Schema Nask

Schema Nask 7/06/'21 - 22/06/'21
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Schema Nask 7/06/'21 - 22/06/'21

Slide 1 - Tekstslide

Maandag 7 juni: Paragraaf 6.2 Nakijken
Dinsdag 8 juni: Studiedag !!! Lees paragraaf 6.3 en maak de volgende opgaven:2BK(2SC+2SD): Maak opgave 28 tot en met 36
                                    2KGT(2SA+2SB) : Maak opgave 28 tot en met 41  

Maandag 14 juni: Nakijken 6.3
Dinsdag 15 juni: Aanvang 6.4
2BK(2SC+2SD): Maak opgave 42 tot en met 53
2KGT(2SA+2SB) : Maak opgave 42 tot en met 56

Maandag 21 juni: Nakijken 6.4
Dinsdag 22 juni: Oefentoets H6!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen par 6.1 (deel 1)
1) Ik weet wat een stroboscooplamp is en waar deze voor wordt gebruikt.
2) Ik kan vanuit een stroboscopische foto berekenen hoelang een beweging heeft geduurd.
3) Ik kan uit een stroboscopische foto afleiden wat de snelheid van het voorwerp is.


Slide 3 - Tekstslide

Beweging
= afstand afleggen in een bepaalde tijd

Slide 4 - Tekstslide

Stroboscoop
= Lamp die met vaste tussenpozen flitst.

Bijv. elke 0,05 seconde

Slide 5 - Tekstslide

Stroboscopische foto
= een foto waarop je beweging vastlegt
uit de foto kun je  berekenen hoelang de beweging duurde.

Slide 6 - Tekstslide

Informatie uit een stroboscopische foto

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen met een stroboscopische foto
Twee dingen weten:
Hoeveel tijd zit er tussen elke lichtflits.
Het aantal tussenruimtes.

Duur van de beweging =
Aantal tussenruimtes X tijd tussen 2 flitsen

Slide 10 - Tekstslide

Hoelang duurt de beweging op de foto?
Tijd tussen 2 flitsen = 0,05 sec
A
0,05 sec
B
0,3 sec
C
0,35 sec
D
0,5 sec

Slide 11 - Quizvraag

Hoelang duurt de beweging
op de foto?
Tijd tussen 2 flitsen is 0,25 sec
A
1 sec
B
2 sec
C
0,25 sec
D
2,25 sec

Slide 12 - Quizvraag

Waar beweegt de bal het snelst?
Waar beweegt hij het langzaamst?

Slide 13 - Tekstslide

langzaam
snel
veel afstand tussen 2 foto's
weinig afstand tussen 2 foto's

Slide 14 - Tekstslide

Tijd tussen 2 flitsen: 0,25 sec
Hoelang duurt de beweging?

Slide 15 - Open vraag

De hand heeft 0,4 meter afgelegd.
Hoe groot is de afstand
die de hand aflegt in 1 sec?

Slide 16 - Open vraag

Snelheid
De gemiddelde snelheid bereken je door de 
afstand te delen door de tijd. 





s = afgelegde weg of afstand in meter
t = tijd in seconde
vgemiddeld=tijdafgelegdeweg=ts

Slide 17 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 18 - Tekstslide

Km/h naar m/s
1375 km/h, hoeveel meter legt Felix dan af per seconde?

Daar is een hele simpele
regel voor:
1375 km/h : 3,6 = 381,94 m/s

Slide 19 - Tekstslide

Jeanette legt op de fiets een afstand van 10.000 meter af in een half uur. Bereken de gemiddelde snelheid van Jeanette.

Haar gemiddelde snelheid is:
A
20 m/s
B
5,6 m/s
C
10 km/h
D
5,6 km/h

Slide 20 - Quizvraag

Jeanette legt op de fiets een afstand van 10.000 meter af in een half uur. Bereken de gemiddelde snelheid van Jeanette.

Haar gemiddelde snelheid is:
A
20 m/s
B
5,6 m/s
C
10 km/h
D
5,6 km/h

Slide 21 - Quizvraag

Allard fietst weg bij een stoplicht. Na een tijdje bereikt hij zijn topsnelheid van 32 km/h. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
32 km/h
B
4,4 m/s
C
64 km/h
D
8,9 m/s

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de juiste vakken bij elkaar.
60 km/h
0,94 m/s
22,2 s
170 km
13,3 min
45 km
45 min
4,5 km
80 min
200 m
9 m/s
2 uur
85 km/h
20 km
90 km/h

Slide 23 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een zogenaamd (x,t)- diagram. Wat zie je in dit diagram?
A
De snelheid op de y-as en de afstand op de x-as
B
De afstand op de y-as en de snelheid op x-as
C
De afstand op de y-as en de tijd op de x-as
D
De tijd op de y-as en de afstand op de x-as

Slide 24 - Quizvraag

Hiernaast zie je een (v,t)-diagram.
Wat zie je in dit diagram?
A
De tijd op de y-as en de snelheid op de x-as
B
De snelheid op de y-as en de tijd op de x-as
C
De afstand op de x-as en de tijd op de y-as
D
De tijd op de x-as en de afstand op de y-as

Slide 25 - Quizvraag

Uitleg par. 6.3

Slide 26 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
 Een eenparige beweging
De snelheid blijft voortdurend gelijk.
Dus in elke seconde wordt er steeds dezelfde afstand afgelegd.

Slide 27 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
2 Een versnelde beweging
De snelheid neemt steeds verder toe.
Dus in elke seconde wordt er meer afstand afgelegd..

Slide 28 - Tekstslide

We kennen drie soorten bewegingen:
3 Een vertraagde beweging
De snelheid neemt steeds verder af.
Dus in elke seconde wordt er minder afstand afgelegd.

Slide 29 - Tekstslide

Eenparige beweging. Elke seconde wordt er evenveel afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 30 - Tekstslide

Versnelde beweging. Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 31 - Tekstslide

Vertraagde beweging. Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd.
(x,t)-diagram
(v,t)-diagram

Slide 32 - Tekstslide

Extra uitleg?
Gebruik de video's hierna voor extra uitleg.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Reflectievragen
Heb je de leerdoelen gehaald?

Slide 35 - Tekstslide

Welk soort beweging hoort bij elk getal?

Slide 36 - Tekstslide




Nu zelf aan de slag!

2BK(2SC+2SD): Maak opgave 28 tot en met 36
 
2KGT(2SA+2SB) : Maak opgave 28 tot en met 41 

Slide 37 - Tekstslide