Jouw product ga je terugbrengen.
In de winkel:  klant en verkoper
- groeten
- wanneer heb je het gekocht?
- Wat was de prijs?
-voor wie heb je het gekocht?
- Waarom is het product niet goed?  
- verkoper begrijpt het niet "Wat bedoel je? 
-> De bloemen zijn niet goed, want ze zijn...
Wat wil je van de verkopen (ruilen, geld terug, ....)
- afscheid nemen

Slide 28 - Tekstslide

voorbereiden
Kijk naar het plaatje?  Wat ga ik vertellen? Welke woorden heb ik nodig?
Laptop open
Je krijgt 5 minuten om 4 woorden op te zoeken (translate).
Schrijf de 4 woorden in je schrift. 
Laptop gaat weer dicht.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide