spreken
pak een kaartje/ product
Denk na, welke woorden heb ik nodig? 
Je gaat een gesprek in de winkel spelen. Jouw product ga je terugbrengen.
 In de winkel:  klant en verkoper
- groeten
- wanneer heb je het gekocht?
- Wat was de prijs?
-voor wie heb je het gekocht?
- Waarom is het product niet goed?  
- verkoper begrijpt het niet "Wat bedoel je? 
-> De bloemen zijn niet goed, want ze zijn...
Wat wil je van de verkopen (ruilen, geld terug, ....)
- afscheid nemen